Kleine apartheid verwerpelijk thuislandenbeleid is positief
Oud-burgemeester Boot terug uit Z^Afrika
,,Het moet de gehele wereld op ondubbelzinnige wijze duidelijk worden gemaakt dat Zuid-Afrika bezig is vrijwUig afstand te doen van grondgebieden met talrijke bodemschatten om daarmee onafhankelijke thuislanden te vormen. Dit verklaarde J. J. G. Boot, oud-burgemeester van Hilversum, aan het einde van een rondreis van drie maanden tijdens een persconferentie in Johannesburg.
Vanmorgen werd de heer Boot, bestuurslid van het Nederlandse Comité Zuid-Afrika (COZA), pp Schiphol terugverwacht. In Johannesburg verklaarde hij: „Zulke veranderingen (stichting van thuislanden red.) waarbij zoveel grond wordt afgestaan, moeten gewoonlijk door middel van oorlogen worden bewerkstelligd. Daarvan is hier geen sprake. De vrijkomende gebieden worden gebruikt voor een harmonieus samenleven van andere mensen".
Gematigde kritiek
Oud-burgemeester Boot (74 jaar), die hiermee doelde op de tien verschillende Bantoevolken in de Republiek, heeft Zuid-Afrika voor het eerst in 1970/71 bezocht.
Hij beschreef daarna zijn indrukken in een boekwerkje, waarin hij zich keerde tegen de zgn. kleine aparheid (de thans verminderende discriminatie van niet-blanken in de steden), maar zich reeds voorstander toonde van de afzonderlijke ontwikkeling van de thuislanden. Zijn tweede bezoek aan Zuid-Afrika begon in oktober j.l. en is dus nu geëindigd. De heer Boot heeft aangekondigd opnieuw een boek over het zo fel aangevochten land van onze stamverwanten te zullen schrijven.
In de Afrikaanstalige pers wordt hij „een van Zuid-Afrika's grootste vrienden in Nederland" genoemd. Niettemin behoudt de heer Boot zich de nodige kritiek voor. Dit blijkt al uit zijn uitlatingen: „Het is mij opgevallen, dat de Zuidafrikaanse regering in de afgelopen drie jaar meer vorderingen heeft gemaakt dan in de laatste dertig jaar. Maar het zou beter zijn geweest, als deze vooruitgang al eerder een feit was geworden".
„Job-reservation
Met het oog op zijn nieuwe boek heeft de heer Boot tijdens zijn tweede bezoek aan de republiek tal van gesprekken gevoerd met leiders van de verschillende bevolkingsgroepen. Voor zijn terugkeer naar Nederland heeft hij gezegd, dat hij evenals in zijn eerste boek weer objectief wil schrijven en ook kritiek zal leveren, waar hij meent, dat deze gerechtvaardigd is.
„Ik wil wel duidelijk vaststellen, dat welke kritiek van mijn kant ook, moet worden gezien als de kritiek van een vriend", aldus de voormalig eerste burger van Hilversum. De heer Boot vertelde, dat hij met verscheidene mensen gesproken heeft over „werkafbakening" (ook wel bekend als „job-reservation", het voorbehouden van bepaalde functies voor blanken).
Hij is er nu van overtuigd, dat deze vorm van achterstelling van niet-blanken binnen enkele jaren niet meer zal bestaan. ,,Ik vind ook, dat alle soorten „kleine apartheid", die geen zin hebben, moeten worden afgeschaft. Dit zal stellig indruk maken op de buitenwereld", zei hij.
De heer Boot noemde een voorbeeld van zinloze discriminatie: een zwarte werknemer vergezelde hem op weg naar een fabriek en wees hem daar op de afzonderlijke ingangen voor blanken en niet-blanken. Dit gebruik is volgens hem onnodig, als men in aanmerking neemt, dat blank en zwart, nadat zij aparte deuren hebben gepasseerd, naast elkaar staan te werken.
Over het plurale ontwikkelingsbeleid zei de oud-burgemeester: ,,De regering zal dringend aandacht moeten besteden aan de thuislanden, die uit los verspreide stukken grondgebied bestaan. Het is uiterst noodzakelijk, dat de mensen geholpen worden, zodat hun gebieden een eenheid vormen".
Oude vriendschap
Ondanks alle kritiek verklaarde de heer Boot naar Nederland te zullen terugkeren met de wetenschap, dat zijn vriendschap voor Zuid-Afrika onveranderd is gebleven. „Ik hoop ook, dat Zuid-Afrika in toenemende mate in het buitenland zal worden ,,verkocht" om de mensen daar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen hier te lande", zei hij.
De reden, waarom hij zo'n groot vriend van Zuid-Afrika is geworden, noemde de op 12 december 1902 in Haarlemmermeer geboren Joost Johannes Gerardus Boot het feit, dat hij al van kindsbeen af belangstelt in dit land.
„De laatste stoot gaf echter de hulp, die de Wereldraad van kerken aan terroristen verleent. Dit heeft mij zó aangegrepen, dat ik al het mogelijke zal doen om Zuid-Afrika te helpen", aldus de heer Boot.
Protest COZA
In het afgelopen jaar heeft de oudburgemeester uit eigen middelen in het anti-Zuidafrikaans gezinde dagblad Trouw een advertentie van ƒ 10.000 geplaatst. Daarin werd vermeld, dat Zuid-Afrika steun verdient voor de wijze waarop het geweld vermijdt, en langs lijnen van geleidelijkheid orde op zaken stelt.
Het reeds genoemde Comité Overleg Zuid-Afrika (COZA), dat daarna uit bevriende organisaties en werkgroepen (NZAW, Geen Kerkgeld voor geweld, OSL e.a.) werd gevormd, is onder leiding van de heer Boot eveneens in actie gekomen.
In sterke bewoordingen richtte het COZA in het najaar een protestbrief tegen de hetze tegen het broedervolk in Afrika aan kerken, scholen en overheidspersonen in Nederland. In dit manifest werd o.m. gezegd, dat Nederlanders moeten ophouden het „zwarte racisme" in Zuid-Afrika aan te moedigen, omdat daardoor het optreden van gematigde zwarte en bruine mensen als bruggenbouwers tussen blank en gekleurd onmogelijk wordt gemaakt". Oud-burgemeester Boot van Hilversum wil een poging doen de ongenuanceerde anti-stemming tegen de Zuidafrikaanse binnenlandse politiek te doorbreken. Of hij daarin zal slagen?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1977
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1977
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's