Jezus als barmhartige Hogepriester centraal
Ouweneel over Hebreeënbrief
VAASSEN — Sommige wetenschappers zijn niet alleen begiftigd met een groot verstand, maar bezitten tevens een geweldig grote werklust. Een van die wetenschappers is dr. W. J, Ouweneel. Zoals ons bekend zal zijn, zijn er zeer vele boeken reeds van zijn hand verschenen. Een deel van deze boeken heeft betrekking op het grensgebied van Bijbel en wetenschap, een ander deel heeft tot doel de Schrift uit te leggen en voor de bijbellezer begrijpelijk te maken.
Het boek dat wij nu voor u aankondigen behoort tot de laatste categorie en draagt als titel: „Wij zien Jezus". Ofschoon niet met zoveel woorden aangegeven zal deze titel vermoedelijk ontleend zijn aan Hebreeën 2:9 waar wij onder andere lezen: „Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond". De bedoeling van de auteur is in deze uitleg over de Hebreeënbrief wel duidelijk, want hij stelt Jezus als „de Barmhartige Hogepriester" centraal.
Ten geleide
In zijn „ten geleide" stelt Ouweneel, dat de brief aan de Hebreeën een van de verhevenste maar ook een van de moeilijkste boeken van het Nieuwe Testament is. Deze brief is zeer verheven omdat hij ons Christus toont zowel in de staat van Zijn vernedering als in de staat van Zijn verhoging. Breedvoerig wordt ons de Persoon van de Barmhartige Hogepriester beschreven in Zijn Godheid en in Zijn mensheid, in Zijn eeuwige heerlijkheden en in Zijn ambtelijke heerlijkheden als mens op aarde en nu óók in de hemel.
De moeilijkheid van deze brief ligt volgens de auteur in het feit, dat het diep ingaat op de geschiedenissen en de Israëlitische offerdienst in het Oude Testament. Het dringt ver door in de geheimen van Gods plannen, in de zegeningen van de kinderen Gods en in de heerlijkheden van Jezus Christus. Wij zijn het dan ook met de schrijver hartelijk eens, wanneer hij zegt, dat het licht van Gods Geest ons in deze verborgenheden moet leiden. Ontbreekt ons de Geest Gods, zo zullen wij er niets van verstaan. Dat geldt echter niet alleen voor de brief aan de Hebreeën, doch voor de gehele Schrift.
Indeling
Het boek „Wij zien Jezus" is fris van opzet. Na een uitvoerige inleiding over de schrijver van de brief aan de Hebreeën waarbij Ouweneel de patres en de reformatoren laat spreken, volgen vijf studies over Hebreeën 1-8:13. Iedere bijbelstudie bestaat eigenlijk uit twee gedeelten. Bij ieder bijbelgedeelte wordt eerst een eenvoudige uitleg gegeven in punten en overzichten, die zo eenvoudig mogelijk de verschillende samenhangen en betekenissen laten zien. Ten tweede geeft de schrijver een grondiger uitleg waarbij hij vooral de grondtekst (het Grieks) laat spreken.
Aan iedere studie gaat een tiental vragen vooraf, die bijvoorbeeld in bijbelkringen of in persoonlijk bijbelonderzoek kunnen worden bestudeerd. Het is wel de bedoeling, dat men eerst zelf de Schrift grondig leest.
Inhoud
Wat de uitleg van de bijbelstudies betreft kan men van mening verschillen. Inzake de uitleg van Hebreeën 4 vers 10 volgen wij liever de uitleg van Calvijn en Grosheide dan die van Ouweneel. Wel konden wij ten zeerste instemmen met de uitleg over de schaduwdienst in Israël. Bij vrijwel alle bijbelstudies vroegen wij ons echter af wat Ouweneel toch bedoelt met het 1000-jarig vrederijk?
Ziet hij dit chronologisch zoals ook Wilh. á Brakel dit doet in zijn „Redelijke Godsdienst" en wij dit min of meer ook bij Augustinus aantreffen? Of volgt Ouweneel hierin de reformatoren en de meesten van de nadere reformatoren die dit duizendjarig rijk ingezet zien met de komst van Christus op aarde óf met de uitstorting van de Heilige Geest? Wat dat betreft had de schrijver in dit boek wel duidelijker kunnen zijn. Op bladzijde 26 tendeert het naar chronologie. Wanneer dit juist is, zijn wij het met de schrijver niet eens.
Eindoordeel
Wij hebben in deze „bijbelstudies" veel goeds gelezen. Om Wie het uiteindelijk gaat in de brief aan de Hebreeën namelijk „de Barmhartige Hogepriester" komt heel duidelijk naai voren. In vergelijking met het commentaar van Calvijn is het echter wat vlak, ofschoon zéker niet oppervlakkig. Calvijn laat in zijn commentaar meer horen van het werk des Geestes zowel in het persoonlijk leven als in de grote verbanden.
Wat wij erg jammer hebben gevonden in deze uitgave is, dat de auteur als vertaling heeft gebruikt het manuscript van de vijfde druk van de zogenaamde Voorhoeve-vertaling van het Nieuwe Testament. Wij voor ons hadden liever de Statenvertaling gebruikt. Ook de naam „Heer" in plaat: van „Heere" vonden wij storend.
Met onderscheiding te werk gaande zal men van dit boek gebruik kunnen maken. Wij willen u tenslotte niet verhelen, dat het geheel een keurig verzorgde indruk maakt.
N.a.v. „Wij zien Jezus", door dr. W. J. Ouweneel, deel I, uitgeverij H. Medema; Postbus 113, 8170 AC Vaassen; prijs ƒ 37,50-120 pagina's.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1982
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1982
Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's