DSM Botlek dood door schuld verweten

De ramp ontstond doordat een mengsel van lucht en benzoëzuur explodeerde in een opslagtank. Aan die tank werden op dat moment laswerkzaamheden verricht door werknemers van een onderaannemer. Bij het afgeven van de werkvergunning had DSM er ten onrechte geen rekening mee gehouden dat zich in de tank een explosief mengsel kon hebben gevormd, zo concludeert justitie op basis van de resultaten van een grondig onderzoek.

Justitie zal geen mensen vervolgen voor de ramp. Uit het onderzoek is niet gebleken dat afzonderlijke werknemers fouten hebben gemaakt die voor strafvervolging in aanmerking komen. De oorzaak van de ramp moet volgens het OM worden toegschreven aan het feit dat de brandbare stof benzoëzuur door DSM standaard boven het vlampunt werd bewaard. Het explosief mengsel kon ontstaan doordat de tank een open verbinding had met de buitenlucht.

„Dit kun je alleen het bedrijf aanrekenen. Het gaat niet om een beslissing die meneer X eventjes neemt", aldus officier van justitie mr. L. de Jonge. Kort na de ramp van 13 december 1991 concludeerde DSM zelf al dat de oorzaak school in het veronachtzamen van het explosiegevaar in de bewuste tank. Toch heeft het onderzoek bijna een vol jaar geduurd. Volgens De Jonge was die tijd nodig omdat de onderzoeken, die werden uitgevoerd door onder meer de politie, de milieudienst Rijnmond, de arbeidsinspectie en TNO, toch behoorlijk ingewikkeld waren. Bovendien was volgens haar tijd nodig om een groot aantal getuigen te horen en om de technische resultaten te vertalen naar proces-verbaaltaal die ook voor de rechtbank begrijpelijk is. „Zoiets duurt even". De Jonge vindt dat overigens wel „heel vervelend" voor slachtoffers en nabestaanden.

Maximumstraf

De Jonge verwacht dat de zaak in het voorjaar van volgend jaar zal dienen. De maximumstraf die Justitie kan eisen is een geldboete van 100.000 gulden. Maar zij heeft bewust afgezien van een schikking. „Daarvoor is het openbaar belang te groot. Dit soort zaken leent zich niet voor schikking". Behalve dood door schuld zal Justitie DSM Chemicals Rotterdam een aantal overtredingen van de Arbeidsomstandighedenwet ten laste leggen. Ook daarvoor kunnen geldboetes tot 100.000 gulden per overtreding worden geëist. 

Het gaat onder meer om bepalingen over het afgeven van werkvergunningen en over de opslag van stoffen. Op de ochtend van de explosie had de chef van dienst een werkvergunning afgegeven voor het aanbrengen van een bordes op het dak van de opslagtank.

Direct na de explosie, die even voor half elf 's morgens plaats vond, werd de alarmregeling voor de Botlek in werking gesteld vanwege het mogelijk vrijkomen van giftige stoffen. Toch is er volgens de Jonge „uitdrukkelijk" geen sprake van een milieuzaak. „Er zijn door DSM geen milieuwetten overtreden". DSM heeft volgens Justitie terdege lering getrokken uit het incident. „In overleg met de arbeidsinspectie heeft DSM een heleboel veranderingen doorgevoerd om de veiligheid te verbeteren. Maar voor al die mensen die zich door de ramp angstig hebben gevoeld, zijn wij eenvoudigweg verplicht het bedrijf te vervolgen".

Geen reactie

DSM zegt in een verklaring niet te willen reageren op het besluit van justitie. Het bedrijf noemt het „te prematuur om thans verder commentaar te geven". Volgens de woordvoerder van DSM is het „niet relevant wat wij ervan vinden". Wel benadrukt DSM dat het bedrijf voordat de produktie in januari van dit jaar werd hervat, in alle benzoëtanks zogeheten stikstofdekens heeft aangebracht. Die zorgen ervoor dat de benzoëdampen niet in aanraking kunnen komen met zuurstof in de lucht. Het explosiegevaar wordt daardoor weggenomen, aldus DSM.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen