Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Wees bescheiden met term Bijbelgetrouw"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Wees bescheiden met term Bijbelgetrouw"

Prof. Nullens wil christelijke ethiek bedrijven in postmoderne tijd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEUVEN - Een christelijke ethiek die zich uitsluitend weet te funderen op een reeks Bijbelteksten is onvoldoende. Er bestaat nog een grote kloof tussen het verstaan van een bepaalde tekst en de juiste toepassing ervan, stelt prof. dr. Patrick Nullens in zijn nieuwe inleiding in de christelijke ethiek.

Gebruik de Bijbel als onmisbare inspiratiebron, adviseert hij de lezer, maar wees bescheiden met het woord Bijbelgetrouw.

Prof. Nullens is hoogleraar ethiek en dogmatiek aan de Evangelische Theologische Faculteit te Leuven (ETF) en aan het TCMI Institute te Wenen. In zijn recent verschenen boek "Verlangen naar het goede. Bouwstenen voor een christelijke ethiek" (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer) wil hij niet alleen de valkuil van moralisme vermijden, maar ook die van een wereldvreemde houding van de ethiek.

De Bijbel geeft een heel uitgebreide reeks ingrediënten voor een christelijke ethiek, zo stelt de hoogleraar. De Bijbel is de belangrijkste inspiratiebron voor de ethicus. Maar ons beperkt verstaan van de Bijbelse ethiek mogen we niet gelijkstellen aan dat van de Bijbelse openbaring. Nullens verkiest het bredere begrip christelijke ethiek boven Bijbelse ethiek. De Schrift is niet het enige: zij wordt ook verstaan door middel van de rede, de geloofstraditie en de praktische ervaringen van mensen.

Moreel wezen

Kern van de christelijke ethiek is volgens prof. Nullens dat zij enerzijds vertrekt vanuit de liefde van de Drie-enige God, anderzijds van de mens als antwoordend wezen. De mens is een moreel wezen, geschapen naar Gods be eld, met als grote doel Gods goedheid te weerspiegelen. De Bijbel beschrijft de enorme spanning tussen de goede mens, als geschapen naar Gods beeld, en de slechte mens in opstand tegen zijn Schepper. "Het Evangelie heft het mens-zijn niet op, maar brengt het tot vervulling."

De christen heeft een levende band met Jezus Christus, gewerkt door de Heilige Geest, zo zet Nullens uiteen. Het is een persoonlijke relatie, maar niet een individuele, los van de gemeenschap. De Geest werkt in de geloofsgemeenschap, evenals het lezen van de Bijbel iets is wat samen met andere gelovigen wordt gedaan.

De auteur, zelf baptist, ziet op dit punt een kwalijk neveneffect van de Reformatie. De strijd van Luther tegen de imposante Rooms-Katholieke Kerk heeft volgens hem geleid tot een sterk subjectiviteitsbewustzijn. Aanvankelijk was er de mondige lezer van de Bijbel, later ook zonder die Bijbel.

Bijbelgetrouw

Prof. Nullens is beducht voor het gemakkelijk gebruiken van de term Bijbelgetrouw. Feit is namelijk dat er met de Bijbel in de hand tegenstrijdige standpunten vurig worden verdedigd. Er is dus meer in het spel dan eenvoudig de claim 'alleen de Bijbel'. Teksten worden heel verschillend uitgelegd en toegepast. "De betrouwbaarheid van de Bijbel betekent zeker niet een betrouwbaarheid van de ethische conclusie. Het citeren van Bijbelteksten kan er zelfs voor zorgen dat het eigenlijke argument verdoezeld wordt met een aureool van goddelijk gezag. Dit komt het ethische debat zeker niet ten goede", aldus prof. Nullens.

De Belgische ethicus wil het gezag van de Bijbel vooral plaatsen binnen het kader van christelijk discipelschap. "Bijbelgetrouwheid is een gevolg van de navolging van Christus en niet zozeer een theoretisch standpunt vanuit 'de protestantse traditie'." Christenen hebben wel een boek, maar geloven in een Persoon, zo citeert hij prof. J. van Bruggen instemmend. Ook is het riskant om geloofsbeleving vast te leggen in exacte dogmatische formuleringen, waarop we dan meer vertrouwen dan op de Schrift zelf.

Prof. Nullens wil christelijke ethiek bedrijven in een wereld die naar zijn mening steeds meer in een religieuze en morele crisis verkeert. In een postchristelijk en postmodern Europa zal het contrast tussen de christelijke ethiek en de algemeen aanvaarde ethiek groter worden. De crisis in de moraal wordt in het postmodernisme nog sterker, omdat zij nu het totale bestaan van de mens betreft.

De essentie van de mens ligt volgens het postmodernisme niet in zijn rationaliteit of in zijn wil, maar in "een rijke combinatie van denken, willen en voelen." Dat heeft ook gevolgen voor de ethiek. Prof. Nullens: "Ethiek wordt in de richtig van esthetica gevoerd. We zoeken naar een mooi harmonieus leven. Bij de groeiende welvaart past een privatisering van de ethiek of een segmentering in kleine, gelijkgezinde groepen."

Ook wijst de hoogleraar op de verscherping van de morele crisis door de technologische ontwikkelingen. Tal van actuele morele vraagstukken hebben te maken met nieuwe technologieën, zoals prenatale diagnose, abortus, euthanasie, gentherapie, industriële veeteelt, atoomwapens, en vele andere kwesties. In de wetenschap heerst volgens Nullens nog vaak het dogma van het modernisme en ziet men de mens als louter biologisch wezen. Men heeft moeite met een morele regelgeving die haar grondslag vindt buiten de wetenschap.

Compromismodel

Toch ziet prof. Nullens de postmoderniteit ook weer als een uitdaging. Al gaat hij niet mee met "de totale relativering van het concept waarheid", wel kan de postmoderne kritiek ons helpen bij "het ontmaskeren van argumentatieve machtsstructuren die achter bepaalde denksystemen schuilen." Christelijke ethiek moet alomvattend zijn en zich niet alleen richten op de mens als redelijk wezen.

Het is volgens Nullens daarom gepast om een moreel model te presenteren als een optie, en niet als het laatste woord. "Het gaat eerder om een uitnodiging tot gesprek dan om een vast uitgewerkt stelsel." Dat betekent voor hem echter geen relativering van de Bijbel. Al is de Bijbel geen wetenschappelijk handboek, het is wel een geloofsboek met een tijdloos karakter.

Tegenover het model van christelijk idealisme of perfectionisme en het tragiekmodel, poneert hij ten slotte het compromismodel. "De gebrokenheid van de wereld zorgt ervoor dat we gedwongen worden om een compromis te sluiten. In het geval van morele dilemma's is het compromis onze opdracht. Door het sluiten van een juist compromis gehoorzamen we God."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 juli 2006

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

"Wees bescheiden met term Bijbelgetrouw"

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 juli 2006

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's