De vergeten redder van 50.000 Bulgaarse Joden
Politicus Dimitar Pesev zette Hitler bij de "Endlösung" de voet dwars
Bulgarije schudde zestig jaar geleden het slavenjuk van nazi-Duitsland van zich af. Als een van de weinige landen van Centraal-Europa bleef het de deportatie van de Joden bespaard. Dat is vooral te danken aan verzetsman Dimitar Pesev.
De naam van Dimitar Pesev zou waarschijnlijk in de vergetelheid zijn geraakt als de Italiaanse essayist Gabrielle Nissim niet een uitgebreide studie aan hem had gewijd. Bij het verschijnen van zijn boek "Der Mann, der Hitler stoppte" sprak de Bulgaarse parlementsvoorzitter Jordan Sokolov over een mijlpaal in de doelbewuste geschiedvervalsing van de communistische machthebbers. De sluier van vergetelheid die zestig jaar lang over Pesev hing, is opgelicht en zijn verzetsdaden worden nu internationaal erkend en bejubeld.
Tot nu toe was nooit duidelijk onderzocht aan wie de redding van de rond 50.000 Joden te danken was. Was het de verdienste van koning Boris discreet of van de communisten. De Italiaanse essayist Gabrielle Nissim concludeert dat enkel en alleen Pesev de deportatie opgehouden heeft. Hij reconstrueert in zijn boek deze gedenkwaardige geschiedenis op basis van gegevens uit de archieven in Sofia en interviews met overlevenden. Zijn hoofddoel was daarbij niet een wetenschappelijk werk te schrijven, maar eerder een rehabilitatie van een man wiens aandeel in de reddingsactie bij slechts weinig Joden bekend was, een man die in de eigen regering in ongenade viel en die de communisten als fascist beschouwden en bijna ter dood hadden veroordeeld.
Tot dusver kende vrijwel niemand Dimitar Pesev. Zelfs in zijn geboorteland Bulgarije was hij nauwelijks bekend en na zijn dood in 1973 wist niemand meer van hem. Zelfs de Joden die hun leven aan hem te danken hadden, waren de man vergeten die als enige politicus tegen de stilzwijgende goedkeuring van de "Endlösung" was opgetreden. De reddingsacties voor de Joden van Bulgarije en Denemarken gelden als zeldzame voorbeelden van solidariteit en burgermoed. Toch zijn beide geschiedenissen in zekere zin mythes.
Patriot
De realiteit was complexer en tegenstrijdiger dan vaak is aangenomen. Ook in Bulgarije waren er in de jaren '40 fascisten en niet alleen maar zogenaamde heiligen, zoals Nissim in zijn spannende boek verhaalt. Dimitar Pesev, een integere advocaat uit het middenstandsmilieu, had veelvuldig contact met Joodse families. Hij was een hartstochtelijk pleiter voor de mensenrechten. Na een loopbaan als rechter stapte hij de politiek in en klom op tot vice-voorzitter van het Bulgaarse parlement.
Als patriot en overtuigd anticommunist droomde hij, net als vele Joden, van een Groot-Bulgarije (met inbegrip van Dobrudza, Thracië en Macedonië), en was niet onwillig op dit punt met nazi-Duitsland samen te werken. Ook had Pesev geen bezwaar tegen Bulgaarse varianten op de "Neurenberger wetten", volgens welke de Joden de gele ster moesten dragen en hun eigendommen aan de staat moesten afstaan, hoewel van meet af aan Joodse intellectuelen, kunstenaars en zelfs de kerk scherp tegen deze wetten hadden geprotesteerd.
Nu werd in Bulgarije het dragen van de davidsster niet zo streng doorgevoerd als in andere Europese landen, maar er waren wel werkkampen, de Joden verloren hun burgerrechten en hun uitlevering was de prijs voor de uitbreiding met de nieuwe landsdelen. Evenals andere liberale parlementariërs verdrong Dimitar Pesev de consequenties van zijn denkwijze .
Manifest
In maart 1943, toen er al 12.000 Joden uit de door Bulgarije bestuurde gebieden van Griekenland en Macedonië naar Auschwitz waren gedeporteerd, schrok Pesev op. Radeloze Joodse vrienden, waaronder de familie Baruch, zochten hem op in zijn woonplaats Kjustendil. Ze schudden Pesev wakker. Pas toen zag hij helder voor ogen welke consequenties deze onvoorstelbare moordmachine had.
Pesev handelde snel. Gesteund door een twaalftal afgevaardigden uit het parlement dwong hij minister van Binnenlandse Zaken Gabrowski op het laatste ogenblik de deportaties in heel Bulgarije stop te zetten. Uitstel betekende echter nog geen afstel en daarom schreef Pesev een manifest dat binnen 24 uur mede werd ondertekend werd door 42 afgevaardigden. Het werd een dramatische wedloop met de tijd, maar wonder boven wonder lukte het Pesev, als hoofd van een delegatie uit Kjustendil, het wegvoeren van de Joden tegen te houden.
Premier Bogdan Filov ging in het parlement echter tot de tegenaanval over. Hij schoof Pesev in de schoenen, dat hij Joods geld had aangenomen en riep de afgevaardigden op hun ondertekening van het manifest ongedaan te maken. Ettelijke parlementsleden zwichtten voor de druk en een meerderheid stemde daarop voor het ontslag van Pesev als vice-voorzitter.
De strijd was nog niet gewonnen, maar de heroïsche actie van Pesev had wel weerklank gevonden bij Bulgaarse koning Boris. Het zette de weifelachtige vorst tot nadenken. Daar kwam nog bij dat in die dagen de divisies van de Duitse Wehrmacht het debacle bij Stalingrad als keerpunt in de geschiedenis meemaakten. Tijdens een onderhoud met Hitler en Von Ribbentrop op 31 maart 1943 gaf koning Boris op pragmatische toon te kennen dat hij de uitlevering van de Bulgaarse Joden weigerde omdat hij ze nodig had voor de "Arbeitseinsatz". Hij ging echter wel akkoord met de deportatie van de Joden uit Macedonië en Thracië.
Brief
Pesevs initiatieven hadden de Joden moed gegeven. Zo organiseerde rabbijn Cion samen met communistische sympathisanten in de Bulgaarse hoofdstad Sofia een grote protestdemonstratie. De politie verhinderde echter de opmars naar het koninklijk paleis en deporteerde de deelnemers naar afgelegen plaatsen in de provincie. Hierna volgde nóg een moedig optreden: de orthodoxe metropoliet Stefan gespte demonstratief de davidsster op zijn revers, nam de Joden die voor zijn kathedraal waren samengedromd in bescherming en maande koning Boris in een brief, de Joden niet te vervolgen, omdat God hem daarvoor zou straffen.
Verder eiste hij afschaffing van de discriminerende Joodse wetten en beëindiging van de vervolging. Hij schreef letterlijk: "Door deze edele geste zal Uwe Majesteit ons vaderland ervoor behoeden dat haar naam niet door een verschrikkelijke misdaad tegen de mensheid wordt bezoedeld."
De daaropvolgende maanden paste de Bulgaarse regering tegenover de Duitse eisen een vertragingstactiek toe. Op 31 augustus 1944 werden de anti-Joodse wetten opgeheven. Oppervlakkige journalisten prezen koning Boris III als de redder van de Bulgaarse Joden. Ze vergaten echter de man die door zijn moedig politiek optreden het keerpunt voor de Joden in gang zette, een keerpunt dat aan een wonder grensde.
Gebroken man
Voor zijn moed betaalde Dimitar Pesev een hoge prijs. Na de inval van het Rode Leger en de machtsovername door de communisten werd hij als vermeend fascist en antisemiet voor het gerecht gedaagd. Twee Joodse advocaten weigerden uit angst hem te verdedigen. Een derde nam de opdracht wel aan en kon door zijn pleidooi Pesev van de executie redden. Hij werd 'slechts' tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. De Bulgaarse Joden emigreerden vervolgens massaal naar Israël en vergaten de man aan wie zijn hun leven te danken hadden. Pesev werd weliswaar voortijdig vrijgelaten, maar was een gebroken man, die verarmd en vereenzaamd maar met een trots gevoel tot zijn overlijden in een kamertje van zes vierkante meter woonde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 40 Pagina's