Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ter Linden ontkracht profetie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ter Linden ontkracht profetie

Deel vier van "Het verhaal gaat" verschijnt in oplage van 30.000

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

AMSTERDAM - "Vroeger" leerde ds. Nico ter Linden dat de profeet Zacharia "van Jezus droomde." Maar de meesterverteller uit Amsterdam, van wiens hand gisteren deel vier van "Het verhaal gaat..." verscheen, heeft een andere visie op profetie ontwikkeld, die als rode draad door zijn nieuwe pennenvrucht loopt. "Nú weten wij", schrijft hij, "dat de evangelisten in Jezus de messiaanse koning zagen waar Zacharia van droomde. Dat beleden zij door in hun verhalen Jezus op een ezel Jeruzalem te laten binnengaan."

In het vierde deel van de serie hervertellingen van de Bijbel (Uitg. Balans, Amsterdam) legt ds. Nico ter Linden de profeten Jesaja tot Maleachi uit. Moeilijke passages weet hij helder en actueel te verwoorden. "Godsdienst", schrijft hij, "kan maar al te gemakkelijk verschralen tot vrome worden en gebaren. Dan zoekt de mens zijn heil in uiterlijkheden, in tempelbezoek en heilige handelingen, in de ware leer en in het voorgeschreven ritueel. Maar welbeschouwd, zegt God bij monde van zijn profeet, is dat allemaal in vroomheid verpakte zelfzucht."

Geen waarzeggers

Ter Linden schrijft bovendien in een vertelstijl die vele duizenden weet te boeien. Dat bewijzen de oplagecijfers van eerdere delen van "Het verhaal gaat...". Van deel 1 verschenen 164.000 exemplaren, van deel 2 105.000, van deel 3 60.000. De eerste druk van deel 4 heeft een oplage van 30.000.

Het woord vooraf in deel 4 is nuttig omdat daaruit blijkt hoe Nico ter Linden de profetieën leest en, vanuit reformatorisch perspectief, ontkracht. Profeten zijn, schrijft hij, "geen helderzienden, geen toekomstvoorspellers, geen waarzeggers, het zijn zeggers van de waarheid. Zij proberen met de ogen van God naar de wereld te kijken en van hun bevindingen leggen zij getuigenis af: Zo spreekt de Heer..."

Profetieën wellen in de visie van Ter Linden dus op uit het hart van de profeten, net zoals bijvoorbeeld de visioenen van Ezechiël. "Waar komen visioenen vandaan? Natuurlijk wellen zij op uit de kom van de eigen ziel, maar zij worden door de ontvanger ervaren als komende van God."

Over het verband tussen messiaanse profetieën en het leven van de Heere Jezus is Ter Linden helder. Jezus heeft, meent hij, in leer en leven "inspiratie" gevonden bij de profeten; Jezus is "mede gevormd" door de messiaanse gestalten, zoals de profeten die zich "droomden."

Vanuit deze visie kleurt Ter Linden bijbelgedeelten in waarvan de kerk der eeuwen geloofde dat ze over de eigen tijd heenwezen naar de komst van de Heere Jezus. De lijdende Knecht des Heeren uit Jesaja 50 en 53 is voor de predikant-verteller de "trouwe leerling van de Heer", die in Sion geleden heeft onder de vijandschap van mensen. "In eenzaamheid is hij zijn weg gegaan, tot het bittere eind." Maar, vervolgt Ter Linden, "de profeet gelooft dat er heil ligt in de volharding waarmee de knecht van de Heer trouw blijft aan de Thora, het lijden dat daaruit voortvloeit aanvaardend." Op die manier heeft hij 'voor ons' geleden, dat wil zeggen: "ook in zijn lijden bleef hij -ons ten voorbeeld- trouw aan de Thora, trouw aan zijn God."

De profetie vervuld in de Heere Jezus? Jezus van Nazaret, schrijft ds. Ter Linden, zag in de weg van de knecht des Heeren de weg die ook Hij moest gaan, "trouw aan Zijn God en trouw aan de Thora."

Weerspreken

Ter Linden heeft ervoor gekozen, schrijft hij, om de profeten eerst uit te laten spreken, hoewel de lezer "niet zelden de neiging zal voelen de profeet in de rede te vallen, te bevragen, te weerspreken."

Hij heeft ook geprobeerd "recht" te doen aan de "prachtige poëzie" waarin de profeten schreven. Dat betekent overigens wel dat hij vaak een parafrase geeft van de bijbeltekst, die, sterker dan een vertaling, het stempel draagt van eigen vooronderstellingen. De profetie in Jesaja 9:5 over de komst van de Messias, Wiens naam zal heten: Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst, wordt in de 'vertaling' van Ter Linden: "Man naar Gods hart, Held van de Vader der eeuwen, Vorst van vrede."

Het is de bedoeling dat begin 2003 het zesde en laatste deel van "Het verhaal gaat" verschijnt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Ter Linden ontkracht profetie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 2000

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's