Jongeren missen biddende mensen als voorbeeld
Dr. Juch neemt afscheid van Kampen:
KAMPEN - Voor kinderen en jongeren zijn er te weinig voorbeelden van biddende mensen met wie ze zich zo kunnen identificeren dat ze daardoor leren bidden. Dat stelde dr. H. R. Juch vanmiddag in zijn afscheidsrede als docent praktische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen.
De rede van dr. Juch was mede gebaseerd op een onderzoek dat hij tussen 1991 en 1995 deed naar het leren bidden onder gereformeerde predikanten, ouders en jongeren. Het gedeelte over ouders verscheen in 1993 als publicatie, de rest van het onderzoek heeft nooit het licht gezien.
Uit het onderzoek van de praktisch theoloog uit Kampen bleek dat jongeren minder bidden dan hun ouders. Als oorzaken noemt dr. Juch onder meer dat bidden in deze tijd een "wezensvreemd element" in onze omgeving is geworden. Verder zorgt het secularisatieproces ervoor dat het gebed aan betekenis verliest.
Een ander obstakel voor het bidden is het huidige levensritme. "Doordat vaak vader en moeder werken, is de tijd voor de kinderen soms erg beperkt. Ze moeten snel naar bed gebracht worden, omdat het huishouden nog niet klaar is. Of de televisie is voor ouderen en jongeren zo van belang, dat de kinderen eigenlijk al te lang zijn opgebleven. Of de ouders zelf willen van het komende programma niets missen."
Stilte
In zijn afscheidsrede belicht dr. Juch uitvoeriger een vierde reden voor de verminderde betekenis van het gebed. Er zijn, zei hij, voor ouderen en jongeren nauwelijks leerscholen voor het gebed. Juist op dat punt zoekt de docent naar nieuwe wegen. "Als er sprake is van een gebedsarmoede onder de jongeren, dan zullen we pogingen in het werk dienen te stellen om hen te leren bidden."
Als voorwaarden om te leren bidden noemt dr. Juch zowel de stilte die nodig is om te bidden als kennis van de "symbolische taal" van het gebed. In het leerproces is samenwerking tussen gezin, kerk en school verder onontbeerlijk. "Hoewel die samenwerking door tal van oorzaken steeds moeilijker wordt, denk ik toch dat de geloofsopvoeding in gezin, kerk en school zal dienen plaats te vinden."
Uit het onderzoek van dr. Juch bleek dat ruim 90 procent van de ondervraagde ouders aangaf aan tafel met hun kinderen te bidden. Toch twijfelt dr. Juch eraan of ze daarin een voorbeeld zijn dat de kinderen kunnen navolgen. Meer dan 30 procent van de ouders die aan tafel met de kinderen bidden gaf namelijk aan dat ieder in stilte voor zichzelf bidt. Van de anderen bidt bijna de helft een min of meer vaststaand, al dan niet zelfgemaakt gebed. Bovendien gaf meer dan 60 procent van de ouders aan dat ze zelden of nooit met hun kinderen erover praten dat het bidden voor hen belangrijk is. Jongeren hebben, concludeert Juch, te weinig voorbeelden van biddende mensen.
Uitdagingen
Zelf ziet de Kamper docent vooral in de catechese uitdagingen om gemeenteleden te leren bidden. Hij heeft daarbij goede gedachten over een jaren geleden uitgegeven landelijke cursus voor volwassenen en het samen maken en uitspreken van gebeden op de catechisatie. "Als we zo met het gebed bezig zijn, zal het bidden steeds meer als vanzelfsprekend gezien en beleefd worden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 2001
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's