Ds. Van Binnendijk doet intrede in herv. BW Bleiswijk

Aan de handoplegging namen deel ds. C. den Boer, ds. E. F. Vergunst, ds. G. J. van der Togt, ds. W. C. Meeuse, ds. J. het Lam, ds. H. J. Donken, ds. A. J. Sonneveld, ds. U. W. van Slooten en ds. R. W. de Koeijer. In de middagdienst deed ds. Van Binnendijk intrede met de woorden uit Jesaja 40:6-8 : „Troost, troost, Mijn volk". Jesaja is een troostboek voor Gods volk. Het schijnt dat God Zijn volk in Babel heeft vergeten. Zo de Heidelbergse Catechismus begint, begint ook Jesaja. Advent, de Heere komt naar Zijn volk. De predikant sprak over de aansporing van de prediker, de aarzeling van de prediker en het antwoord van de prediker. De prediker heeft de roeping om het Woord uit te dragen. Het gaat niet om de prediker, het gaat om God.

De grootste hindernis voor het Evangelie is onze onwil. God lokt en trekt met liefde. De zonden moeten aan de kant. Bekeert u vandaag nog. Het is door Gods Woord, dat deze weg wordt geopend. „Hij moet wassen en ik moet minder worden". De prediker mag wegvallen, het Woord van onze God bestaat in eeuwigheid. Hij komt om de aarde te richten in gerechtigheid. Zijn Woord is herscheppend, zo zei ds. Van Binenndijk.

Na de dienst werd ds. Van Binnendijk toegesproken door ds. G. J. van der Togt uit Bleiswijk en jeugdouderling-scriba J. de Waard.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen