Hervormde kerk Renswoude nauw verwant met kasteel
RENSWOUDE — Het kerkgebouw van de hervormde gemeente te Renswoude is in meerdere opzichten een minder alledaags gebouw. Zo staat het niet, zoals zoveel oude kerken, in het centrum van het dorp. De hoofdingang is zelfs van het dorp afgekeerd. De koepelkerk valt bovendien op door zijn bouwwijze. Een duik in de historie, een blik in de kerk en een verkenning van de omgeving geven enige opheldering.
Wie met het laatste begint komt tot de ontdekking dat men vanuit het dorp bij de achterkant van de kerk uitkomt. Men kijkt dan tegen de in 1855 niet zo fraai aangebouwde consistorie aan. Op zoek naar de hoofdingang komt men aan de andere kant uit. En vanaf de voorzijde van de kerk vormt een mooie bomenlaan de verbinding tussen de kerk en de toegang tot de kasteeltuin. De historie van de kerk leidt dus naar het kasteel van Renswoude en dat wordt bevestigd door het wapen boven de hoofdingang van de kerk. Op de wapensteen zien we het gecombineerde wapen van Van Reede/Van Eeden en daaronder het ordeteken van de Conincklijcke Deenmarckse Ordre van den Oliphant, samen met het jaartal 1639. Johan Baron van Reede, die destijds het kasteel bewoonde, werd met die orde vereerd nadat hij ons land aan het Deense hof als ambassadeur had vertegenwoordigd.
Bouw
Dat zijn familiewapen en ordeteken op de kerk prijken geeft alle aanleiding te veronderstellen dat hij met de bouw van de kerk, die in 1641 werd voltooid, te maken heeft gehad. En dat is juist. Heer Johan van Reede kreeg het in 1638 voor de Renswoudenaren voor elkaar om van de staten van Utrecht toestemming te krijgen voor het stichten van een eigen kerkgebouw. De heer van Scherpenzeel protesteerde hevig, want de bewoners van Renswoude en de buurtschap Emmikhuizen behoorden bij de kerk van Scherpenzeel en zorgden zo ook voor de nodige kerkelijke bijdragen. Maar Gedeputeerde Staten van Utrecht namen in overweging dat er „van oudts geen kercke geweest, noch althans niet en is. Ja dat die van Renswoude altijt tot Scherpenzeel hebben te kercke gegaen". En in Scherpenzeel was men van de „Paepsche Roomsche Religie" terwijl die van Renswoude van de „Christelijk Gereformeerde Religie" waren. Bovendien zal het feit dat Johan van Reede zelf statenlid van Utrecht was in dit verband ook wel meer dan een bijkomstigheid geweest zijn.
Rouwborden
In de kerk valt naast de zwarte rouwborden aan de wanden een wit marmeren steen op. Ook daaruit blijkt de verbondenheid van de baron met de kerk door de eeuwen heen. Johan Baron van Reede wordt daarop als bouwer en eerste eigenaar van de kerk genoemd. Dezelfde steen vermeldt dat Maximiliaan Jacob Leonard Baron Taets van Amerongen in 1922 afstand deed van alle rechten en het gebouw overdroeg aan de kerkelijke gemeente. De rouwborden langs de wanden werden opgehangen bij het overlijden van verschillende adellijke personen.
Hun stoffelijke overschotten werden bijgezet in de grafkelder die zich onder de kerk bevindt. Vroeger mocht men ook in de kerk begraven en daarvan getuigen naast de borden ook verschillende grafstenen. Toen Napoleon dat in 1811 verbood maakte men voor de grafkelder aan de buitenkant van de kerk een ingang, die aan de noordkant van de kerk zichtbaar is. De grafkelder is als zodanig ook nu nog in gebruik bij de familie Taets van Amerongen.
Koepel
Wie in de kerk tegen het ongeveer 26 meter hoge plafond van de binnenkoepel aankijkt ziet een achttal prachtig geschilderde wapens. Alle herinneren ze aan personen of instellingen die schenkingen deden ten tijde van de bouw. Een tweede serie wapens, die veel lager in de koepel is aangebracht, herinnert eveneens aan vorstelijke personen die Johan van Reede op een of andere manier hebben geholpen. Wat de koepel vorm van het dak betreft lezen we in „Hooge en vrije Heerlijkheid van Renswoude en Emmickhuysen" door M. J. L. Baron Taets van Amerongen: „Verder wordt nog aan de overlevering toegevoegd dat als voorwaarde door den Koning (dat zou dan Karel I van Engeland geweest moeten zijn) werd gesteld, dat de kerk naar het model van één der Londensche kerken zou worden gebouwd. Hiervoor zou de bekende St. Paul's Cathedral zijn gekozen, die wederom eene reproductie der San Piëtro te Rome zou zijn. In elk geval doet de bouworde sterk aan de kerken der Italiaansche renaissance denken". Dat laatste is zeker waar maar van de waarheid van de eerste overlevering is niet iedereen overtuigd. Men acht het namelijk niet uitgesloten dat de beroemde Jacob van Campen achter de architectuur van de kerk zit. Zekerheid daarover bestaat echter evenmin.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1985
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's