Internationaal Jaar van het Gezin?!
Het jaar 1994 is door de Verenigde Naties (VN) uitgeroepen tot het Internationaal Jaar van het Gezin. Er is nog alle reden toe om huwelijk en gezin te beschouwen als hoekstenen van onze maatschappij. Het zijn immers scheppingsordinanties.
Nederland als koploper
elaas moeten we echter constateren dat de Nederlandse politiek druk bezig is om de betekenis van huwelijk en gezin nog verder terug te dringen. In plaats dat de overheid tegenwicht biedt aan verdere uitholling, versterkt zij deze. De ons omringende landen hebben lange tijd een afwijkend beeld vertoond in vergelijking met ons land. Nederland kenmerkte zich door rustige en stabiele gezinsverhoudingen; een lager echtscheidingspercentage, een hoger geboortecijfer en een gering aantal gehuwde vrouwen met een betaalde baan. Maar Nederland is gaan inhalen en lijkt in vele opzichten zelfs koploper te zijn. Vooral als we denken aan het aanvaarden van alternatieve samenlevingsvormen. Nederland is één van de weinige landen ter wereld waar de rechterlijke macht toestaat dat mensen van hetzelfde geslacht een 'gezin' vormen. Zo heeft Nederland ook in eerste instantie bezwaar gemaakt tegen de aanwijzing van het Jaar van het Gezin, bang dat men was voor een herwaardering van het gezin ten nadele van de alternatieve samenlevingsvormen.
Kamervragen SGP
Ondanks de bezwaren ging het door, Nederland mocht na speciale toestemming van de VN eigen lijnen trekken. Er werd een Nationaal Comité in het leven geroepen waarin onder andere mensen uit de homo en lesbische wereld zitting hebben. Dit comité heeft een programma opgezet waarin andere op- voedingssituaties dan het gezin wor- den gepropageerd om vooroordelen weg te nemen. Dit blijkt ook uit het feit dat WVC 1, 6 miljoen beschikbaar heeft gesteld voor zogenaamde bij- zondere gezinsprojecten. De Bijbel- se normstelling ontbreekt in dit ge- heel. Het Jaar van het Gezin, bedoeld om aan het einde van de Eeuw van het Kind een constructieve bijdrage te leveren aan de versterking van de positie van het gezin, loopt uit op een door de overheid gesubsidieerd pro- paganda-jaar voor alternatieve sa- menlevingsvormen en dreigt daar- mee het tegendeel te bereiken van wat het beoogt. De SGP-fractie heeft kamervragen gesteld aan de verant- woordelijke minister over het feit dat het eigenlijke gezin in dit jaar in Ne- derland nauwelijks aan bod komt. Te- vens werd het onuitgenodigd laten van de Nederlandse Gezinsvereni- ging aangekaart. Terwijl organisaties van homosexuelen, alleenstaanden en gescheidenen wel op de opening van dit bijzondere jaar waren uitge- nodigd, liet het Comité de gezinsver- eniging links liggen. Daarnaast zijn er lespakketten voor basisscholen sa- mengesteld met financiële steun van het ministerie van WVC over homofiele en lesbische ouderparen. Ook hiervoor moest de bewindsvrouwe zich verantwoorden.
’Binding in vrijheid'
e mondige mens laat zich niets meer voorschrijven. Men kiest voor een vorm van samenwonen die het beste past bij persoonlijke opvattingen. Een toenemend aantal mensen vindt het huwelijk een te gebonden wijze van samenleven en samenwonen. Zij willen meer 'binding in vrijheid'. Zo keurde in 1980 al 60 procent van de Nederlandse bevolking het goed dat men 'als voorbereiding op het huwelijk' gaat samenwonen. In 1985 was dit percentage 69 procent. Het percentage ligt anno 1994 ongetwijfeld hoger. Daarom wordt ook gesproken over partners in plaats van man en vrouw. Dat herinnert te veel aan de traditionele rolverdeling waarbij de man kostwinner is en de \TOUW werkzaam is in het gezin en de huishouding.
Samenwonen
Vooral het ongehuwd samenwonen is een (geaccepteerd) verschijnsel van betekenis geworden. Velen zien het samenwonen als een voorbereiding op het huwe- lijk, als een soort gewennings- en leerperiode. Vaak wordt aangenomen dat op proef-samenwonen voor het huwelijk de kans op een blijvende relatie vergroot. Toch heeft in 1982 Onderzoek gezinsvorming al aangetoond dat juist onder de groep vrouwen die voor het huwelijk samenwoonden het percentage dat echtscheiding wil, groter is dan bij vrouwen die voor het huwelijk niet samenwoonden. Ook het recente onderzoek van het Centraal bureau voor de statistiek (CBS) geeft aan dat met samenwonen en daarna pas trouwen de kans op een 'succesvol' huwelijk niet vergroot wordt. Integendeel, uit dit onderzoek, dat uitgevoerd is in opdracht van de Nederlandse Gezinsraad in het kader van het Jaar van het Gezin, blijkt dat samenwoners hun relatie vaker en sneller verbreken, ook in een later huwelijk. De cijfers van het CBS geven dus het omgekeerde te zien. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat stellen die direct trouwen, 'behoudender' zijn en daarom minder makkelijk scheiden.
Grootste bevolkingsgroep
"olgens het CBS is de gemiddelde kans dat een samenwonend stel bij elkaar blijft, 75 procent. Na acht jaar gaat één op de vier samenwonende relaties stuk. Elk jaar lopen in Nederland in totaal ongeveer 60.000 relaties stuk. De helft daarvan door echtscheidingen, de 'officiële' scheidingen. De 'officieuze' scheidingen zijn goed voor de andere helft van de genoemde 60.000 breuken. Samenwonen is populairder dan ooit. Ongehuwd samenwonenden vormen de grootste bevolkingsgroep. Trouwen is nog maar voor een hele kleine minderheid de eerste stap. Van alle mannen en vrouwen van 18 tot 28 jaar, is driekwart van plan te gaan samenwonen of is daar al mee bezig. In 1982 was dit percentage nog maar ongeveer 15 procent. De meeste samenwoners gaan echter wel trouwen. Volgens het CBS is meer dan 80 procent van de mannen en vrouwen tussen de 18 en 38 getrouwd of getrouwd geweest.
Jongeren
ndere details uit het recente onderzoek van de CBS zijn dat : jongeren in de jaren negentig relatief langer bij hun ouders wonen, dat de helft van alle mannen van 23 jaar thuis woont en dat jongeren die 'uit huis trouwen' met 10 procent van het totaal sterk in de minderheid zijn. Jongeren zijn bewuster geworden van wat zij verwachten van een relatie, maar zij kennen ook steeds meer angst en onzekerheden in de relatie die zij zijn aangegaan.
Strijdpunten
We concluderen dat de secularisatie onverminderd doorgaat op het gebied van huwelijk en gezin. De peilers van onze samenleving worden afgebroken. Elke keer een stukje verder, ook in het Jaar van het Gezin. We moeten uit de recente cijfers opnieuw lessen leren dat des te meer de taak op ons allen ligt om jongeren op te voeden en voor te leven naar de eisen van Gods Woord. Ook als SGP moeten we tegen de geest van de tijd ingaan. Huwelijk en gezin blijven daarom actuele strijdpunten!
Zie ook het jongste nummer van Ons Contact over Het Gezin:
• "Tornen aan de hoeksteen" •"Kiezen tussen verleden en toekomst"; jongeren over huwelijk en gezin •"Het gezin moest een klein kerkje zijn"
Martien van der Zwan
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994
De Banier | 20 Pagina's