Ds. P. J. van Dam doet intrede te Emmeloord

Ds. Van Dam schetste in zijn intredepredikatie Gods zoekende liefde, naar aanleiding van Ezechiël 34:11. „Het werk van de Heere is te vergelijken met de arbeid van een herder hier op aarde. De kudde is verstrooid. Een goede herder drijft de schapen weer bij elkaar. Hij zoekt net zo lang totdat hij ze alle gevonden heeft. Daarna gaat hij zijn schapen verzorgen". Zo zorgt ook de Heere voor Zijn kudde. De Heere weet, aldus ds. Van Dam, precies wat Zijn schapen nodig hebben. „Hij staat voor Zijn kerk in. Zonder deze Herder was er geen kudde meer geweest. In Hem ligt de kracht en het bestaan van de kudde". De schapen moeten zich wel gedragen zoals Hij wil. De Opperherder is ook Rechter, aldus ds. Van Dam.

Na de bevestiging en intrede werd ds. Van Dam toegesproken door ds. Th. Rutters. Namens de plaatselijke Nederlands gereformeerde kerk, waarmee gezamenlijke diensten worden belegd, sprak ds. M. H. T. Wiebenga. Ouderling Van der Wekken sprak namens kerkeraad en gemeente.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen