Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moeite met naamgeving en onderdelen van "De tijd van de verborgen God"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moeite met naamgeving en onderdelen van "De tijd van de verborgen God"

„Dr. Dingemans verbindt modern denken met bijbelse gedachten"

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DEN HAAG - Het is "In" om over de verborgen God en over Godsverduistering te schrijven. Het boek "De tijd van de verborgen God" is slechts ten dele aan dit thema gewijd. Het bevat een aantal eerder gepubliceerde voordrachten en artikelen, die aan theologie, vormingswerk, prediking, catechese en volwasseneducatie zijn gewijd.

De schrijver, ds. G. D. J. Dingemans, is hervormd kerkelijk hoogleraar in Groningen en was na zijn predikantenjaren werkzaam bij de Raad voor de catechese. Hij is bekend door verschillende publikaties die met de genoemde terreinen samenhangen. Hij is bij prof. Berkhof in Leiden gepromoveerd op "Wetmatigheid en wonder" (1974).

De acht bijdragen zijn verdeeld over drie thema's: I. De tijd van de verborgen God. II. Theologie in de tijd van de verborgen God, waarin twee hoofdstukken voorkomen over de praktische theologie. Dit middenstuk is het meest substantiële deel van het boek. Het informeert uitvoerig over allerlei opvattingen die in het buitenland worden gehuldigd over praktische theologie. Zelf gebruik ik die naam niet. Wij spreken over ambtelijke theologie, of wel: diaconiologie. Ten slotte III. Wegen door de woestijn.' Enkele voordrachten over vormingswerk en het artikel dat over homiletiek verscheen in de veertigste Postille (1988).

Naamgeving

De lezer begrijpt dat ik met de naamgeving van het boek en de onderdelen een beetje moeite heb. De verdeling onder de verschillende titels heeft iets kunstmatigs. Twee hoofdstukken uit het derde deel hebben wat theologische strekking betreft dezelfde inhoud als de eerste hoofdstukken uit deel 1, al staat er uiteraard niet precies hetzelfde in.

Mij zou als titel van het boek beter geleken hebben: In de tijd van de verborgen God.

Op deze laatste formulering heb ik kritiek. De schrijver bedoelt ermee dat we God niet direct kunnen kennen. God is de werkelijkheid achter de werkelijkheid, de onderstroom onder en achter de geschiedenis. Wij mensen zien God ineens oplichten in ons bestaan en verstaan dan de Schrift op een nieuwe wijze! Zo 'verschijnt' God ineens weer.

De gedachte die hierachter ligt is dat we God niet alleen in de Bijbel moeten zoeken. We moeten ook naar God zoeken in onze eigen tijd bij „profeten en charismatici" (bladzijde 30).

Openbaring is een "bipolair" proces. Dat wil zeggen: Wij mensen zelf moeten God opsporen fen benoemen. Wij herkennen God in onze werkelijkheid. Sommigen van ons zijn daarin sterker dan anderen. We moeten zulke charismatici en interpretatoren meer zoeken in andere culturen dan in West-Europa. Martin Luther King, Beyers Naudé, Tutu en Romero zijn profeten die ons de weg wijzen naar de bevrijdende boodschap (bladzijde 31). 

Structuur Openbaring

Omdat openbaring mede bestaat uit de benoeming van onze ervaring, spreekt Dingemans over de verborgen God. Dit lijkt ons een weinig trefzekere typering van onze tijd. Immers: als God de achtergrond van onze geschiedenis is, en alleen indirect gekend kan worden, is dat niet alleen nu aan het einde van de twintigste eeuw zo. Dan is dat de structuur van de openbaring. Die structuur is de eeuwen door gelijk, lijkt me! Wat wel verandert, zijn de gebeurtenissen en ervaringen waarvan mensen zeggen: Hier tref ik God aan.

Met dit laatste zijn we bij het voor ons onaanvaardbare van deze opvatting. We kunnen en mogen immers met de Schrift niet toe! Er is plaats voor nieuwe openbaring. In de Schrift vinden we de neerslag van wat mensen van toen als openbaring hebben geduid. Die duidingen, die interpretaties zetten ons aan het denken, maar zijn voor ons niet genoeg. Mensen moeten de partituur van God tot leven brengen. Zonder onze uitvoering van Zijn werk, zonder onze dienstverlening is God „nergens" (bladzijde 38).

Dit is de opvatting van openbaring als een relationeel gebeuren, zoals we die ook in "God met ons" aantreffen.

Synthese-positie

De schrijver ziet door het innemen van deze synthese-positie kans om heel het moderne denken en doen, te verbinden met bijbelse gedachten. Ervindt meer aanvulling plaats dan correctie. Wij hebben vooral de ethiek nodig. De eigen bijdrage vanuit het christelijk geloof is de vraag om een ethische bezinning. Die bezinning wordt niet bepaald door de vraag of men een 'persoonlijk' God belijdt (de term staat in de tekst inderdaad tussen een enkelvoudig aanhalingsteken). Criterium is of men 'persoonlijk-menselijk' handelt ten aanzien van de medemens in de geest van Jezus (bladzijde 73; zie ook bladzijden 53-61).

De schrijver komt dan tot vijf niveaus waarop theologie beoefend moet/kan worden. Geen Duplex ordo, maar een "multiplex ordo"! Binnen de algemene godsdienstwetenschappen is er plaats voor een studierichting "christelijke theologie"! (bladzijde 108 v.). Hjervan moet nog weer onderscheiden worden een ambtsopleiding welke als beroepsopleiding aan de theologische studie is gekoppeld (bladzijde 111).

Hier moet ik achter de weergave een punt zetten. Ik herinner nog eens aan het zeer informatieve en erudiete middenstuk, waarin in betrekkelijk kort bestek veel informatie wordt gegeven.

Openbaringsbegrip

De conceptie als zodanig staat of valt met het openbaringsbegrip. De schrijver verdedigt een visie op de openbaring, waarvoor onze bijdrage constituerend is. Gods openbaring hangt van onze activiteit, van onze interpretatie af. Daarmee is de zelfstandigheid van God, Zijn van ons onafhankelijk zijn vervallen. Ik besef goed dat de schrijver zegt: Zo heeft God het in vrijheid gewild. Dit verandert echter niets aan het feit dat God Zijn plaats met ons moet delen.

Dat geldt over de hele linie van geloofsleer en geloofsleven, van dogmatiek en ethiek. Hierdoor leven we inderdaad in de tijd van de verborgen God. Maar wij hebben God verborgen achter onze interpretatiemodellen.

Het stuit me tegen de borst het zo neer te schrijven. Eigenlijk vind ik deze manier van spreken over "de tijd van de verborgen God" in strijd met het geschenk dat God ons in de Bijbel geeft. Er is gebed nodig om de Geest, Die ons het Woord doet verstaan. Dan openbaart God Zich aan ons. Het is Zijn soevereine genade en tegelijk de vaste belofte aan ieder die biddend met Zijn Woord bezig is theoloog of niet-theoloog. Daarvoor is wel geloof nodig.

N.a.v. "De tijd van de verborgen God" door dr. G. D. J. Dingemans; uitg. Boekencentrum, Den Haag, 1990; 200 blz.; 28,90 gulden (paperback).

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 juli 1990

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Moeite met naamgeving en onderdelen van "De tijd van de verborgen God"

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 juli 1990

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's