Wie wetenschap vermeerdert.....
„Zelfs genetici ontkomen er dus niet altijd aan de gevaren en mogeliijkheden van hun resultaten scheef te trekken. Zij zijn ook maar gewone mensen, met hun eigen levensovertuigingen en wereldbeschouwingen, waar al die ontdekkingen hun juiste plaatsje in moeten verwerven". Deze passage uit het hieronder besproken boek „Operatie Supermens" van dr. W. J. Ouweneel is typerend voor de opzet ervan.
Het gaat over de resultaten die met name het genetisch onderzoek (erfelijkheidsonderzoek) levert. Wat doet men met die gegevens? De schrijver zelf verricht zuiver wetenschappelijk onderzoek, dus niet met bijv. commerciële doelstellingen. Dat neemt niet weg dat zijn werk door hemzelf of door anderen gebruikt kan worden om een bepaalde theorie of overtuiging te onderbouwen.
WAARDEN
Het werken met resultaten van onderzoek is namelijk nooit waardevrij. Ken voorbeeld kan dit verduidelijken. Degenen die het opwekken van energie door kernsplitsing ontdekten hebben dit zuiver wetenschappelijk bestudeerd. Daarna bleek toepassing in de praktijk mogelijk en wenselijk.
In eerste instantie is wellicht alleen gedacht aan "vreedzame toepassing", maar het atoomwapen bleek alras een tweede mogelijkheid. Niet de onderzoekers zelf maar anderen stimuleerden de ontwikkeling van deze wapens. Weer andere instanties gaven opdracht tot het gebruik, terwijl er zeker personen geweest zijn die alleen aan „afschrikken door dreigen" gedacht hebben.
KIEZEN
Op diverse plaatsen in dit proces zijn dus beslissingen genomen. Beslissingen neemt men niet objectief, maar vanuit een bepaalde achtergrond, men KIEST. Het maken van een keuze is gebonden aan een norm. Het gebruik maken van de resultaten van welk onderzoek dan ook is dan een ethisch probleem: wanneer wel en wanneer niet en waarom wel of waarom niet?
Het is nu van belang waaraan men die normen ontleent. Liggen die, naar onze overtuiging in de mens of buiten de mens? Gaan wij uit van een levensbeschouwing waarin de mens autonoom is, of is hij gebonden aan de normen van een Ander, van God. Het antwoord op deze vraag zal in heel veel gevallen de bovenbedoelde keus beïnvloeden.
INFORMATIE
Ook in de biologie komen dergelijke vragen aan de orde. Een voor het publiek aansprekend voorbeeld is momenteel de oecologie, de wetenschap die zich bezighoudt met het milieu. De erfelijkheidsleer (genetica) is er een ander voorbeeld van. Eigenlijk is dit niet juist, het is meer een combinatie van de erfelijkheidsleer en de biochemie die doorstootte tot aan de grenzen van het leven.
De hoeveelheid informatie die op dit terrein „loskomt" is nauwelijks te verwerken. Het is dan ook een van de verdiensten van dit boek dat het een deel van die informatie bundelt en doorgeeft. De schrijver zal ervaren hebben dat het moeilijk is deze materie in een notendop weer te geven, hij is er ook niet altijd in geslaagd. Persoonlijk vind ik dat de methode van korte duidelijk geïllustreerde informatie tussen de tekst, als intermezzo, geplaatst verhelderend kan werken.
EVOLUTIETHEORIE
Wat doet men nu met deze informatie, hoe worden de resultaten verwerkt? Ik schreef al dat het allemaal moeilijk is bij te houden, maar een ding scheelt: men heeft een beeld van de totale puzzel waarin deze stukjes gelegd moeten worden. Voor veel biologen is dat de evolutietheorie.
Het lijkt me in dit verband wenselijk na te gaan hoe deze doorwerkt, want het valt op dat deze theorie niet binnen de grenzen van de natuurwetenschap gebleven is. „Er was reeds lang een streven om sociologie, historie en economie op natuurwetenschappelijke basis te plaatsen" (dr. R. Hooykaas Geschiedenis der natuurwetenschappen, pag. 221) en deze theorie bleek een bruikbaar fundament. Hoe groot de invloed van het evolutionistisch denken is (geweest)kunt u lezen in het zevende hoofdstuk van dit boek, met name op de filosofie en psychologie.
In het verlengde van deze wetenschappen ligt de theologie. „Het menselijk denken zal nooit meer zijn zoals het was voordat de feiten van de evolutie ons bekend werden. Met deze vooruitgang werd de mens zich bewust van zijn eigen oorsprongen". (Needham, aangehaald op pag. 212-213).
Die oorsprong had tot toen vastgestaan: God de Schepper. Nu heeft men genoeg aan de materiële wereld als het gaat om een vraag naar de oorsprong. De Bijbel stamt uit een totaal andere denkwereld dan de onze, door en door mythisch en daarom moet hij, wil hij indruk maken op de moderne mens, ontmythologiseerd worden (uit een bespreking van de moderne theologie, pag. 217) Tenslotte is er ook invloed op de politiek aan te wijzen. Ook dat wordt met verve en gedocumenteerd gedaan.
BEÏNVLOEDING
Zo zien we dat de evolutietheorie in de laatste eeuw duidelijk de levensbeschouwing en daarmee het mensbeeld heeft beïnvloed. De mens is autonoom, zelfnormerend, niet het sluitstuk van de evolutie maar wel het eerste wezen dat door zijn redelijk verstand zijn eigen evolutie kan bepalen en dan wel in positieve zin. Nu is men nog verdeeld over wat de beste weg is. Naarmate de volken meer naar elkaar toegroeien zullen de geschilpunten wegvallen. Men kan ook naar elkaar gedreven worden (milieuproblematiek - zie de rapporten aan de Club van Rome). Daarbij staat de theologen/ethici/politici een grote taak te wachten, maar zij kunnen geholpen worden door datgene wat de (natuur) wetenschap aandraagt. De genetica- biochemie brengt - we zagen het reeds - veel in, waardoor het mogelijk wordt eugenetische programma's te formuleren.
EUGENETICA
De eugenetica bestudeert de factoren die de raseigenschappen van de toekomstige generaties verbeteren of verslechteren, hetzij op lichamelijk of op geestelijk gebied Galton, geciteerd op pag. 22) Tracht men negatieve kenmerken te voorkomen, dan spreekt men over negatieve eugenese (bijv. euthanasie, therapeutische abortus, anticonceptie, genetische adviezen aan verloofden). Neemt men maatregelen die gunstige eigenschappen in de menselijke populatie mensheid) bevorderen, dan spreekt men over positieve eugenese (bijv. voortplantingsvergunningen, kunstmatige inseminatie, implantatie van eicellen, regulatie van erfelijke eigenschappen).
De problemen zijn nog groot. Zo is er nog steeds geen duidelijk zicht op de rol die het milieu speelt. Dat is voor de beïnvloeding van de intelligentie en voor het al of niet erfelijk zijn van de intelligentie van groot belang.
Een ander probleem is het gezin. De gezinsstructuur heeft conservatieve tendensen en is dus niet de optimale eenheid om te beïnvloeden en bovengenoemde technieken toe te passen. Wie gezin zegt, heeft tevens vragen over het huwelijk. Daarnaast zijn er nog vele „technische" problemen. Het doel der maatschappijhervormers staat echter vast. Laat ik de oplossing geven van hen die de theologie niet geheel over boord hebben gezet: een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont.
VRAGEN
Als titel voor dit artikel koos ik een woord van Salomo: „Wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart". Wie het hierboven geschetste heeft gelezen, kan zich afvragen wat hij met dit alles moet doen. Moet men daar nu kennis van nemen? Welke antwoorden zijn er te geven? Is dit alles - als men zich erin verdiept - geen kwelling des geestes?
Een aantal van de hierboven genoemde processen zijn echter dermate bekend geworden, dat men moeilijk kan ontkennen ervan te weten. Als voorbeeld noem ik abortus (overigens te zeer (te?) genuanceerd besproken door O.) en euthanasie. Daarbij komt - en dat kan men uit het bovenstaande reeds opmaken - dat in een democratie ook aan de kiezer de mening over deze problematiek gevraagd kan (zal) worden. De abortuskwestie kan nu al een kabinetscrisis ten gevolge hebben.
HET BOEK
Het boek van Ouweneel kan u helpen de antwoorden te vinden - Bijbelse antwoorden wel te verstaan. Misschien is het op vaktechnisch gebied hier en daar te moeilijk, op ethisch terrein krijgt u waar voor uw geld. In het eerste hoofdstuk wordt het probleem van geloof en (natuurwetenschap aangesneden. Dit hoofdstuk is belangrijk voor deze studie, omdat het „vertrekpunt" van de schrijver aangeeft: christen-bioloog.
In het zevende hoofdstuk wordt de invloed van de evolutietheorie op de geesteswetenschappen besproken. Die invloed komt wel in een ander kader te staan als men de hoofdstukken vijf en zes leest.
In hoofdstuk vijf worden een aantal argumenten tegen de evolutietheorie aangevoerd in hoofdstuk zes worden de „bewijzen" van de afstamming van de mens kritisch doorgelicht en in wezen naar het rijk der fabelen verwezen. Dit alles - het hele boek trouwens - is evenwichtig geformuleerd en geschraagd door zo'n grote hoeveelheid aangehaalde literatuur, zowel van „vriend" als van „vijand" dat men Ouweneel moeilijk eenzijdige of oppervlakkige kennis kan verwijten.
GRENZEN?
De hoofdstukken twee, drie en vier behandelen de achtergronden en technieken die ten grondslag liggen aan de eugenetica. Zij zijn met het enthousiasme van de man die van zijn vak houdt geschreven. Hierover maakte ik al een opmerking wat betreft de begrijpelijkheid.
Er is nog een vraag blijven hangen: is Ouweneel soms niet te enthousiast? 't Viel me tenminste op dat wel geschreven wordt over de verhouding geloof-natuurwetenschap (hoofdstuk 1), maar dat voor de wetenschapper zelf niet over grenzen wordt gesproken. Juist op het gebied van de genmanipulatie (beïnvloeden, vervangen en aanvullen van genetisch materiaal) is de laatste tijd heel wat te doen. Ik mis bijv. de Bergverklaring - een oproep om vrijwillig af te zien van bepaalde experimenten.
Een andere indicatie voor mijn gedachte is de opmerking waarmee ik dit artikel opende. Zij volgt op: een nogal bitse uitval over Shapiro die zijn loopbaan opgaf... omdat er in de V.S. toch alleen maar verwerpelijk gebruik kan worden gemaakt van de wetenschap... (citaat uit VU-magazine mei 1975) Dat „in de V.S." laat ik voor zijn rekening, lees er echter „de mens" voor en er is stof voor een aanvulling op dit boek.
Ouweneel tracht zijn kennis in een Bijbels kader te zetten. Hij beziet vanuit Gods Woord al deze zaken en legt de vinger bij de wonde plek, maar dat niet alleen, hij snijdt die wond uit en geeft er zalf voor. Ook dan blijven er nog vragen over; dat wordt niet ontkend, maar dan kan men wel - voorzover een mens dat kan - rekenschap geven van het rentmeesterschap.
SLOTOPMERKING
De volgorde van de hoofdstukken is m.i. niet geheel logisch. Zoals ze nu gerangschikt zijn, valt er een scheiding tussen de hoofdstukken vier en vijf. De uitvoering van het boek is uitstekend om niet te zeggen luxe, een wat duurzamere omslag was dan ook wel op zijn plaats geweest. Graag bracht ik dit boek onder uw aandacht. Er zijn kanttekeningen te maken, maar ze wegen niet op tegen het vele goede dat het boek brengt.
N.a.v. Operatie supermens van dr. W. J. Ouweneel. Uitg. Buijten en Schipperheijn, Amstedam/ De Vuurbaak, Groningen, 1975, 269 pag., prijs ƒ 29,75.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1975
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1975
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's