Een Bijbeltekst, een psalmregel, een lied
"Maatschappelijke veranderingen weerspiegelen zich in keuze grafteksten"
Begraafplaatsen - beiden kunnen er uren ronddwalen. "Begraafplaatsen", zegt G. Grootendorst, "zijn voor ons gevoel ook cultuurcentra: ze zeggen iets over de cultuur van de samenleving waarin ze zich bevinden." Samen met ds. H. P. Venema publiceerde hij onlangs het onderzoek "Niet alle graven zwijgen. Grafteksten in Heerde 1935-1997".*
Ze kennen elkaar al zo'n beetje hun leven lang. En beiden begonnen hun loopbaan in Nieuwenhoorn, op Voorne-Putten. "Venema als jonge dominee in de hervormde kerk, ik als jonge dokter."
Toen ze met werken stopten, jaren geleden alweer, woonde ds. Venema in Diepenveen, Grootendorst in Epe. Laatstgenoemde verhuisde later naar Goeree-Overflakkee, waar hij en zijn echtgenote in Ouddorp een woning betrokken.
In de Epese tijd is het echter allemaal begonnen, zegt Grootendorst in zijn werkkamer. In de boekenkast achter hem vele boeken. Theologie, filosofie. Kuitert, een Koran. "Op de begraafplaatsen in de buurt van Epe viel het ons op op hoeveel stenen een tekst vermeld stond. En dan bedoel ik niet: "Hier rust ", maar een Bijbeltekst, een psalmregel, een lied."
"En als je eenmaal 65 bent geworden", zegt de voormalige huisarts (later arts binnen de sociale gezondheidszorg), "ga je terugkijken op je leven. Allebei zijn we in 1935 geboren. Je hebt dus de oorlog meegemaakt, de ontkerkelijking, de individualisering. Je zag min of meer gesloten gemeenschappen in contact treden met de wereld. De invloed van de media, tv, radio, nam toe. Toen hebben we gedacht: Zouden deze maatschappelijke veranderingen zich nu weerspiegelen in de keuze van grafteksten?"
Meer dan een hypothese, een vermoeden, was het niet. "Maar we vonden de vraag interessant genoeg om eens grondig, wetenschappelijk, te gaan onderzoeken." Het leidde uiteindelijk tot de 100 bladzijden tellende studie "Niet alle graven zwijgen. Grafteksten in Heerde 1935-1997".
Toestemming
Om te beginnen oriënteerden de twee zich op een geschikte begraafplaats in de driehoek Zwolle-Deventer-Apeldoorn, hun directe woonomgeving. Belangrijk criterium was dat veel grafstenen een tekst bevatten én dat de graven ten minste de periode besloegen van 1935 -hun beider geboortejaar- tot 1997. "Het jaar 1935 was op zichzelf arbitrair", aldus de auteurs in hun inleiding, "maar wij wilden het onderzoek in zijn omvang beperken. Wel vonden we het belangrijk te beginnen vóór de zo ingrijpende Tweede Wereldoorlog. Het laatste onderzoeksjaar was 1997, omdat het veldwerk werd uitgevoerd in 1998."
De keuze viel ten slotte op de drie algemene begraafplaatsen van het Gelderse dorp Heerde. "Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerde verleenden ons toestemming voor het verzamelen van de voor het onderzoek benodigde gegevens."
Armoede
Grootendorst pakt het onderzoek erbij, bladert wat, toont dan twee grafieken. "Een van de uitkomsten van ons onderzoek is dat het aantal graven met een steen in Heerde tussen 1935 en 1997 is gestegen van 45 procent tot 95 procent. Een sterke stijging dus. Daarin zie je ook de economische ontwikkeling weerspiegeld: rond 1935 was de armoede veel groter. Veel mensen werden in een gemeentegraf begraven."
Van alle stenen op de drie begraafplaatsen noteerden de auteurs de gegevens. In totaal telden de Heerdese begraafplaatsen op dat moment 4323 graven. Daarvan hadden er 3506 een steen. "En op 1215 daarvan vonden we een tekst."
Omdat Grootendorst en Venema wilden weten welke verschuivingen er door de jaren heen waren opgetreden, deelden zij de 1215 grafteksten in acht categorieën in: persoonlijke teksten, gevoelsteksten, lofprijzingsteksten, toevertrouwingsteksten, teksten van verlangen, opstandingsteksten, teksten van voorwaardelijke opstanding en overige teksten.
Toevertrouwingsteksten
"Met deze categorieën zijn we vervolgens aan de slag gegaan", zegt de Ouddorper. "Waarbij de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het een heel moeilijk onderzoek bleek. Waarom bevat een grafsteen een tekst? En waarom juist deze tekst? Zegt een tekst nu iets over de overledene of juist over de nabestaanden?"
Verreweg in de meerderheid, ontdekten de twee, bleken in Heerde de toevertrouwingsteksten te zijn, teksten "waarmee mensen zeggen zich toe te vertrouwen aan God of Christus": 551 van de 1215 (45 procent). "De diversiteit van de toevertrouwingsteksten is groot. Toch zijn er teksten die heel vaak voorkomen. Zo zien we Psalm 23 in verschillende varianten 159 keer. "De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken." De meeste toevertrouwingsteksten komen uit het Oude Testament."
Opnieuw laat Grootendorst een grafiek zien. "Als het gaat om de toevertrouwingsteksten, zien we een heel duidelijke ontwikkeling. Het aantal per jaar van overlijden neemt toe van 20 procent in 1935 tot 50 procent in 1997." Die 50 procent werd overigens begin jaren zeventig al gehaald. "Daarna verandert het aantal toevertrouwingsteksten nauwelijks meer."
Opstandingsgeloof
De toename van het aantal toevertrouwingsteksten, constateren de onderzoekers, ging ten koste van de opstandingsteksten, en dan vooral van de "teksten van voorwaardelijke opstanding." Een voorbeeld van deze laatste categorie (waartoe zij 251 grafteksten rekenden) is volgens hen "De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn". De auteurs: "Het opstandingsgeloof in deze groep teksten is anders. () Opstanding is weliswaar een zekerheid, maar berouw, vergeving en genade zijn sleutelbegrippen. Er is de ondertoon van angst en dreiging dat het met de mens ook slecht kan aflopen. De opstanding is exclusief en voorwaardelijk. Het is, denken wij, het opstandingsgeloof dat gepredikt wordt in de hervormde gemeente van Heerde." Het is, vermoedt Grootendorst, "ook het geloof binnen de RD-achterban."
"Wij denken", zegt hij, "dat het Godsbeeld van mensen in Heerde, maar ook daarbuiten, in de loop van de vorige eeuw een verandering heeft ondergaan. God, de hemel, zijn als concrete zaken op de achtergrond geraakt. Mensen lijken niet meer zo de behoefte te hebben om deze zaken concreet in te vullen. De angst voor de vraag of het na de dood wel goed zal komen, ebt steeds meer weg. De moderne mens vertrouwt zich toe aan god als kracht, als inspiratiebron voor het leven hier op aarde."
Sober
Nog een "opvallende uitkomst" van het onderzoek was, aldus Grootendorst, het verschil tussen de grafstenen van leden van de hervormde gemeente en van de gereformeerde kerk in Heerde. "Gereformeerden bleken twee keer zo vaak een tekst op hun graf te hebben als hervormden."
Hoe verklaart hij dat? "Kennelijk gaan gereformeerden toch wat vrijer om met teksten. Ik weet dat je hier in Ouddorp, waar veel hervormden en hersteld hervormden wonen, heel weinig grafteksten vindt. Dat moet toch met het geloof te maken hebben. Het is hier allemaal heel sober."
Zijdelings keken Grootendorst en Venema ook naar de perinatale sterfte tussen 1935 en 1997: het percentage kinderen dat rond het tijdstip van de geboorte was overleden. "De perinatale sterfte was in 1935, aan het begin van ons onderzoek, hoog", noteerden zij. "Er waren jaren, kort voor en na de oorlog, dat een van elke tien graven een kindergrafje was. Pas na 1965 is er een belangrijke daling gekomen van 7 procent naar 1 procent rond 1985. Deze ontwikkeling weerspiegelt de vooruitgang in de gezondheidszorg."
Foto's
De twee bezochten ook verschillende kerkdiensten in Heerde, spraken daarnaast meerdere predikanten. "Wij wilden weten of predikanten invloed hebben op de keuze voor een graftekst die mensen maken. Spraken ze daarover met de mensen? "Nee", zeiden ze, "wij spelen daarin geen enkele rol, niet bewust althans." Eén predikant zei wel dat ons onderzoek hem tot nadenken had gestemd: misschien dat hij er wél over moest gaan spreken."
Riep uw onderzoek, waarbij u zo nadrukkelijk inzoomde op één plaatselijke gemeenschap, geen vragen op?
"In de inleiding verantwoorden wij ons hierover. En dat hebben we eigenlijk steeds gedaan. In de plaatselijke pers hebben we uitgebreid over ons onderzoek gepubliceerd. Ook over ons voornemen foto's en interviews te plaatsen, als verhelderende illustraties. Bezwaren hebben ons nooit bereikt."
Op bijna 2300 van de 3506 graven stond géén tekst op de steen. Hoe verklaart u dat?
"Ik heb daar niet direct een verklaring voor. Feit is wel dat kerkelijke mensen vaker een tekst op hun graf hebben dan niet-kerkelijken. In Heerde was 60 procent van de inwoners kerkelijk betrokken, 40 procent dus niet. Mogelijk zegt dat iets. Maar het kan ook te maken hebben met de soberheid die je onder behoudende kerkleden nogal eens aantreft: geen bloemen, geen tekst."
De angst "of het wel goed zal komen", lijkt steeds meer weg te ebben, constateert u. Eenzelfde ontwikkeling lijkt af te leiden uit de tekstkeuze boven rouwadvertenties in het Reformatorisch Dagblad tussen, zeg, 1971 en 2006.
"Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen, ja. Het behoort bij het moderne levensgevoel. Het is precies wat wij vaststellen: dat het voorwaardelijk opstandingsgeloof opschuift in de richting van toevertrouwen aan. Overigens zou het heel interessant zijn om hier ook elders onderzoek naar te doen. Wij hópen ook dat anderen zich laten inspireren door ons onderzoek, dat voor zover wij weten uniek is."
U groeide op in een orthodox-hervormd milieu. Zegt de tekst: "Het leven is mij Christus, het sterven mij gewin" u nog iets, juist ook in het kader van uw onderzoek?
"Nee. De Bijbel is voor mij een boek van mensen geworden, die door de eeuwen heen zoeken naar God. God is overal waar ik mijn medemens ontmoet. Daar, bij mijn medemens, ligt voor mij het accent van het leven. En de dood hoort bij dat leven - al besef ik dat je makkelijk praten hebt zolang je denkt dat je als enige onsterfelijk bent. Maar wat er na dit leven komt, nee, ik weet het niet, het verontrust me niet."
Haar plaats kent haar niet meer
"Tussen 1 januari 1935 en 1 januari 1998 zijn in het dorp Heerde 4323 mensen begraven. Op de begraafplaatsen van Heerde hebben wij 3506 grafstenen aangetroffen met voldoende gegevens om ze in ons onderzoek te betrekken, 105 aan de Zuppeldseweg, 2232 aan de Meester Nijhoffstraat en 1169 op Engelmanskamp.
Op de graven van ongeveer 800 mensen is geen steen aanwezig. Dit kan globaal de volgende oorzaken hebben:
- de steen of het houden grafmonument is vergaan en de resten zijn van het graf verwijderd;
- de steen is van gemeentewege weggehaald omdat nabestaanden niet langer wilden betalen voor onderhoud van het graf;
- de steen is geheel of gedeeltelijk onleesbaar geworden.
Maar medewerkers van de begraafplaatsen vertellen dat er na 1935 slechts heel sporadisch stenen verloren zijn gegaan of werden verwijderd.
In verreweg de meeste gevallen is er nooit een steen geweest. Het gaat om algemene graven waarin doden van gemeentewege werden begraven. Ook voor een steen zal er dan geen geld geweest zijn. Bovendien was het sinds 1949 niet meer toegestaan een steen te plaatsen op een algemeen graf.
Eigenlijk zouden er woorden uit Psalm 103 geschreven moeten staan op de steen, die er niet is. "De sterveling, zijn dagen zijn als gras, als een bloem des velds zo bloeit hij; wanneer de wind daarover is gegaan is zijn niet meer en haar plaats kent haar niet meer.""
Uit: "Niet alle graven zwijgen", blz. 20
*'T WAS ANDERS
Het beschreven onderzoek ”Niet alle graven zwijgen. Grafteksten in Heerde 1935-1997” is te bestellen bij G. Grootendorst, tel. 0187-684751.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2006
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's