Verrijkt, maar niet wezenlijk veranderd
Ds. Clements: Ik heb van Afrikaanse christenen vooral gemeenschapszin geleerd
Verrijkt door de levendigheid en de gemeenschapszin van de Afrikaanse kerk in Nigeria, keerde de op dit moment laatste zendingspredikant van de Gereformeerde Gemeenten terug in Nederland. Verrijkt, maar niet wezenlijk veranderd, zegt ds. G. Clements (44). "Ik preek nog net als zes jaar geleden, toen ik uitgezonden werd. Wat mij wel opvalt in Nederland is dat we ons schamen om te spreken over God. We laten de Bijbel veelal gesloten en het gebed beperken we tot het eten. In Afrika is dat allemaal geïntegreerd. Godsdienst betreft daar het hele leven."
Ds. G. Clements werd op 2 juni 1994 als zendingspredikant naar Izi uitgezonden vanuit de gereformeerde gemeente van Nunspeet. Ongeveer twintig jaar daarvoor werkte hij -als theologisch student- in de zomervakantie op het zendingsveld in Izi. "Daar lag voor mij het begin van de roeping voor dit werk", zegt hij in een terugblik. "Toen ik beroepbaar werd gesteld, was het voor mij duidelijk dat daar de roeping van Godswege lag."
Binnen Nigeria nam hij in 1995 een beroep aan naar de gemeente van Onuenyim Agbaja, waar hij op tweede paasdag bevestigd werd door ds. D. Mbam. Ds. Clements gaf les op de bijbelschool, het Nigeria Reformed Theological College (NRTC). Hij gaf daar theologische vorming aan evangelisten, doceerde er predikkunde en luisterde naar proefpreken. Daarnaast hield hij zich bezig met het 'gewone' predikantenwerk. Dat was in de gemeente van Onuenyim Agbaja, de oudste kerk van de Nigeria Reformed Church (NRC).
"Ik vond het predikantenwerk onder deze mensen onvergetelijk", zegt ds. Clements met onverholen enthousiasme. "In een totaal andere cultuur bezocht je mensen in grashutten en legde je op een steen of een stuk van een boom rond een vuurtje huisbezoek af. Het leven in Afrika is fel, zowel in vreugde als in droefheid. Je was voor deze mensen zo'n beetje een vader. Ze vertrouwen al de geheimen en details van hun leven aan je toe. Jij bent de leider, de vader en de hoeder. Maar ze zijn niet slaafs. Ze zeggen open en eerlijk wat ze van je vinden."
Een belangrijke poot van het werk van ds. Clements was het onderwijs, zoals dat zijn vorm kreeg op de John Calvin Secondary School. "We zagen de jongeren in de steden ten onder gaan door vrije seks, drugs en allerlei levensstijlen en sekten. De behoefte aan eigen onderwijs groeide daarom. Dankzij de steun van de Oikonomos Foundation ontvingen we de nodige en onmisbare steun voor een goede infrastructuur en leermiddelen. Het middelbaar onderwijs telt in Nigeria zes leerjaren. Op dit moment telt het John Calvin College vier leerjaren met ongeveer 500 leerlingen en een staf van twintig leraren. De school is voor de toekomst van de kerk van eminent belang. Kinderen leren daar niet alleen de Bijbel lezen, maar hopelijk ontwikkelen zich uit hen ook de toekomstige leiders voor de kerk en allerlei kerkelijke instituties."
Gestage groei
De kerk in Afrika groeit gestaag, zegt ds. Clements. "Verscheidene kerken van de Nigeria Reformed Church (NRC) zijn in de achterliggende jaren zelfs verdubbeld. In sommige dorpen gaat het overgrote deel van de jeugd naar de kerk. De groei van het christendom is een typisch Afrikaans fenomeen in de landen ten zuiden van de Sahara. In de stad Jos, om een voorbeeld te noemen, tref je op zondag een straatbeeld aan dat in ons land voor de Tweede Wereldoorlog gangbaar was: de straten zijn zwart van de mensen die op weg zijn naar de kerk, keurig met hoeden op en Bijbels in de hand. Er is daar een kerk in iedere straat."
De kerk heeft in Afrika de wind mee. "Men beseft dat het oude heidendom veel schaduwzijden heeft, zoals dronkenschap van de vader en prostitutie van de moeder. De Afrikaanse mens kent een erg moeilijk leven. Er is weinig hoop voor deze tegenwoordige wereld. Terwijl de economie in het Westen groeit, gaat het daar alleen maar achteruit. Elke dag kent z'n nieuwe moeiten: ziekte, honger en geen geld voor kleding en studie van de kinderen. En al is het dat al dit verdriet hen niet tot bekering brengt, toch geeft het een betrekking op de prediking die een uitnemender weg wijst."
Gaat de snelle groei van de christelijke kerken ook gelijk op met verdieping?
"We mogen de kerk nooit mooier voorschilderen dan ze is. Er is ook daar veel oppervlakkigheid. In Afrika is de oppervlakkigheid bij de ouderen te wijten aan een gebrek aan bijbelkennis, terwijl de jonge generatie alles zet op studie en maatschappelijke ontwikkeling. Velen bezitten een radio en men hoort wat elders in de wereld gaande is.
Toch overheerst het positieve. Ik denk onder meer aan de ernst waarmee men tegen de openbare zonden optreedt. Maakt iemand zich schuldig aan de zonde van overspel, diefstal of achterklap, dan gaat het gemeentelid enige weken naar een speciaal daarvoor bestemde bank achter in de kerk. De censuur wordt pas opgeheven na tekenen van boetvaardigheid en een persoonlijk getuigenis van schuld voor in de kerk. Wanneer de persoon weer midden in de kerk gaat zitten, zingt de gemeente Psalm 130: "Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt." Ik heb soms getuigenissen aangehoord waarvan ik onder de indruk was en die beslag legden op de hele gemeente."
Is de geloofsbeleving ook niet voor een deel bepaald door de cultuur of specifieke tradities?
"De geloofsbeleving is in alle tijden en plaatsen hetzelfde. Het gaat daarin om de verhouding tussen God en mens, die gebroken is en om herstel vraagt, ongeacht tot welke cultuur men behoort. Wel heb ik een onderscheid aangetroffen tussen de eerste en tweede generatie christenen. De meeste leden van mijn kerkenraad waren afkomstig uit het oude heidendom. Zij zijn met vervolging, smaad en schande tot het christendom overgegaan. Zij hebben bewust van hun vorige heidense leven afstand genomen.
Bij de tweede generatie tref je soms een oppervlakkige vanzelfsprekendheid aan. Sommigen menen dat de kerkgang hen zalig maakt. Ook ontmoette ik tijdens mijn huisbezoeken mensen die ondanks hun kerkelijke trouw wel wisten dat ze daarmee God niet konden ontmoeten, maar het daar dan bij lieten. Een vergelijkbare ontwikkeling hebben we in Europa gezien, toen na de vurige periode van de eerste Reformatie een Nadere Reformatie nodig bleek te zijn. De belangrijkste verschillen tussen onze cultuur en de Afrikaanse vind je meer in praktische en ethische vragen zoals polygamie, iets wat wij niet kennen, terwijl homofilie iets is wat daar onbekend is."
Het beeld van een 'levendige' kerk in Afrika en een meer 'traditionele' kerk in Nederland klopt dus niet helemaal?
"Dat beeld is wel juist, als het gaat over de betrokkenheid op het kerkelijke leven in het algemeen: prediking, bijbellezen, vasten en gebed. Er bestaat in Afrika een veel positievere houding tegenover de Bijbel. Dat is zowat het enige Boek dat je in de boekwinkel kunt kopen en dat iedereen ook wil hebben. Bij ons grijpen jongeren al gauw naar een boek over computers of naar een gemakkelijk tijdschrift. Afrikanen lezen graag in de Bijbel en kennen soms hele stukken uit hun hoofd. Ook noem ik de grote plaats van het gebed in het dagelijkse leven. Men bidt voor het maken van een korte reis en bij het innemen van een medicijn. Mensen schamen zich niet om op straat of in de bus openlijk met elkaar over God te spreken. Dat alles maakt de Afrikaanse kerk positief en levendig."
De zending van de Gereformeerde Gemeenten heeft altijd een wederkerigheidsrelatie bepleit tussen de kerken hier en overzee. Zijn er dingen die wij van hen kunnen leren?
"Dan denk ik vooral aan de gemeenschapszin en de aandacht die men daar voor elkaar heeft. Alle verdriet en alle vreugde beleeft men met elkaar. Wanneer je de eerste weken in Nederland terug bent, overvalt je niet alleen een koud klimaat, maar soms ook een kou in de kerken. Wat wordt er toch weinig meer over de dingen van het Koninkrijk van God met elkaar gesproken. Toen ik in Izi enkele weken lang een ernstige oogziekte had, kwam bijna iedereen uit de gemeente langs. Groepjes mensen dromden rond mijn bed en iemand deed een gebed.
Ook kunnen we van het apologetisch spreken van de Afrikanen tegenover de heidenen leren. De vroege christenen uit de eerste eeuwen kenden ook dit vrijmoedige getuigenis te midden van de heidense wereld waarin zij leefden. De kerken in Afrika zijn vooral gegroeid door de positieve uitstraling van de christelijke kerk en haar gemeenschapsgevoel. In Afrika heb ik ontdekt hoe de christenen pal staan voor de waarheid en hoe ze openlijk voor hun overtuiging durven uitkomen. Wij zijn in het Westen bang geworden voor de ogenschijnlijke overmacht van het moderne heidendom. We zitten als vogeltjes tegen elkaar aan gedrukt alsof we belaagd worden. Overigens besef ik dat het beslist niet eenvoudig om christen te zijn in een kantoor met totaal geseculariseerde collega's. Toch zou het onze jonge mensen motiveren wanneer wij, als ouderen, deze vrijmoedige verantwoording in de praktijk brachten."
Maar dan komt het wel aan op het spreken vanuit een persoonlijk geloof?
"Natuurlijk, bij alles wat wij doen, geldt in de eerste plaats: Maar waarom wordt gij een christen genaamd? En dan is het ingrijpende antwoord van de Heidelberger Catechismus: "Omdat ik de zalving van Christus deelachtig ben!" Daar staat of valt inderdaad alles mee. Echte apologetiek is niet mogelijk zonder die genade. Petrus zegt het kernachtig: "En zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk die rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met zachtmoedigheid en vreze.""
Is een kerk met grotendeels 'uitwendige' leden in Nigeria ondenkbaar? Kent de Afrikaanse kerk ook een zogenaamde derde weg?
"Ook in Afrika wandelen velen helaas op deze zogenaamde derde weg. Men gaat wel naar de kerk, maar men is vooral bezig met de farm, met het land en met de markt. Hier in Nederland zijn het dan de computer, de vakantie en de laatste belegging. Daarom geldt zowel hier als daar het gebed: "Ontwaak noordenwind! En kom gij zuidenwind! Doorwaai mijn hof.""
Bent u na zes jaren veranderd?
"Wel verrijkt, maar niet veranderd. Ik preek net zoals zes jaar geleden. De preken die ik op het zendingsveld hield, heb ik ook in Nederland gehouden. In Afrika zeg je de dingen wel eenvoudiger en met meer voorbeelden. Daar is enerzijds steeds weer die ernstige en vriendelijke nodiging tot zaligheid. Maar anderzijds ook hoe een zondaar tot die zaligheid gebracht wordt, namelijk met de aanvaarding van het vonnis des doods dat God over hem heeft uitgesproken. "Zo Gij Heere de ongerechtigheden gadeslaat, Heere wie zal bestaan?"
Zendelingen kunnen inderdaad veranderen en zich na hun dienstperiode zelfs bij een andere kerk aansluiten. Maar het is mij opgevallen dat dit niet zozeer veroorzaakt werd door hun ervaringen in de zending, maar door de theologische keuzes die men daarvóór al gemaakt had."
De op dit moment laatste zendingspredikant van de Gereformeerde Gemeenten is terug. Is dit niet een aanklacht?
"Ja. Dit is heel erg. Vanaf het prilste uur van de geschiedenis van de kerk heeft Christus naar de einden der aarde gewezen. Ik heb het werk ook met pijn en moeite neergelegd. Ik hield van het werk en van de mensen. Toch meende ik voor Gods aangezicht dat het zo goed was. God heeft mannen aan de Nigeriaanse kerk gegeven die deze taak op hun schouders konden en wilden nemen. Dan moeten we dat als blanke zendelingen niet in de weg staan. Dat neemt niet weg dat het een zegen zou zijn wanneer predikanten zich voor nieuwe zendingsvelden geroepen zouden weten. Het zou aanbeveling verdienen dat studenten van de Theologische School enige weken op een zendingsveld zouden werken, zodat er met meer betrokkenheid over deze roeping van de kerk gesproken werd."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2000
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 april 2000
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's