Niet iedereen mag Schotse ruitrok dragen
Geen Scotsman, maar Engelsman was uitvinder van woHen kilt
„I am sorry. There is no clan Smith, sir", klii^kt het spijtig met markant Schots accent. Vreemd, denk ik. Smith is de meest voorkomende naam in Schotland. Vormen de dragers daarvan geen clan? De verkoopster van de Edinburghse tartanshop heeft blijkbaar meer van dat soort klanten gehad en wijst naar een rij kilts in een kledingrek. „There is the Smith tartan". De mannelijke Smiths kunnen opgelucht ademhalen. Ze worden niet beschouwd als een aparte stam, maar ze kunnen wel een rok (of liever een rokkostuum) in de eigen ruitstof passen. Ik waag me daar niet aan en zoek —angstvallig de plooirokjes mijdend— in 'mijn' kleuren een stropdas... De mannelijke Schotten uiten hun sterk nationale bewustzijn in het dragen van de kilt. Men ziet ze ermee op een doordeweekse dag op straat. In restaurants wordt men bediend door kiltdragers. Veelal trekken de Schotten echter de klerenkast open om op hoogtijdagen de wollen rok te voorschijn te halen.
De kilt heeft een lange geschiedenis. Jarenlang was het volksdracht nummer een. Veel chauvinistische Schotse emigranten namen hun tartan mee en banden de kilt in hun nieuwe thuisland niet uit. Dit droeg bij tot de populariteit van de ruit. Plantage-eigenaars in Jamaica hielden ervan hun slaven in tartan te kleden. Dat maakte het gemakkelijker hen te vangen als ze zouden ontsnappen... Dit najaar zal de kilt niet alleen door Schotten worden gedragen. Ook in Nederland staan het komende seizoen ruitdessins centraal. Dat geldt zowel de —nauwelijks zichtbare— grote ruiten als de meer opvallende ruitjes, die in de verte ontleend lijken aan de Schotse ruit. De vraag rijst evenwel wie het recht heeft tartankleding te dragen en wie als 'beunhaas' moet worden aangemerkt. Het dragen van de Schotse ruit is namelijk aan enkele —eeuwenoude— regels gebonden...
Stokoud
Wanneer voor het eerst de tartan gedragen werd, is onbekend, maar de Schotj -mo De Highland dress. se ruit is eeuwenoud. Bij opgravingen zijn stokoude stukjes stof gevonden in kleurige ruitdessins. Het woord "tartan" is waarschijnlijk afkomstig van het Franse "tiretaine" en werd aanvankelijk gebruikt om in plaats van een patroon een type kledingstuk aan te duiden. Uit oude kronieken valt op te maken dat reeds in de elfde eeuw Schotten en Ieren ten strijde trokken in een "l'eine chroich", een lang hemd dat tot even boven de knie reikte. Bij de Ieren was er sprake van een zeker dessin, dat bepaald werd door de rang die de drager bekleedde.
In later tijden verschenen berichten van verbaasde reizigers die de 'beschaafde wereld' wisten te vertellen dat Schotten, ondanks het gure khmaat, slechts spaarzaam gekleed gingen, en wel in een doek, die het been van de dij tot onder de knie onbedekt liet. Die doek moet de "belted plaid" (of breacan-feile), de voorloper van de huidige kilt, zijn geweest.
's Lands meest befaamde kledingstuk is niet meer dan een geruite plaid, met plooien achter en voor een overslag. Het 'aantrekken' van de lap stof had bijna iets weg van een ritueel. De lap, ongeveer 4,5 bij 1,5 meter, werd door de Scotsman over zijn riem op de grond gelegd. Hijzelf ging er bovenop liggen en zorgde ervoor dat de rand van de stof tot in zijn knieholten kwam. Dan sloeg hij het onderste deel van de plaid rond zijn bovenbenen en bond dit met de riem om zijn middel. Vervolgens stond de Hooglander op. Hierdoor viel het bovenste, iets langere stuk om de riem heen omlaag en wapperde het als een brede ,•. vo staart (de "tail") achter hem aan. De Schot plooide de stof en... that's it!
Uitvinder
Boven de plaid, die meestal van een donkere, camouflerende kleur was, werd een linnen jasje gedragen en bij guur weer sloeg men de tail als een soort cape om de schouder. Te velde deed de plaid ook nog dienst als slaapzak. Het was een tijd van armoede, de wol was schaars en het linnen moest uit Ierland ingevoerd worden. Vandaar dat het kledingstuk dagelijks voor zo veel mogelijk doeleinden gebruikt werd.
In de zeventiende eeuw braken er kennelijk betere tijden aan, want een van de weinige waaghalzen die dit 'barbarenland' durfden te bezoeken, schrijft in 1618: „Hun kledij bestaat uit schoenen met zolen uit één stuk en kousen van een warme stof in verschillende kleuren, die zij tartan noemen. De meesten van hen dragen geen broek, en hun voorvaderen al evenmin, maar een wambuis van dezelfde stof als hun kousen, met over de schouder een plaid, dat is een mantel in verschillende kleuren, veel fijner en lichter van stof dan de kousen, op hun hoofd een blauwe muts, een gebreide doek om hun hals".
Voor mensen die binnen moesten werken was deze dracht —het leek meer op een overjas— minder geschikt. Wilde men zich iets luchtiger kleden, dan was men verplicht zich geheel te ontkleden. Een zekere Rawlinson, een Engelsman (!) die in Lochaber een gieterij runde, wordt over het algemeen de uitvinder genoemd van de kilt zoals wij die kennen. Als drager van de "belted plaid" meende hij dat het kledingstuk verbeterd kon worden als de bovenste helft verwijderd • werd. Hij liet een militaire kleermaker zijn idee uitvoeren.
Zoals bij veel legenden, is ook de waarheid van deze geschiedenis vertroebeld, vooral door het feit dat de kleermaker door de Schotten vaak Parkinson (uiteraard ook een Schot!) wordt genoemd. Maar hun tegenwerpingen zijn meer nationalistisch dan logisch van aard. Er is geen reden om te geloven dat de man die de noodzaak voelde de plaid te veranderen, niet de man zou zijn geweest die de kilt uitvond.
Rivaliteit
In 1745 landde Charles Edward Louis Philip Sylvester Casimir Maria Stuart, de in Italië geboren kleinzoon van de gevluchte rooms-kathoheke James II, op net eiland Eriskay in de Hebriden. De prins in ballingschap koesterde zijn hele leven een diep geworteld verlangen naar de Britse troon. Met de hulp van de jacobieten wilde hij George II ten val brengen. De val van de Stuarts, de vereniging van Schotland en Engeland in 1707 en de opstand van de jacobieten versterkten de nationalistische gevoelens onder de Schotten. De Schotse troonpretendent slaagde er daarom in ongeveer 1000 clans op de been te brengen.
In deze tijd was er sprake van een bewust gekozen dessin ("sett"). De ruit verschilde per district, maar ook per clan (familie) en "sept" (een onderafdeling van een clan). De onderlinge rivaliteit tussen de families leidde ertoe dat de tartan behalve kledingstuk ook symbool voor de claneenheid werd.
De vrouwen kleedden zich in een "airsaid", een lange (witte) plaid met zwarte, rode en blauwe strepen, die tot aan de enkels reikte en ook over het hoofd kon worden geslagen. De moderne uitvoering is een geplooide rok met een overslag aan de voorkant.
Tijdens de Burgeroorlog waren er al veel soldaten die de plaid hadden verruild voor de kilt. De geruite rok was (en is) in staat grote hoeveelheden regenwater op te nemen. Zij voelt daarbij niet nat aan of schuurt niet tegen de knieën, zoals een natte broek doet. De kilt zorgde voor koelte in de zomer en warmte in de winter. Enkele officieren droegen overigens onder hun rok een soort maillot, de "trews" (Schots voor "trousers").
Dress Acts
Met dit ongeorganiseerde leger rukte "Bonnie Prince Charhe" op ten strijde. Veel "Highlanders" waren een ter nog nooit buiten hun eigen streek geweest en een sterk heimwee maakte zich van hen meester. Charlie liet zich overhalen naar Schotland terug te keren en werd daarbij achtervolgd door de troepen van de hertog van Cumberland. In 1746, toen de opstandige jacobieten al tot Inverness waren teruggedrongen, vond bij het Culloden Moor de beslissende slag plaats. De Schotten, sterk in de minderheid, leden een zware nederlaag. De prins vluchtte —verkleed als vrouw— naar het eiland Skye en vandaar naar Frankrijk. De jacobitische opstand (een van de meest turbulente periodes uit de Schotse historie) kwam daardoor ten einde. Het dragen van wapens werd de Hooglanders in 1746 streng verboden. Een jaar later mocht zelfs cfe doedelzak niet bespeeld worden en de tartan moest volgens de "Dress Acts" verruild worden voor normale kledij. Wie zich daar niet aan hield, werd gevangen genomen of verbannen naar de overzeese gebiedsdelen. Alleen diegene die in het koninklijke leger diende was vrijgesteld van deze wettelijke bepalingen. Een van de gevolgen hiervan was dat veel Schotten dienst namen in het leger. Daarmee kwam een eind aan het bestaan van de privé-legertjes van sommige clans, maar ook aan veel oude ruitdessins. den uitsluitend lage schoenen gedragen. De kousen zijn voorzien van een kwastje. De "sgian-dubh" (dolk) treft men nog maar zelden aan; ten tijde van het wapenverbod werd hij in de rechterkous verstopt.
Maillot
De Dress Acts werden in 1782 ingetrokken, maar de tartan raakte pas een halve eeuw daarna opnieuw in zwang. Was er rond 1800 slechts een handvol patronen, in 1820 waren het er ruim 150. De Keltische wederopleving heeft veel te danken aan Sir Walter Scott. De romanschrijver, wiens werken tot de verbeelding van Hooglanders spraken, haalde koning George IV ertoe over in 1822 Schotland te bezoeken. De mollige vorst verscheen in Edinburgh gekleed in een kilt met daaronder een roze maillot!
Het enthousiasme voor het tartangebeuren werd nog groter door toedoen van de gemaal van koningin Victoria, prins Albert. Hij droeg een kilt, leerde een beetje "Gaelic" (Keltisch) en kocht Balrnoral Castle, het eerste koninklijke buitenverblijf op Schots grondgebied. De prins Uet het kasteel uitbundig decoreren met zijn zelf ontworpen familietartan, de Royal Stewart. Koningin Victoria toonde een diepgaande interesse in de folklore van Schotland en maakt verschillende schetsen van personen (vooral kinderen) in de Highland dress.
Kleurstoffen
De dessins variëren van donkere, stemmige kleurschakeringen tot vrolijker combinaties. De stof met de simpele kleurpatronen werd eeuwenlang met de hand geweven. Elke wever in een district deed grote moeite om de juiste kleuren van zijn clantartan te bewaren. Vroeger verfde men de wol met extracten van lokale planten, regelrecht uit de natuur geplukt, zoals purper en groen van heide, geel van rabarber en zwart van wortels. Beken en rivieren zorgden voor de blauwtonen. Urine diende als natuurlijk fixeermiddel.
Door de mechanisering van de textielindustrie werd de tartan op grote schaal geproduceerd en werden chemische kleurstoffen gebruikt. De clandessins —ze werden steeds kleuriger en ingewikkelder— werden ook verwerkt in andere kledingstukken dan de traditionele. Er waren heel wat clanontwerpen in onbruik geraakt, maar er werden er nog meer ontworpen. Het toerisme heeft de belangstelling voor de tartan nog meer doen toenemen en thans vormt de vervaardiging ervan een belangrijke tak van de textielindustrie.
Tegenwoordig zijn er meer dan 300 variaties op de ruit. Aan het dessin ziet men welke "Mac" men voor zich heeft. "Mac" is een deel van veel Schotse achternamen en betekent "zoon". Soms wordt het gespeld als "M" of "Mc", maar de uitspraak is altijd hetzelfde: mek. Soms wordt "son" (zoon) gebruikt in plaats van Mac en soms wordt het helemaal achterwege gelaten: MacDonald, Donaldson of Donald.
De hertog van Argyll laat —getooid in tartan— zijn persoonlijke familiewapen zien. Inveraray Castle, het kasteel op de achtergrond, staat in de steigers.
De doedelzakhlazers van het Britse leger werden uitgerust met een heirode tartan. Bezoekers van Blair Castle krijgen tekst en uitleg over de vlag van de Atholl Highlanders.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1988
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's