Melchemie in beroep tegen leveringsverbod
"Niets te maken met produktie gifgas in Irak''
ARNHEM — De in Arnhem gevestigde chemische handelsonderneming Melchemie Holland BV heeft beroep aangetekend tegen het vonnis van de Arnhemse politierechter die het bedrijf twee weken geleden veroordeelde wegens de verboden levering van gifgascomponenten aan Irak. Melchemie kreeg een boete van 100.000 gulden en werd bovendien veroordeeld tot voorwaardelijke stillegging van de onderneming omdat het bedrijf in 1984 in strijd met het uitvoerbesluit strategische goederen chemicaliën naar Irak heeft geëxporteerd.
In een verklaring heeft de directie van Melchemie vrijdag laten weten op
geen enkele wijze betrokken te zijn geweest bij de fabricage van gifgassen voor Irak.
„Met verontwaardiging wijzen wij de beschuldiging van de Arnhemse
politierechter van de hand dat Melchemie opzettelijk en onmenselijk
heeft gehandeld". Volgens Melchemie zijn de chemicaliën aan Irak pas geleverd, toen dat land de Arnhemse onderneming schriftelijk de verzekering had gegeven, dat het spul alleen voor vreedzame doeleinden (bestrijdingsiddel in de landbouw) gebruikt zou worden.
Twijfels
Zodra daarover, ondanks die schriftelijke garantie, twijfels bij Melchemie rezen, zijn de chemicaliën teruggehaald.
Daarmee is volgens Melchemie onomstotelijk vast komen te staan dat het spul nimmer voor oorlogsvoering is gebruikt. Volgens de directie van de handelsonderneming kan Melchemie hoogstens worden verweten dat zij onopzettelijk een overtreding heeft begaan door zonder
exportvergunning chemicaliën aan Irak te leveren.
De zaak rond Melchemie kwam aan het rollen toen de Amerikaanse inlichtingendienst CIA de Nederlandse regering in 1984 tipte over een ophanden zijnde levering door de Arnhemse onderneming van chemicaliën aan Irak. Volgens de CIA zou het spul als bestrijdingsmiddel worden uitgevoerd, maar in werkelijkheid zouden de chemicaliën in enkele pas gebouwde fabriekjes in Irak gebruikt worden voor de produktie van zenuwgassen voor de oorlog tegen Iran.
In totaal leverde Melchemie tussen november 1984 en januari 1985 ruim 20.0000 kilo fosforoxychloride aan Irak. Deze stof mag alleen met vergunning van de regering worden uitgevoerd. De levering vond plaats via een onderneming in Italië.
In maart vorig jaar startte het justitieel onderzoek tegen Melchemie na een politie-inval bij het bedrijf, waarbij vrijwel de volledige administratie in beslag werd genomen.
Geen genoegen
De Arnhemse politierechter mr. H. Collewijn zei tijdens de strafzaak tegen Melchemie dat het bedrijf nooit genoegen had mogen nemen met de garantie van Irak dat de chemicaliën alleen voor vreedzame doeleinden gebruikt zouden worden. De politierechter verweet het bedrijf opzettelijk handelen in strijd met het uitvoerbesluit strategische goederen.
„De onmenselijkheid die spreekt uit deze handel" was voor mr. Collewijn
aanleiding om zwaarder te vonnissen dan officier van Justitie mr. P.
Tideman had geëist. De officier vorderde twee weken geleden een boete
van 160.000 gulden, waarvan 100.000 voorwaardelijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 september 1986
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 september 1986
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's