Folkloristisch feest resulteert in ontwikkelingshulp

Dat zijn de plannen in Raalte, zo viel gisteren tijdens een persconferentie te beluisteren.
De aanleiding voor deze vorm van ontwikkelingssamenwerking die van een plaatselijk evenement uitgroeit tot een landelijke actie, is een al honderden jaren bestaand folkloristisch oogstfeest. Men noemt dat feest in het West-Overijsselse plaatsje Raalte het „stöppelhaene-feest". 
Aan het eind van de oogstperiode vieren de boeren groot feest als het laatste stukje rogge was gemaaid en de vrouwen met tinnen jenever het land opkwamen om het eens goed te vieren. De maaiers mochten zoveel drinken als ze op konden, voor de bindsters was er iets „zeutigs". 
Wat vroeger vooral op de boerderijen zelf werd gevierd, werd sinds 1951 gezamenlijk gevierd op het marktplein in Raalte met een groot aantal festiviteiten, waaronder het aanbieden van een symbolische oogstgave aan meneer pastoor en de dominee.

Vroeger was deze oogstgave ook bedoeld als een geste van de boeren die een rijke oogst hadden, voor de boeren die niet zo'n beste zomer hadden gehad. Thans is het 25ste Stöppelhaenefeest in voorbereiding en ter 'gelegenheid van dit jubileum werd meteen maar even verder gedacht aan de voedselvoorziening in de gehele wereld. Men zocht contact met ir. Boerma van de voedselorganisatie van de UNO, deze vestigde de aandacht op Gambia, in Raalte wist men de drie Nederlandse bakkersbonden mee te krijgen en de gezamenlijke Nederlandse meelfabrikanten die zich garant stelden voor de kosten van fabricage van de te verspreiden zakjes siermaïszaad en de distributie daarvan onder 4000 bakkers.

HALF MILJOEN

In de week van 20 tot 26 augustus gaat het dus gebeuren. De bedoeling is dat iedere bakker 100 zakjes zal slijten aan de huisvrouwen; dat zou een opbrengst beloven van 400.000 gulden en in Raalte hoopt men dat er misschien wel een half miljoen gulden uit komt rollen. Als het geld binnen is, komt ir. Boerma naar Raalte om het geld in ontvangst te nemen en tevens wordt dan het precieze project bekendgemaakt. Momenteel heeft met het Gambiaanse ministerie van landbouw overleg plaats welk project men zal kiezen.
Tijdens de persconferentie vertelde comité-voorzitter drs. W. M. Zuidwijk, burgemeester van Raalte dat het oogstfeest van oorsprong een religieus getint dankfeest is dat nu is aangegrepen om de aandacht op de wereldvoedselsituatie te richten.

De Gambiaanse ambassadeur Ebou Momar Taal sprak zijn blijdschap over deze actie uit en vertelde voorts dat men in Gambia (een half miljoen inwoners) dat een vooral agrarisch land is, te kampen heeft met problemen van een tekort aan moderne landbouwmachines, de veredeling van de graansoorten en de irrigatie van water. Gambia brengt vooral aardnoten, rijst, gierst en serghus voort naast mais, cassave en katoen. 
Momenteel wordt nog steeds honger geleden in dit kleine landje als aan het eind van de droge (winter)periode de oogstvoorraden totaal verbruikt zijn. De landbouwpolitiek is er op gericht dat men zoveel voedsel zal produceren dat men de inwoners het gehele jaar door te eten kan geven en dat men wellicht in de toekomst zelfs kan exporteren om de zwakke economie sterker te maken. Sinds de tien jaar dat Gambia onafhankelijk is, is er nog nooit revolutie geweest. Er is een op het Engelse partijensysteem gebaseerde vorm van democratie, het leger bestaat uit ongeveer 200-300 politie-agenten en grensbewakingstroepen annex muziekkapel en 80 procent van de bewoners is Islamitisch. De overige 20 procent is aanhanger van de oorspronkelijke Afrikaanse riten (animisme).

„GRAAN DOET LEVEN"

De landelijke actie die momenteel gevoerd gaat worden onder de leus „Graan doet leven als u wilt geven", heeft tot nu toe al honderden positieve reacties opgeleverd. Men hoopt dat alle Nederlandse bakkers hun medewerking zullen geven. 
Een zakje siermaïszaad kost een gulden, voor de consument. De kostprijs van dat zak je bedraagt ƒ0,20 zodat ƒ0,80 per zakje naar Gambia kan gaan. 
Verder heeft een reclamebureau belangeloos meegewerkt, wordt allerlei arbeid rondom deze actie ook belangeloos gedaan, kortom: zoveel mogelijk geld zal naar Gambia gaan.

Tijdens de persconferentie was ook een ontwikkelingswerker aanwezig die met verlof in Nederland is. Deze, de heer Ter Vrugt, is landbouwdeskundige bij een Gambiaans landbouwveredelingslaboratorium. Hij vertelde hoe nodig het Is dat er geld heen gaat omdat men in Gambia eenvoudigweg de middelen en de kermis niet heeft om ook maar iets te doen. 
Met het geld zou b.v. een deskundige betaald kunnen worden die een aantal jaren broodnodige voorlichting geeft of onderzoek verricht. Wel pleitte de heer Ter Vrugt er voor dat het geld niet zomaar in een groot fonds van de FAO verdwijnt, maar concreet in een direct omlijnd project gestoken wordt. 
Als vanuit Raalte direct een project begeleid zou kunnen worden, vermijdt men bovendien de inefficiëntie die eigen is aan heel grote organisaties zoals de FAO.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen