Verhoging maximum-snelheid in alle opzichten ongewenst
Bij de verhoging van de maximumsnelheid tot 120 km per uur zijn een aantal punten van belang. Dat zijn vooral de mogelijkheid tot handhaving - dus de justitiële kant van de zaak - , het milieu en de verkeersveiligheid. Vanuit elk van deze drie invalshoeken wil ik nu enkele opmerkingen maken. Allereerst de handhaving. Dat is in feite de voornaamste pijler van het regeringsvoorstel. Immers, de huidige snelheidsnorm van 100 km is niet te handhaven, zo wordt gesteld, gelet op het massale karakter van de overtreding van deze norm.
Dan mag eerst wel de vraag gesteld worden, hoe dat eigenlijk komt. In feite heeft de controle op de handhaving van de maximum-snelheid nimmer voldoende prioriteit gehad. En een norm, die niet gehandhaafd wordt, slijt uit! Daarbij komt nog, dat met name de laatste 2 jaar bewindsHeden voortdurend publiekelijk deze norm ter discussie hebben gesteld en daarmee zelf een flinke bijdrage aan de uitholling van deze norm hebben geleverd. Over het voorbeeld dat bewindslieden bij de naleving van de bestaande norm hebben gegeven, behoef ik, na alle berichten van de laatste weken, niet meer uit te weiden.
Wat mij feitelijk nog het meest dwars zit, is de wijze waarop blijkens de gang van zaken de regering over normstelling en normhandhaving denkt. De redenering is feitelijk deze: een norm, die massaal overtreden wordt, blijkt ongeloofwaardig te zijn, is dus niet meer te handhaven en moet derhalve worden aangepast. Dit vind ik een uiterst gevaarlijke redenering. Gaan wij deze gedachtengang ook op andere terreinen toepassen, dan staat het einde van de rechtsstaat voor de deur. In het Kamerdebat werd niet ten onrechte aan de Minister van Justitie de vraag voorgelegd, of wij nu ook een voorstel kunnen tegemoet zien van bijv. winkeldiefstallen (eventueel beneden een bepaald bedrag) straffeloos te verkla ren. Daar zou in wezen dezelfde redenering op kunnen worden toegepast. Met andere woorden: de grenzen zijn dan zoek. Bovendien is ook in het Kamerdebat volstrekt niet duidelijk geworden, waarom de 120 km-grens nu ineens wel deugdelijk zou kunnen worden gehandhaafd, terwijl dit bij de 100 km-grens niet kon. Dat nu de 100 km-grens niet te handhaven zou zijn wil er bij mij ook overigens niet in; ik denk slechts aan de situatie in de Verenigde Staten.
Nu kan men stellen, zoals ook de regering deed, is een norm van 120 km niet geloofwaardiger, gelet op de inrichting van onze wegen en de capaciteit van de auto's. Dan komen wij dus op de inhoudelijke kern van de norm.
EERST IETS OVER HET MILIEU
De verzuring dreigt een van de grootste miHeurampen van deze tijd te worden. Ingrijpende maatregelen zullen nodig zijn, ook ten opzichte van het wegverkeer dat een van de grootste veroorzakers is. Consequente handhaving van de 100 km-grens was de meest voor de handliggende en goedkoopste bijdrage van het autoverkeer aan de bestrijding van de verzuring. De uitstoot van schadelijke stoffen bij 120 km is beduidend hoger.
Daarnaast speelt het aspect van de geluidshinder. De huidige geluidwerende voorzieningen langs autosnelwegen zijn gebaseerd op de huidige maximum-snelheid. De verhoging van dit maximum zal overeenkomstig de normen van de Wet Geluidhinder aanpassing van deze voorzieningen betekenen, wat grote bedragen zal vragen.
Tenslotte wijs ik op de energiebesparing. Dit moet gelet op onze schaarse energiebronnen een blijvende doelstelling zijn.
De verhoging van de maximum-snelheid staat daar haaks op: bij 120 km gebruikt een auto naar schatting gemiddeld ongeveer 30% energie meer dan bij 100 km. Ook vanuit deze optiek dus een slechte beslissing.
Tenslotte de verkeersveiligheid. Thans is in uitvoering een ambitieus Verkeersveiligheidsplan, dat beoogt in 2000 het aantal verkeersslachtoffers met 25% terug te brengen. De verhoging van de maximum-snelheid levert hieraan bepaald geen positieve bijdrage. De autosnelwegen zijn thans relatief veilig, vergeleken met andere typen wegen. Alleen al het verschil in toegestane snelheden van maar liefst 40 km tussen personenauto's en vrachtauto's zal de onveiligheid doen toenemen. Voor vrachtauto's blijft immers de thans geldende maximumsnelheid van 80 km gehandhaafd.
Een punt wat in dit verband in mijn ogen volstrekt onderbelicht is gebleven, betreft de duidelijke vergrijzing onder het automobilistenkorps. Meer bejaarden dan voorheen zijn gemotoriseerd en bovendien treedt, zoals bekend, in totaliteit een vergrijzingsproces onder de Nederlandse bevolking op. Hogere snelheden betekenen naar mijn overtuiging vooral voor deze categorie verhoging van kans op ongelukken in verband met verminderd reactievermogen. Vergeet daarbij ook de jongste categorie automobilisten niet, die thans blijkens de cijfers reeds het grootste risico loopt.
Overigens wijs ik erop, dat de duidelijkheid er niet groter op wordt: de maximum-snelheid zal niet op alle snelwegen gelden. Gevolg: extra borden en zelfs gekleurde middenbermen. Wie sprak er ook al weer over deregulering?
Bij dit alles is tot slot nog een principieel argument in het geding. Naar mijn overtuiging is voor een verant woorde visie op de overheidstaak art. 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis nog immer actueel. Dat artikel spreekt over het , , bedwingen van de ongebondenheid der mensen". Als die ongebondenheid ergens tot uitdrukking komt is het wel in het verkeer. De voorgestelde verhoging van de maximum-snelheid zie ik bepaald niet als bijdrage aan het beteugelen der „ongebondenheid", integendeel!
Na het voorgaande kan mijn eindoordeel kort zijn: op geen enkel van de relevante punten kan het besluit tot verhoging van de maximum-snelheid de toets der kritiek doorstaan. Kortom: een zeer te betreuren beslissing en een gemiste kans. De nu te ontplooien handhavingsactiviteiten hadden beter op de 100 km-grens gericht kunnen worden, gepaard gaande met een intensieve voorhchtingscampagne over het nut van de handhaving van de huidige limiet. Schrale troost: ten eerste is niemand verpHcht 120 km te gaan rijden en ten tweede zal de maatregel over één jaar worden geëvalueerd. Hopelijk is dan het gezonde verstand alsnog doorgebroken.
mr. J. T. van den Berg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1988
De Banier | 20 Pagina's