Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe strubbelingen in de Oude Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe strubbelingen in de Oude Kerk

Leusder orgelmaker Henk van Eeken neemt bedrijfsactiviteiten van firma Blank over

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het wordt nu echt tijd om het voortdurende stilzwijgen rond het befaamde Vater-Müller-orgel in de Oude Kerk te Amsterdam te doorbreken. Na februari 1992 heeft deze krant niet meer gerept over de perikelen rond de restauratie. Het technische deel van die restauratie heette al in 1987 voltooid. Maar in 1992 bleek het instrument nog altijd een bron van kommer en kwel. Vanaf begin dit jaar namen de geluiden in ernst en omvang weer toe. De Amsterdamse orgelreus liet het tijdens een concert zelfs afweten. De longen hadden het begeven. We maakten een speurtocht naar de fysieke staat van „deze orkaan van een orgel”, zoals organist Willem Vogel zijn troetelkind noemt.

„Het Amsterdamse orgel blijft de gemoederen bezighouden”, schreven Eilander en Van Vliet in 1992. In hun artikel constateerden zij een aantal technische onvolkomenheden aan het instrument die, zo stelden zij, na de door orgelmaker Blank van 1980 tot 1987 uitgevoerde restauratie en de daarop volgende vijf jaar van onderhoud, niet zouden mogen voorkomen. Vervolgens gaven de schrijvers aan dat als het aan hen lag, Blank in de toekomst met zijn vingers van het pijpwerk moest afblijven. Deze derde fase van de restauratie zat en zit immers nog altijd in de pen. Even laaide de commotie in orgelland op. Toen de meningen van zowel voor- als tegenstanders in de bekende hokjes waren bijgezet, trad het stilzwijgen in de Oude Kerk weer in. Hete hoofden waren weer bekoeld en koude harten warmden zich opnieuw aan de fameuze orgelklanken van Vater-Müller en Witte.

Mankementen

De technische staat van het Amsterdamse orgel blijft ondertussen tot op heden een bron van ergernis. Op 12 juli jl. moet Everhard Zwart zijn concert enkele keren wegens technische storingen aan het orgel onderbreken. Eerder die dag heeft hij geroepen dat het orgel achteruit holt. Zwart: „Volgens de beheerder van de kerk mankeerde het instrument niets. ‘Iedereen vindt het mooi’, zei hij. Het vreemde is, dat de klank van het orgel van het ene op het andere moment vals wordt en gaat zweven. Het lijkt wel of het orgel geen lucht meer krijgt. Je moet dan even de motor uitzetten, wachten tot alle lucht eruit is, dan de motor weer aanzetten, waarna het probleem verholpen is. Dat heeft zich tijdens mijn concert een paar keer voorgedaan. Dat is triest en is volgens mij het gevolg van verwaarlozing van het orgel”.

Wanneer Herman van Vliet op 21 juli zijn vertolking van een Mendelssohn-sonate heeft beëindigd, stopt ook de motor. Einde concert dus. Nee, wacht, de balgen kunnen ook getrapt worden. Een paar stevige benen zorgen ervoor dat Van Vliet verder zonder kleerscheuren zijn concert af kan maken. Wat bleek naderhand? De thermische beveiliging van de motor had goed werk gedaan. Ten gevolge van een lekke kanaalkoppeling was er onder de tropische weersomstandigheden van dat moment te lang te veel valse lucht aangezogen. Daardoor werd de motor te warm. „Van Vliet had dus alleen maar pech. Het had ieder ander kunnen overkomen”, zegt de orgelmaker.

Bram Beekman kwalificeert op 5 augustus het orgel als een ramp. „Het wordt steeds slechter en is eigenlijk niet meer te bespelen. Het is geen pretje meer. Als het zo blijft, overweeg ik voor de volgende uitnodiging te bedanken. Het enige dat me nog doet aarzelen, is de klank van dit orgel. Die is zo fascinerend!”

Op 19 augustus ondervindt Gerrit Chr. de Gier veel last van de slecht afgeregelde speelmechaniek. Ook de koppels geven problemen en de tremulant van het Rugwerk doet het op het ”moment suprême” niet. „Het is een orgel met een duidelijke gebruiksaanwijzing. Het vetgroot je invenriviteit, maar het is geen reclame. Het is wel beter bespeelbaar dan vroeger. Op bepaalde plekken is het echter taai en ongelijkmatig. Dat mag niet. Het aardige is, dat ik tijdens de voorbereiding voor het concert van een muis gezelschap kreeg. Dat geeft ook weer een gevoel van verbondenheid”, aldus een optimistische De Gier.

Monstrum

Tussen alle bedrijven door valt natuurlijk herhaaldelijk de naam van orgelmaker Bas Blank uit Herwijnen. En bepaald niet in positieve zin. Dat was in 1963 nog anders, toen Feike Asma in zijn ”Orgeldagboek” schreef (Het Orgelblad juli/aug. 1963) dat na de dood van orgelbouwer Sanders, diens meesterknecht K. B. Blanken diens zoon Bas de schone onderhoudstaak van het instrument kregen toegewezen. „Uit ervaring weten we van heel dichtbij dat zij meesters in hun ambachtzijn. (...) Door hun jarenlange ervaring, in de periode-Sanders opgedaan en door hun regelmatige werkzaamheden aan het orgel, kennen zij dit instrument als geen ander. Beiden weten tot in de finesses alles van zijn bouw en inwendige samenstelling, zijn mechaniek en pijpwerk. De manier waarop dit enorme orgel altijd weer voor 100 procent speelbaar wordt gemaakt, is boven alle lof”.

In 1987 voltooide Blank de technische restauratie. Balgen, windladen en tractuur werden gerestaureerd en de originele 18e-eeuwse klaviatuur werd gereconstrueerd. Rob van der Hilst kopte in Trouw (29 december 1987) dat het orgel weer „vederlicht” speelt. Tenminste, voor zover het bespelen van drie aan elkaar gekoppelde handklavieren van een groot orgel zó valt te omschrijven, zwakte hij enigszins af Op 18 augustus 1993 beweerde de Volkskrant dat de muffe klank het monstrum voor krachtpatsers in de Oude Kerk teistert. De bespeler na de restauratie nog altijd een toetsdruk van 2,5 kilo baas moet kunnen en de vingers van Willem Vogel passen niet meer tussen de zwarte toetsen van de gereconstrueerde klavieren. Vogel wijst in net artikel op de slechte afwerking van de panelen rond de speeltafel. Hij noemt het tekenend voor de instelling waarmee Blank de restauratie heeft uitgevoerd. Op 19 augustus 1995 blijkt het koppelen van de drie klavieren onmogelijk. Andere technische onvolkomenheden zorgen voor vele hoofdbrekens. Waar is orgelmaker Bas Blank?

Geen klusjesman

Eerst nog even naar Willem Vogel. „Ja, ik hoor zo een en ander aan mij voorbijgaan”, zegt hij. „Maar elke zondag dat ik het orgel bespeel, heb ik geen last. Er zijn een paar dingen die bijgesteld moeten worden. Zo zijn er registers die tijdens het spelen uit zichzelf dicht gaan. Ze lopen terug. Verder is het orgel vals. Dat komt omdat het binnenwerk met bouwstof bezaaid ligt. Het moet dus gewoon goed schoongemaakt worden en gestemd. Dat dat laatste niet kan, omdat er veel pijpen aan de bovenkant rot zijn, zoals Blank zegt, daar geloof ik niets van. Intussen lijkt het wel of ze aan deze kerk blijven restaureren. Nu zijn ze weer bezig met de ramen, de muren en het dak. Ik begrijp daar allemaal niets van. En ach, al die verhalen over de zware speelaard van het orgel. Dat hoort gewoon bij dit instrument. Je moet er stevig op spelen en goed in de toetsen grijpen. Niet iedereen is daarvan gediend. Ik vind dat de aanslag in evenwicht is met de klank. Wanneer zo’n orkaan van een orgel licht speelt, klopt er toch iets niet? Iedere veertien dagen worden de tongwerken gestemd. Dat gebeurde altijd door koster Westerveld, maar die mag het geloof ik niet meer doen. Zit je met je concert kort na die stembeurt, dan bof je. Zitje aan het eind van de 14-dagencyclus, dan heb je pech”.

De rillingen

Vogel wil de zaak ook weer niet te rooskleurig voorstellen. „Ik wil een cd maken, maar dat kan eigenlijk niet op het orgel zoals het er nu bij staat. Nu zoek ik een ander orgel. Dat is toch te gek!” Op de vraag hoeveel geld er de afgelopen vijftien jaar aan het orgel besteed is, blijft Vogel het antwoord schuldig. „Ik ben nogal zuinig van aard. Van al die bedragen met vele nullen krijg ik de rillingen. Maar het kan altijd nog beter aan een orgel besteed worden dan aan straaljagers”. Over de stichting Oude Kerk, het orgaan dat kerk en orgel beheert, is Vogel ook niet vleiend. „Het orgel zou de stichting meer aan het hart moeten gaan. Dat is alles wat ik er over kwijt wil”.

Waar is orgelmaker Blank gebleven? Vogel: „Die is eruit. Aan het eind van het jaar stopt hij zijn orgelmakerij. Hij heeft alles aan Henk van Eeken overgedaan. Ons heeft hij al eerder laten zitten. Toen adviseur Jan van Biezen hem zei dat hij niet voor de derde fase van de restauratie (het pijpwerk) in aanmerking kwam, voelde hij zich tot klusjesman gedegradeerd. En in die hoedanigheid wilde hij niet langer doorgaan. Vanaf dat moment is hij ermee gestopt”.

Overtrokken

De Leusder orgelmaker Henk van Eeken bevestigt dat hij eind dit jaar alle bedrijfsacriviteiten van Blank overneemt.

Het is de bedoeling dat hij zich te zijner tijd ook in Herwijnen gaat vestigen. Van Eeken: „Sinds half mei ben ik bij het orgel van de Oude Kerk in Amsterdam betrokken. Ik moet me nog helemaal in de geschiedenis gaan verdiepen, maar ik kan inmiddels wel vaststellen dat de commotie die nu opnieuw rond het instrument oplaait, sterk is overtrokken. Van een ramp is absoluut geen sprake. Het orgel is sinds jaar en dag omgeven met enorme emoties. Allerlei groeperingen bestrijden elkaar. Ik houd me daar verre van.

Ik heb geconstateerd dat het complete binnenwerk van het orgel bezaaid is met 4 millimeter bouwstof Dat zit natuurlijk ook in het meeste pijpwerk. Een grote schoonmaakbeurt is dus broodnodig. Daarnaast moet het technisch helemaal opnieuw worden afgeregeld. Uitgesproken technische mankementen heb ik niet geconstateerd. Wel is het mijn devies dat het orgel er gewoon goed bij moet staan. Daar zal ik me voor inzetten, gegeven de mogelijkheden die de stichting daarvoor biedt. Inmiddels heb ik de opdrachtgever, de mensen van de stichting, als integere mensen leren kennen, die adequaat met het instrument omgaan”.

Aanvaardbaar

Dat moet de stichting als muziek in de oren klinken. De adjunct-directeur van de stichting Oude Kerk Amsterdam, Jeroen Beker, kent inmiddels de vele facetten van de beelden vol commotie rond de orgelreus. „De een is door het orgel tot tranen toe geroerd, terwijl het voor de ander een brok onbespeelbare ellende is. Ik heb de indruk dat dat met vaardigheden te maken heeft. Laten we wel zijn, het is geen sinecure om met dit orgel om te gaan. De een is dus binnen het kader van de thans aanwijsbare mankementen tevreden, voor de ander is het één grote huilbui. Volgens onze adviseurs (Wiersma, Leonhardt en Van Biezen) is, met een grote schoonmaak en een technische onderhoudsbeurt in het vooruitzicht, de situatie thans aanvaardbaar”. Over de vraag of orgelmaker Blank de zaak heeft laten versloffen, kan Beker niet oordelen. Of Blank buiten de deur gezet is of uit eigen beweging is opgestapt, weet Beker evenmin. Hij zegt niet bij de gesprekken aanwezig geweest te zijn.

Volgens Willem Vogel moet de voormalige koster Westerveld voortaan ook van het orgel afblijven. Beker: „Westerveld heeft nooit opdracht gehad om mankementen te verhelpen. Wel heeft hij jarenlang het orgel gestemd. Hij werd daar ook voor betaald. Tot vorig jaar. Westerveld heeft toen een heupfractuur gehad. Bovendien is hij inmiddels 75 jaar geworden. Wij vonden het niet meer verantwoord de man door het orgel te laten klauteren. Als er wat gebeurt, zijn wij als stichting daarvoor aansprakelijk. Die verantwoordelijkheid kunnen wij niet dragen. We hebben geprobeerd Westerveld dat duidelijk te maken. Helaas is dat bij hem nogal emotioneel overgekomen.

Daarnaast verzorgde Westerveld rondleidingen door de kerk. Dat deed hij goed. De man is van top tot teen op de hoogte van alle historische facetten van kerk en orgels. Totdat hij zich in zijn rondleidingen ging mengen in het beleid van de stichting. We hebben hem erop gewezen dat zoiets niet op prijs werd gesteld. Dat neemt niet weg dat Westerveld bij ons hoog aangeschreven staat. Maar helaas hebben we thans verschil van inzicht”.

Toekomst

Wat gaat er nu met het orgel gebeuren? Beker: „Over de toekomst van de klankgeving, de derde fase van de restauratie, zijn absoluut geen inhoudelijke besluiten genomen. Maakt u dat alstublieft nog eens duidelijk. Het eerste belang is om, binnen de financiële mogelijkheden, het orgel in een zo goed mogelijke staat van onderhoud te houden. Henk van Eeken heeft daarvoor een plan ingediend. Adviseurs en stichtingsbestuur staan daar volledig achter. Maar het is een kwestie van geld en prioriteiten. Vergelijk ons orgel met een oldtimer. Die moet je zorgvuldig koesteren, poetsen, water- en winddicht houden”.

Alleen blijf ik met de vraag zitten in hoeverre het Amsterdamse orgel, waarvan balgen, windladen, mechanieken en klaviatuur nog geen tien jaar geleden zo grondig zijn gerestaureerd, zich laat vergelijken met een oldtimer. Hoewel ik met orgelmaker Blank een goede verstandhouding heb, bekruipt mij bij alle verhalen de drang hem bij zijn lurven te pakken. Want wat zien nog altijd aan onvolkomenheden aandient, was niet nodig geweest wanneer het instrument het nodige postrestauratieve onderhoud had gekregen. Dat laat onverlet, dat ik me zeer wel kan vinden in het plan van Van Eeken. Wie zou dat niet? Laat hem het orgel goed bespeelbaar maken, de lading stof uit de pijpen verwijderen, de hoogst noodzakelijke reparaties aan het pijpwerk verrichten en het instrument op stemming brengen. Dat is toch het minste wat zowel voorals tegenstanders willen? En dat had Blank toch allang gedaan kunnen hebben?

Dit is het eerste deel van een serie verhalen over omstreden orgelrestauraties. Volgende week vrijdag: het orgel van de Der Aa-kerk in Groningen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1995

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Nieuwe strubbelingen in de Oude Kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1995

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's