EurepGap

Voor groente- en fruittelers is EurepGap een bekend begrip. Het is een van de onderwerpen die veel aandacht krijgen in agrarische kringen. Dit hangt direct samen met de grote belangstelling die er is voor de veiligheid van ons voedsel.

EurepGap staat voor een set eisen en voorschriften die op gezamenlijk initiatief van een grote groep Europese supermarktorganisaties zijn opgesteld. Daartoe hebben ze de Eurep-werkgroep opgericht, met als taak eisen te formuleren waaraan de producten en de tuinbouwbedrijven moeten voldoen om ook in de toekomst leverancier van deze supermarkten te kunnen blijven. Deze eisen zijn vastgelegd in de zogenaamde GAP; dit staat voor Good Agricultural Practice, hetgeen zoveel betekent als Goede Agrarische Praktijk.

In deze EurepGap zijn allerlei eisen opgenomen op het terrein van voedselveiligheid, hygiëne, milieu, arbeidsomstandigheden en natuurontwikkeling. Voor telers betekent het invoeren van de EurepGap op hun bedrijven dat ze hun werkwijze in meerdere of mindere mate moeten aanpassen. In ieder geval moeten ze een uitgebreide bedrijfsadministratie aanleggen, zodat aan afnemers aantoonbaar kan worden gemaakt dat het voedsel op een verantwoorde wijze is geproduceerd.

Inspecties

Producenten van groenten en fruit die aan de eisen van EurepGap voldoen krijgen een certificaat. Of ze eraan voldoen, wordt vastgesteld tijdens een vier uren durend bedrijfsonderzoek, uitgevoerd door een onpartijdige inspectie-instelling. Heel bewust is gekozen voor een stevige controle op de naleving van de voorschriften. Het is de supermarkten er alles aan gelegen dat EurepGap degelijke waarborgen biedt voor een veilig product in het winkelschap.

De verschillende supermarkten hebben verklaard dat zij vanaf 2002, of kort daarna, nog alleen producten zullen verkopen van bedrijven die EurepGap-gecertificeerd zijn. Voor de telers is dit een helder signaal en in feite het kompas waarop men kan varen.

Voor de Nederlandse tuinbouw is de introductie van EurepGap sowieso een uitstekende zaak. Onze hoogontwikkelde tuinbouwsector is in mijn opvatting beter dan welke andere buitenlandse tuinbouwsector in staat aan de eisen van EurepGap te voldoen. In de achterliggende jaren heeft onze tuinbouw zich al veel inspanningen getroost op het terrein van milieuvriendelijke productiemethoden, getuige de ver doorgevoerde biologische bestrijding, en ook ten aanzien van de voedselveiligheid bevinden we ons op hoog plan.

Dit blijkt duidelijk uit de jaarlijkse publicaties van het Rijks-Kwaliteits Instituut voor Land- en Tuinbouwproducten (Rikilt), waarin de resultaten worden weergegeven van de vele residuanalyses in Nederlandse én buitenlandse producten. Uit deze publicaties blijkt telkens weer dat de Nederlandse producten zich ten aanzien van de aanwezigheid van resten gewasbeschermingsmiddelen gunstig onderscheiden.

Künast

Toch is het ook niet zo dat Nederlandse telers 'zomaar' aan de EurepGap-richtlijnen kunnen voldoen. Zij moeten daar wel degelijk inspanningen voor plegen en daaraan zijn ook hogere kosten verbonden en/of grotere teeltrisico's. Kortom: het is wel van belang dat de meerkosten ook daadwerkelijk leiden tot een meerwaarde in de ogen van de afnemers (lees: supermarkten), en dus tot meeropbrengsten of ten minste een preferente marktpositie.

In dat opzicht is het vervelend dat in afwijking van onder andere Nederlandse en Engelse supermarktketens op onze grootste afzetmarkt -Duitsland- de EurepGap-richtlijnen voorlopig niet gehanteerd zullen worden. De Duitse retailers zeggen niets te zien in het opleggen van deze extra voedselveiligheidseisen aan hun leveranciers; het zou enkel leiden tot meer administratie ('papierwinkel') en kleinere marges (vanwege de hog ere kosten).

Niettemin mag worden aangenomen dat, met de recente bse-perikelen en de grote invloed die dit heeft op het koop- en consumptiegedrag van de Duitse consument, er een verandering zal komen in de afwijzende opstelling van de Duitse retailers. Ook de harde lijn die de nieuwe minister van Landbouw en Consumentenbelangen, Renate Künast, heeft gekozen in haar beleidsplannen ter bevordering van een betere kwaliteit van het voedsel ("Klasse in plaats van Massa") zal een extra duw in de gewenste richting geven.

Ir. A. van der Linden is werkzaam bij The Greenery International BV en schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen