‘Iedere kerk is beperkt en heeft iets eigens’
Drs. C.J. van den Boogert met emeritaat
Hij is altijd al op zoek geweest naar het oecumenische gesprek tussen christenen. Daarnaast kende hij vroeg een bijzondere belangstelling voor het jodendom. Ds. C.J. van den Boogert, tussen 1995 en 2002 ‘Israëlpredikant’ namens de Christelijke Gereformeerde Kerken, hoopt volgende maand met emeritaat te gaan. “Je neemt datgene wat je in Israël hebt geleerd mee in de manier waarop je over Jezus spreekt èn preekt.”
De classis Middelburg van de Christelijke Gereformeerde Kerken verleende ds. Van den Boogert in het najaar van 2010 ‘op de meest eervolle wijze emeritaat’. Per 1 april a.s. zal dit emeritaat ingaan.
Na zijn terugkomst uit Israël, in 2002, diende de predikant als verpleeghuispastor. “Dat hoop ik na mijn emeritaat te blijven doen”, vertelt ds. Van den Boogert.“
Varen
“Het verlangen om theologie te gaan studeren en dominee te worden leefde al vrij vroeg. Eigenlijk al toen ik nog catechisatie volgde. Toch ben ik eerst iets anders gaan doen. Mijn vader zat op de grote vaart en in zijn voetspoor ben ik ook gaan varen. In de loop van de tijd werd het gevoel geroepen te zijn tot het ambt sterker. Mijn vader is in die periode overleden, wat een stuk extra bezinning met zich meebracht. Toen heb ik besloten om te stoppen met varen en heb ik me aangemeld voor het admissie- examen aan de Theologische Hogeschool in Apeldoorn. Dat was in 1969.”
Tijdens zijn studie kreeg ds. Van den Boogert met name interesse voor het Oude Testament, toentertijd gedoceerd door wijlen prof. B.J. Oosterhoff. “Het verhalende en beeldende karakter van het Oude- Testament, de Tenach, sprak me erg aan. Alle Bijbelse thema’s die in het Nieuwe- Testament in Jezus toegespitst worden, vind je daarin al terug.’’
In zijn derde gemeente, Apeldoorn-Oost, die hij tussen 1989 en 1995 diende, rondde ds. Van den Boogert zijn doctoraalstudie in de theologie af. In een scriptie, met als titel ‘Christus als drager en als schenker van de Geest in de geschriften van Lukas’, werden lijnen getrokken vanuit het werk van de Geest in de Tenach naar de rol van de Geest in en vanuit Christus in het Nieuwe Testament. “In mijn denken ging Israël een steeds sterkere rol spelen”, vertelt de predikant. “God heeft zelf Zijn woord aan Israël gegeven, zoals staat in Psalm 147. Helaas wordt het vaak door de kerk van Israël afgenomen vanuit de overtuiging dat ‘wij het Woord hebben, en Israël heeft afgedaan’. Maar we moeten beseffen dat Israël juist betekenis heeft voor de kerken van nu. En de kerk kan alleen vanuit het Oude Testament duidelijk maken dat Jezus de Messias van Israël is.’’
Yitzchak Rabin
Kort na de afronding van zijn doctoraalstudie kwam de post van Israëlpredikant met als standplaats Jeruzalem vrij. Ds. Van den Boogert en zijn gezin vertrokken naar Jeruzalem. “Mijn werk in Israël betrof een oecumenisch gesprek aangaan met het Jodendom in al zijn geledingen en de samenwerking met veel christelijke kerken in Jeruzalem. We onderhielden ook nauwe contacten met Messiasbelijdende gemeenten. In de jaren dat wij in Jeruzalem waren, raakten zij steeds meer geaccepteerd in de Joodse maatschappij.” Ook ging ds. Van den Boogert elke zondag voor in een Nederlandstalige dienst. Daarnaast behoorde het pastoraat aan de Nederlanders die in het land gevestigd waren tot zijn taak. “Ze konden altijd naar ons toekomen als daar behoefte aan was.”
Toen hij in 1995 in Israël aankwam werd kort daarna premier Yitzchak Rabin vermoord. Ook de spanningen ten tijde van het interbellum tussen beide Golfoorlogen en beide Intifada’s waren voel- en zichtbaar. “We hadden de gasmaskers thuis liggen en onder de flat zat een schuilkelder.” Angst hadden ze niet. “We hebben ons nooit bedreigd gevoeld, al hebben we zelfmoordaanslagen van dichtbij meegemaakt.”
Is uw visie op (de toekomst van) Israël in de loop van de jaren veranderd?
“Waar dat het Joodse volk betreft niet wezenlijk. Het is en blijft het volk van Gods verkiezing. God heeft zijn verbond met Israël nooit teruggenomen. Ik zie ook het bestaan van de staat Israël als een teken van Gods trouw. Er is echter altijd een spanningsveld. Hoe vul je het leven in het land Israël in? Dat is de grootste uitdaging voor Israël.
Ik heb reserves bij het idee ‘alle Joden maar naar Israël terug te brengen, want dan komt de Messias terug’. Je moet het jodendom als religie apart zien van de Joodse staat. Israël is een wereldlijke staat die nodig is om te kunnen leven, maar die je als staat best onder kritiek mag zetten. Verbind er niet aan dat die staat al iets is van een gedeeltelijke vervulling van het Messiaanse rijk. Israël is nu nog geroepen om compromissen te sluiten, bijvoorbeeld over bewoning van Joden en Palestijnen in het land. Pas bij de komst van de Messias zal het goede zicht daarop aanbreken.
In mijn theologische denken is de periode in Israël vormend geweest. Je neemt datgene wat je in Israël hebt geleerd mee in de manier waarop je over Jezus spreekt èn preekt.’’
Lege huls
De eerste gemeente die ds. Van den Boogert diende (tussen 1977 en 1982) was ’s Gravendeel. Daar ging hij onder meer aan de slag met ‘het leerhuis’, de ouderencatechese, vertelt hij. “Calvijn zegt dat het gaat om geloof èn gehoorzaamheid. Geloof zonder gehoorzaamheid is een lege huls, gehoorzaamheid zonder geloof is fanatisme. Je doet wat je gehoord hebt. Het permanente leren dat bij het christendom hoort, heb ik altijd belangrijk gevonden. Jezus roept op zijn woorden te horen èn te doen. Al doende blijf je leren.”
Tijdens zijn jaren in Emmeloord, zijn tweede gemeente, boeide de kleine oecumene tussen de christelijke kerken hem zeer. “Ik heb altijd goed kunnen samenwerken met de Nederlands Gereformeerden, er was een sterke samenwerking met gezamenlijke diensten en activiteiten. Daarnaast namen we als Christelijke Gereformeerde Kerk deel aan de Raad van Kerken.”
“Ik denk dat iedere kerkelijke gemeenschap beperkt is, en aan de andere kant iets eigens heeft. Dat eigene dat een ander heeft – mits niet in strijd met de Schrift – is een verrijking van wat je zelf hebt”
Deze oecumene, waar de predikant zich bij thuis voelt, is in zijn huidige ambtelijke werk als verpleeghuispredikant nog steeds duidelijk aanwezig. “Dat kan eigenlijk ook niet anders, want in een verpleeghuis wonen mensen die afkomstig zijn uit diverse christelijke kerken. Ook in de huisdiensten is deze verscheidenheid zichtbaar.”
“Het stemt me dankbaar dat ik tijdens mijn leven als actief predikant het woord van God heb kunnen doorgeven en dat kerkmuren daarvoor geen belemmeringen hebben gevormd. Ik hoop daar nog parttime in het verpleeghuis mee door te gaan. Daarnaast ben ik nog actief betrokken bij het Israëlwerk van onze kerken en het Centrum voor Israëlstudies. En daar geniet ik van.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 2011
De Wekker | 20 Pagina's