Preken met aanpassingsvermogen
Ds. T. Cammeraat: Ik tracht de gemeente tot verwondering te brengen
KRABBENDIJKE - Een eenvoudige verkondiging van Gods Woord. Dat is wat gemeenten volgens ds. T. Cammeraat nodig hebben. "Ik wil zo preken dat de hoorders op de openbaring van Gods liefde en genade maar één antwoord hebben: "Ik zal U al mijn liefde waardig schatten." Ik tracht de gemeente tot verwondering te brengen."
De hervormde predikant uit Krabbendijke ging enkele maanden geleden, toen hij 65 werd, met emeritaat. Hij zou aan de gemeente, die hij in de afgelopen zeven jaar wat kerkgangers betreft met meer dan 100 procent zag groeien, verbonden blijven totdat er een nieuwe predikant was. Inmiddels komt het afscheid in zicht, nu ds. A. A. W. Boon een beroep naar de Zeeuwse gemeente heeft aangenomen en daar op 21 oktober intrede doet. De week daarvoor neemt ds. Cammeraat afscheid. Sinds september verleent hij bijstand in het pastoraat in Driebergen. Dat blijft hij doen.
Ds. Cammeraat is van geboorte afkomstig uit Moerkapelle en opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten. Van jongs af wilde hij predikant worden en het liefst de zending in. In eerste instantie kwam het er echter niet van. Twee oudere broers overleden jong en daarom kwam Teunis Cammeraat in het landbouwmechanisatiebedrijf van zijn vader terecht. "Ik heb er met plezier gewerkt. Maar van tijd tot tijd kwam de drang om predikant te worden naar boven. De mogelijkheid daartoe was er in de Gereformeerde Gemeenten niet. Toen ben ik overgegaan naar de Nederlandse Hervormde Kerk."
Om te weten of dat wel de juiste beslissing was, ging hij in gesprek met een hervormde predikant die al eerder de overstap maakte. "Deze dominee besprak zijn preek van de zondag ervoor met mij. Aan het eind van het gesprek zei hij: Je bent hervormd. Alleen liggen je papieren nog bij de Gereformeerde Gemeenten."
Verwachting
De universitaire studie theologie deed ds. Cammeraat in Groningen. Tegelijkertijd was hij pastoraal medewerker in Niekerk-Oldekerk, "twee wat middenorthodoxe gemeenten", en later op Urk. De overgang van zijn geboorteplaats naar de Groninger gemeenten was groot. "Vooral wat de vormen betreft. In het gesprek dat ik met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond had om lid te mogen worden, heb ik verteld dat ik me voelde als Paulus in Athene. Die stelde, voordat hij iets van de onbekende God vertelde, niet de eis om afgodsbeelden en altaren weg te doen. Zo ben ik in verwachting van de zegen van de Heere en in de verwachting dat afgoden en altaren zouden verdwijnen, ook begonnen te verkondigen."
In Wijk bij Duurstede werd kandidaat Cammeraat in 1988 predikant. "Dat was vanouds een confessionele gemeente die Samen op Weg was gegaan. Maar de verloving is er voor het huwelijk verbroken." Bij de komst van ds. Cammeraat was er alleen een morgendienst, maar na acht maanden kwam er op verzoek van gemeenteleden ook een avonddienst. "We hadden er als kerkenraad één norm van waaruit we de dingen bespraken. En dat was de Bijbel."
De prediking moet er, volgens de predikant, op zijn gericht dat mensen God leren kennen zoals Hij Zich openbaart in Zijn Woord en bovenal in Zijn Zoon Jezus Christus. "In de prediking heb ik me steeds beijverd de tekst op een eenvoudige wijze uit te leggen, met een toespitsing naar het leven van iedere dag, voor je geloof en voor je omgang met de ander. Ik ben er vanuit mijn kerkelijke loopbaan wat van teruggekeerd om de dogmatiek of belijdenisgeschriften de tekst te laten beïnvloeden. Belijdenisgeschriften kunnen in het geheel een beetje een corrigerende werking hebben, maar niet zo dat ze uitmaken hoe er gepreekt moet worden."
Drie stukken
Vandaag de dag zijn er veel preken te beluisteren waarin de belijdenisgeschriften te veel invloed hebben, vindt ds. Cammeraat. "Daardoor komt de tekst niet goed uit de verf." Hij voegt eraan toe dat je de Bijbel wel in zijn geheel moet meenemen, om er zo voor te waken dat je geen dingen zegt die in tegenspraak zijn met de Schrift. "Maar er hoeft niet bij iedere tekst gezegd te worden dat we in Adam zijn gevallen, hoewel dat waar is. En de drie stukken hoeven we niet bij iedere tekst te voegen. Ook is het niet nodig dat iedere preek waarschuwt of appelleert. Iedere tekst moet zelf de gelegenheid krijgen om wat daar gezegd wordt te spreken in het kader van deze tijd. Ik denk dat je op die manier een stukje geloofsopvoeding krijgt."
Als ouders in het doopformulier wordt gevraagd de kinderen in de voorzeide leer te onderwijzen, bedoelen de opstellers volgens ds. Cammeraat dat de ouders zo veel goeds van deze God moeten vertellen, dat de kinderen de keus ook kunnen maken om naar dezelfde God te luisteren.
En dat ze in zonde ontvangen en geboren zijn, zoals het doopformulier ook zegt? "Dat laten we staan. Maar dan wel zoals de Catechismus het zegt. Dat we onze ellendekennis van Christus leren. Leren we die van Mozes, dan wordt het een wanhopig iets."
Opening
De ervaring heeft ds. Cammeraat geleerd -ik kwam van vrijzinnig tot Gereformeerde Bond- dat als je preekt zoals het in de tekst staat, zonder uitweidingen, er links en rechts opening voor Gods Woord is. "Je moet wel wat aanpassingsvermogen hebben. In een gemeente waar men gewend is aan een dienst van een uur en tien minuten, moet je er geen anderhalf uur van maken."
Dat ds. Cammeraat in bepaalde gemeenten niet meer mocht komen preken, heeft hij niet als pijnlijk ervaren. "Aan de andere kant waren er weer nieuwe mogelijkheden. Ik heb het wel wijs gevonden dat omliggende GB-plaatsen, toen ik in Wijk bij Duurstede kwam, me lieten preken. Verdrietig vond ik het dat bepaalde GB'ers niet bereid waren in Wijk bij Duurstede of Krabbendijke te preken, terwijl ze zich mochten beperken tot het laten zingen van psalmen en mochten preken zoals Gods Woord dat vraagt."
Op het punt van de liturgie kan ds. Cammeraat zichzelf goed aanpassen, vertelt hij. Toch zijn er ook voor hem grenzen. "Toen mij werd gevraagd een huwelijk samen met de pastoor te bevestigen, heb ik dat niet gedaan. Ik heb het bruidspaar gevraagd of zij dachten dat de pastoor en ik het met elkaar eens waren. Ze zeiden van niet. Of ze dan van mij konden verwachten dat ik voor God en de mensen zou doen alsof dat wel zo was."
Ds. Cammeraat preekte wel in gemeenten waar vrouwelijke ambtsdragers waren. Is dat dan geen onoverkomelijk probleem? "Niet om het Woord te verkondigen. Ik beijver me niet om vrouwen in of uit een kerkenraad te krijgen. Ik denk dat we als gemeente in gehoorzaamheid aan het Woord ambtsdragers moeten kiezen." Dan kan er veel veranderen, merkte de emeritus. "In Krabbendijke heeft zelfs Ien Dales, de voormalige minister, op de preekstoel gestaan. Door Gods Woord is het hier nu anders geworden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juli 2001
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 juli 2001
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's