Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beschadigd, maar toch gelukkig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschadigd, maar toch gelukkig

Van Delden: Goed omgaan met een conflict is strijd tussen oude en nieuwe mens

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Koos van Delden was net genezen van een flinke overspannenheid, toen hij, nu bijna tien jaar terug, verzeild raakte in een ingrijpend conflict op de Evangelische Hogeschool. Het havende hem opnieuw. Ook daarna woedde de storm in zijn leven: op zijn werk, privé en kerkelijk. Twee jaar geleden stortte hij volledig in. Sinds die tijd zit Van Delden thuis. Burn-out. Ondanks alle narigheid voelt hij zich een gelukkig mens. "Ik heb vrede met God en in mijn gezin."

Drs. J. A. van Delden -niet te verwarren met zijn broer J. E., directeur van bijbelschool De Wittenberg- blikt na enige aarzeling terug op het conflict dat eind 1990, begin 1991 op de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort speelde. Niet om oude koeien uit de sloot te halen, partij te kiezen, iemand een trap na te geven of alsnog zijn gelijk te halen, maar om te vertellen wat die periode voor hem persoonlijk en zijn gezin betekende. "In de hoop dat anderen iets aan mijn ervaringen hebben."

Het EH-conflict was ingrijpend voor alle betrokkenen. Zij hadden onoverbrugbare verschillen van mening over de koers van de EH. Het voortbestaan van de Amersfoortse hogeschool stond op het spel. Al snel lag het conflict op straat en bemoeide zo'n beetje de hele EH-achterban zich ermee. Bestuur, raad van toezicht, docenten en studenten verweten elkaar over en weer publiekelijk woordbreuk, intimidatie, leugen en laster. Het bestuur ontsloeg drie directeuren, onder wie Van Delden, en een docent, maar kreeg zelf van diverse kanten het dringende verzoek om af te treden. Uiteindelijk wist extern bemiddelaar drs. H. J. Beens verzoening tot stand te brengen en orde op zaken te stellen. Tot zover het conflict in een notedop.

Van Delden (56), een van de oprichters en de eerste directeur van de EH, kampte al in 1986, ver voor het uitbreken van het conflict, met stress op zijn werk. Hij kwam daardoor thuis te zitten. "De aanleiding was een combinatie van overwerk en spanningen in de onderlinge verhoudingen. De EH was ongesubsidieerd, iedereen werkte keihard. Ik was eigen baas, maar ook eigen slaaf. Ik streed voor het voortbestaan van de EH. Thuis had ik het over "mijn studenten". Dat vond mijn vrouw altijd al verkeerd. Ik moest leren dat de EH niet mijn zaak was, maar Gods zaak."

Van Delden kwam er door rust en therapie weer bovenop, al duurde dat uiteindelijk drie jaar. "Ik leerde mijn innerlijke drijfveren onderkennen. Ik móest altijd van alles. Zes weken vakantie vond ik niet nodig. Daarom nam ik er altijd maar drie vrij, de andere drie besteedde ik aan lezen, studeren en schrijven. Daardoor kon ik boeken publiceren, onder andere over schepping of evolutie, over geloven als liefhebben, over de Tien Geboden. Ik was gedreven, dat zie ik nog steeds niet als schande, maar die drijfveren in mij deugden niet. Gods zaak was te veel mijn zaak."

In die drie moeilijke jaren nam Van Delden een resoluut besluit. Hij nam voortaan elke week een ochtend vrij om samen met zijn vrouw door te brengen. "Als iemand belde, dan "had ik al een afspraak". Mijn vrouw en ik gingen bewust weg, namen koffie mee, haalden ergens gebak, gingen wandelen of fietsen, praatten bij en deden bijbelstudie. Dat is heel heilzaam geweest; voor mij persoonlijk en voor ons huwelijk."

In 1989 ging Van Delden weer fulltime aan de slag op de EH. Nog geen jaar later sloeg de vlam in de pan op school. "Ik had al wel begrepen dat de spanningen tijdens mijn ziekzijn niet minder waren geworden, maar dat dit gebeurde, was voor iedereen een verrassing."

Terugblikkend constateert Van Delden dat een crisis zoals op de EH "een uitputtingsslag" is. "Het duurt zo'n afschuwelijke tijd. Je doorloopt met elkaar allerlei stadia. Iedere keer hoop je op een oplossing; daar bid je ook om. Intussen lijd je verder. Achteraf ben ik verwonderd dat ik zo lang staande kon blijven."

Van Delden kreeg ontslag aangezegd, mocht de school, zíjn school, niet meer in en werd voorwerp van kwaadsprekerij. De tussenkomst van drs. Beens was voor hem een geschenk uit de hemel. "Ik kende de hele man niet; hij kwam voor mij zo ineens uit de anonimiteit tevoorschijn. Hij bleek een echte vredestichter en heeft enorm veel werk verzet."

Uiteindelijk mocht Van Delden blijven, al ging de EH in sterk afgeslankte vorm verder. Alleen het EH-Basisjaar en de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ) bleven over. Toen die laatste opleiding in 1994 ook verkaste, naar de Christelijke Hogeschool Ede, ging Van Delden mee.

Rust werd hem ook de jaren na de EH-crisis nauwelijks gegund. In de eerste plaats door zorgen in zijn grote gezin. "Een van mijn kinderen dreigde helemaal het verkeerde spoor op te gaan en is dankzij een krachtdadige bekering daarvoor bewaard gebleven. En onze jongste werd als klein kind ernstig ziek. Op een gegeven moment raakte hij in een stuip. Hij lag in m'n armen en ik dacht: dit is het einde, hij sterft. Ik heb toen heel duidelijk gevoeld dat ik hem los moest laten, terug moest geven aan God. Wonderlijk genoeg was ik daar op dat moment toe bereid."

Ook kerkelijk zat het Van Delden, van huisuit gereformeerd vrijgemaakt, niet mee. Hij wil over dat conflict in zijn leven liever niet uitweiden, maar het was wel mede aanleiding om van kerk te veranderen. Nu is hij Nederlands gereformeerd. Alle zorgen en problemen bij elkaar werden hem in 1998 teveel. "Ik ging naar de dokter en kreeg een enorme huilbui. Ik stortte volledig in, was burn-out, terwijl ik het niet had zien aankomen. Daarna ben ik volledig afgekeurd. Sinds die tijd zit ik thuis. Beschadigd, dat zeker, maar niet ongelukkig. Ik ben diep dankbaar voor de rust en vrede die God mij geeft. Het is goed zo."

Van Delden, eerder druk, druk, druk met lesgeven en publiceren, vult nu zijn dagen totaal anders. "Ik slaap uit, ontbijt op m'n gemak, doe eens een boodschap of een klusje, drink koffie met m'n vrouw, stofzuig en lees wat. Dat laatste valt me moeilijk door concentratie- en geheugenproblemen. Maatschappelijk gezien doe ik niets, toch voel ik me niet nutteloos. God heeft me laten zien dat mijn waarde niet in m'n werk zit, maar in het feit dat ik Zijn kind mag zijn. De Heere is mijn Herder; die regel uit Psalm 23 is mij tot veel steun geworden."

Is dat geen zware teruggang: van druk bezet naar de zijlijn?

"Ik wens alle lezers toe dat ze de rust en vrede mogen vinden die ik ervaar. Psalm 23 is mijn diepte- en hoogtepunt tegelijk." Gevoelens van medelijden wijst Van Delden af. "Ik ben niet zielig." Hij wil ook niet overkomen als de man die dankzij alle problemen nu levenswijzer is dan anderen. "Wie ben ik als God mij niet staande houdt? Ik dank de Heere niet voor de conflicten, wel voor wat ik er van heb geleerd."

Van Delden zet een aantal lessen op een rij. Als eerste wil hij kwijt dat conflicten "een geloofsbeproeving" zijn. "Ik heb dat persoonlijk zo ervaren en ook voor mijn vrouw en kinderen was dat niet minder het geval. Het is soms zelfs moeilijker om mee te lijden dan om in het conflict te staan. Bij een conflict ervaart een christen, als het goed is, de strijd tussen de oude en de nieuwe mens. De oude mens kijkt in haat en bitterheid naar zijn tegenstanders; de nieuwe mens is bereid te vergeven of los te laten."

Conflicten in christelijke kring hebben meestal als bijkomend probleem dat alle partijen zeggen dat het niet om henzelf gaat, maar om de zaak, de christelijke organisatie, de komst van Gods Koninkrijk. "Dat is een misvatting", zegt Van Delden resoluut. "Het gaat God niet allereerst om onze organisaties, maar om de mensen, om onze vorming naar het beeld van de Heere Jezus. Zijn we bereid Hem in alles te gehoorzamen, ook als we midden in de problemen zitten? Mijn oude mens zei: De EH moet overeind blijven, koste wat het kost. De nieuwe mens: Ik moet naar Gods wil denken en doen, wat het mij ook kost. In de hemel is geen EH; wíj zullen er zijn, als we Jezus volgen."

De menselijke strijd voor de komst van Gods Koninkrijk heeft tot gevolg dat ook christenen zich gretig verschuilen achter het motto: het doel heiligt de middelen. Van Delden: "Nee, het doel heiligt de middelen niet. Als de middelen slecht zijn, ontheiligen ze de daders, in Gods ogen." Je kunt volgens hem alleen maar iets op bijbelse manier bezitten als je eerst hebt geleerd het los te laten. "Wat van God is, blijft van God. De EH was mij te kostbaar, zeg ik achteraf."

Van Delden is er na alle ervaringen van overtuigd geraakt dat macht erg vaak corrumpeert, ook als zij door christenen wordt uitgeoefend. "Hoe vooraanstaander, hoe groter de kans op heerszucht, eerzucht en zelfingenomenheid. Die machten van de zonde willen ook in mij heersen. Ik ben in veel vooraanstaande christenen teleurgesteld. Maar gelukkig: Er is één betrouwbare Leidsman, Jezus Christus. Wij moeten leren niet op mensen, ook niet op christelijke hotemetoten te vertrouwen. Daar kun je zo in teleurgesteld worden, dat het geloof schade lijdt. Heerszucht leidt tot machtsmisbruik, intimidatie, kwaadsprekerij, bedrog, bluf, manipulatie, zelfrechtvaardiging, zelfverheffing. De lucht van de hel walmt op als christenen onder invloed van heerszucht het goede doel nastreven."

Was u zelf misschien iemand die door zijn talenten, kennis en ervaring macht naar zich toetrok en daarmee conflicten uitlokte?

"Ik ben het me niet bewust, maar mijn geweten is niet de hoogste norm. God zal oordelen."

Ook in een inktzwarte nacht hoef je God niet te begrijpen, als je Hem maar mag vertrouwen, heeft Van Delden ervaren tijdens de dieptepunten in zijn leven. "Ik verwijs maar weer naar Psalm 23: Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij. Daar zit ook een les in. Je kunt niet zeggen: Heere, ik wil U wel volgen, maar niet in diepe dalen. Het is alles of niets. De Engelsen hebben daar een mooie spreuk voor. "If Christ isn't King of all, He isn't King at all": Als Christus geen Koning is over alles, dan is Hij helemaal geen Koning. Je hoeft God niet te begrijpen, je moet Hem wel vertrouwen en gehoorzamen. Er blijft veel in dit leven dat ik niet van God begrijp. Maar ik weet dat Hij goed is en wijs, barmhartig en rechtvaardig. Eens zal dat voor ieder zichtbaar worden."

Blijf altijd eerlijk, ook tegenover je tegenstanders in een conflict, zegt Van Delden. "Je hebt de neiging om anderen helemaal af te kraken, maar probeer het goede te blijven zien in die ander. Probeer ook scheiding te blijven maken tussen het verkeerde wat die ander in jouw ogen doet, en de persoon zelf. In het EH-conflict was het overigens niet zwart tegenover wit. Nee, het waren zondaars tegenover zondaars. God wilde beide partijen leren als nieuwe mensen te leven."

Als ruziënde christenen dat beseffen, komt er volgens Van Delden ruimte voor vergeving. "De Bijbel zegt: Wie zijn zonden belijdt en laat, die zal voorspoedig zijn. Dus niet je mond houden, maar je fouten concreet bekennen. Helaas is dat ook voor christenen erg moeilijk. Hoe vooraanstaander, hoe moeilijker."

Vergeving heeft twee betekenissen, legt Van Delden uit. "Het kan inhouden: de ander genade geven, maar ook: het oordeel overgeven aan God. Dat laatste is nodig als de ander zijn schuld niet erkent en dus jouw vergeving niet accepteert. Dan zeg je als het ware: Heere, oordeelt U maar. Dat is beter dan verbitterd te sterven met het gelijk aan je kant."

Kunt u zonder wrok terugzien op het EH-conflict?

"Ja, hoewel de pijn blijft. Ik heb het niet met iedereen goed kunnen maken. Met sommige mensen zou ik niet meer in een organisatie willen zitten, omdat mijn vertrouwen in of respect voor hen geschonden is. Dat is op zich niet zo erg. Paulus en Johannes Markus kregen ook onenigheid en gingen ieder hun eigen weg, hoewel ze beiden in Gods Koninkrijk bleven werken. De Bijbel gaat daar ontspannen mee om. Het is wel zo dat het overgeven van het oordeel aan God mij meer doet uitzien naar de wederkomst van Christus, want dan pas zal ten volle gerechtigheid gaan heersen."

Van Delden is tijdens het EH-conflict voorwerp van leugen en laster geweest. "Dat deed uiteraard pijn, maar daardoor kreeg ik ook meer oog voor de kostbaarheid van het lijden van Christus. En God kan het kwade ten beste keren. Hij doet zelfs alles medewerken ten goede, zoals in het Nieuwe Testament staat. Dat heb ik in mijn leven meermalen mogen ervaren."

De uitredding uit het conflict was voor Van Delden "een bevestiging" van zijn geloof. "God liet zien dat Hij een verrassend God is, zoals Hij zegt in Zijn Woord."

Hoe was u nu geweest zonder die moeilijke perioden in uw leven?

"Een stuk harder, rationalistischer, minder bevindelijk. Als het gaat over het gezag van de Bijbel ben ik overigens nog steeds radicaal. Wie dat gezag loslaat, tast de basis van het geloof aan. Achteraf zie ik hoe God al die tijd, ook tijdens het conflict, bezig is geweest om mij te vormen. Hij heeft heel veel energie in mij gestoken. Om het met een beeld te zeggen: De Heere heeft de oven hoog moeten opstoken om ook mijn broodje te bakken."

Bescheiden lachend: "Mijn vrouw dacht destijds: Ik trouw met een leraar, dus het zal wel een saai leven worden. Dat is niet uitgekomen."

Zou u als bemiddelaar in een conflict willen optreden?

"Dat ligt eraan. Mijn eerste vraag zou zijn: Zijn beide partijen bereid het conflict op een bijbelse manier op te lossen? Dus als nieuwe mensen en niet als oude; zelf schuld belijden en vergeving vragen in plaats van wijzen naar de ander. Ik ben bang dat die benadering vaak niet op prijs wordt gesteld."

Van Delden heeft de stellige indruk dat in christelijke kring zeker zoveel ruzie wordt gemaakt als erbuiten. "Er is onder ons veel onheilig vuur. Het gaat om de zaak van Christus, zeggen we dan, maar is dat ook zo? Wordt dat niet al te gemakkelijk gezegd? De neiging tot heersen is er onder ons genoeg, bijvoorbeeld bij dominees en mensen in het onderwijs. Conflicten in christelijke kring zijn ook vaak zo heftig omdat ze een religieuze lading hebben. Dat maakt mensen fel tegenover elkaar en weinig vergevingsgezind. Wat is het dan heilzaam als Gods macht en genade gaan heersen in je leven en je leren denken en doen als een nieuw mens, een mens Gods. Ik heb van C. S. Lewis geleerd: Je relatie met je medemensen is een spiegel van je relatie met God. Dat geldt ook in een crisis."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2000

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Beschadigd, maar toch gelukkig

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 2000

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's