Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verwondering die alleen maar toenam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verwondering die alleen maar toenam

Accountant drs. P. H. D. van Ree: In gereformeerde gezindte wordt niet minder geknoeid dan daarbuiten

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij begon in de achterkamer van zijn woning. Nu, 35 jaar later, laat hij een gerenommeerd kantoor achter. Toch is accountant drs. P. H. D van Ree (64) een bescheiden man gebleven. "Van de Schotse theoloog McCheyne is de uitspraak afkomstig dat hoogmoed door onze aderen vloeit. Ik denk dat we ons daar steeds van bewust moeten zijn."

Stilletjes hoopte hij ooit op een leidinggevende functie in het bedrijf van zijn vader. Die had een exportonderneming in eieren. Maar een familielid had al lang gezien dat hij meer boekhoudkundige dan commerciële aanleg had. Hij adviseerde zijn neef Piet economie te gaan studeren en dan accountant te worden.

Zijn ouders stemden direct met het plan in. Het volgen van een academische opleiding in die periode -de jaren vijftig- en in de kringen waaruit hij afkomstig is, was vrij ongebruikelijk. "Toch stonden mijn ouders er zeer positief tegenover", vertelt Van Ree. "Zij moedigden mij en mijn broers en zussen aan om te studeren. Dat was best bijzonder."

Hij studeerde achtereenvolgens economie en accountancy in Rotterdam. Twee van zijn vier broers en zussen zouden het nog verder brengen. Zijn broer is hoogleraar in de psychofarmacologie met een internationale reputatie, zijn zus is als biologiedocent verbonden aan de universiteit van New Foundland.

Het kerkelijk milieu waarin hij opgroeide, omschrijft hij als "ledeboeriaans." Zijn ouders en grootouders waren, zoals hij dat zegt, de bevindelijk gereformeerde waarheid toegedaan. Lang werd er iedere zondag thuis preekgelezen, totdat iemand hen aanraadde eens een dienst bij te wonen in de hervormde evangelisatie te Leersum, waar de latere ds. L. Gebraad in die tijd voorganger was.

Het gezin Van Ree werd vaste bezoeker en ging met de predikant mee toen hij zich naderhand aansloot bij de Christelijke Gereformeerde Kerken. Later gingen vader en moeder over naar de Oud Gereformeerde Gemeenten. "Ze waren niet zo eenkennig. Ik ben absoluut niet kerkistisch opgegroeid", tekent hij aan.

Een onuitwisbare indruk op de jonge Piet maakten zijn grootouders. "Dat waren beiden godzalige mensen. Ooit sprak ik eens een vroegere klant van mijn opa, die me zei dat hij niet in een hel of hemel geloofde. "Maar als er een hemel is, dan weet ik zeker dat jouw grootvader er is", liet die man erop volgen. Opa was iemand die uitstraalde dat hij een ander leven kende."

De overgang van het dorp waar zijn ouderlijk huis stond, Amerongen, naar Rotterdam was groot. Toch was het niet zo dat hij van een beschermde gemeenschap in een totaal andere wereld terechtkwam. "Amerongen was geen orthodox-christelijke plaats. Wij waren in zekere zin enkelingen. Op school behoorden we tot de weinigen die geen gezangen hoefden te zingen. Onze vriendjes hadden een andere kerkelijke achtergrond. We waren dus gewend om in een omgeving met andersdenkenden te verkeren."

Ook het universitair klimaat verschilde van het huidige. "De inslag was behoudend en zeker niet antichristelijk", blikt Van Ree terug. Toch maakte hij best wel een crisis door. Het als eenling in een wereldstad verkeren, met de bijbehorende vrijheid, dreigde hem wel eens van zijn ankers te slaan. Het was naar de mens gesproken te danken aan de reformatorische studentenvereniging CSFR dat hij niet verder op drift raakte.

Het eerste dispuut was dat in Delft. Hij leerde er medestudenten kennen die naderhand tot de kopstukken binnen de gereformeerde gezindte zouden gaan behoren zoals dr. ir. J. van der Graaf, dr. C. A. Tukker en ir. B. J. van der Vlies. Later kreeg ook Rotterdam zijn CSFR-dispuut. Van Ree denkt met veel genoegen aan die periode terug. "We maakten bijvoorbeeld studie van de Institutie van Calvijn. Dat was voor mij onontgonnen terrein. Ik had het voor geen goud willen missen."

Na zijn studie kon hij aan de slag bij een groot Rotterdams accountantskantoor. Hij deed het goed en klom op in de organisatie. Niets leek een glanzende carrière in de weg te staan. Toch kwam er een abrupt einde aan zijn loopbaan in de Maasstad nadat hem was gevraagd partner te worden in de maatschap. Het was een moeilijke beslissing.

"Wat voor mij de doorslag gaf, was dat er op zondag werd gewerkt. Niet iedere week, maar als het zo uitkwam. Bovendien gebeurden er wel meer dingen waarmee ik het niet eens was. Ik vond dat ik consequent moest zijn en heb meteen mijn baan opgezegd."

Na enig wikken en wegen besloten Van Ree en zijn vrouw zich in Veenendaal te vestigen. In de achterkamer van hun woning zette hij een praktijkje als registeraccountant (RA) op. Zijn vrouw fungeerde als secretaresse. Een bord op de muur gaf aan dat er een heus kantoor was gevestigd.

Het ging allemaal niet vanzelf. Klanten aantrekken was bijna onbegonnen werk. "Anders dan tegenwoordig, veranderde men niet gemakkelijk van accountant. Een ander probleem was dat accountants in die tijd niet mochten adverteren." Familie en vrienden zorgden voor de eerste opdrachten. Om de schoorsteen rokend te kunnen houden, gaf hij les aan een hbs en college aan een landelijk onderwijsinstituut. De onderwijsbevoegdheid die hij tijdens zijn studie in Rotterdam had behaald, kwam goed van pas.

Na verloop van tijd diende zich een man op leeftijd aan die zijn accountantskantoor in Amersfoort van de hand wilde doen. Van Ree greep de kans met beide handen aan. Hij had inmiddels enkele mensen in dienst en kon zijn baan in het onderwijs opzeggen. De balans opmakend: "Het waren tropenjaren, maar het was ook wel weer een mooie periode. Je deed het echt met elkaar."

Een volgende uitbreiding was de overname van het bureau Van Hoeven uit Zeist, dat nogal wat instellingen in de non-profitsector tot zijn klantenkring kon rekenen. Het kantoor dreigde nu compleet uit de Veenendaalse woning te groeien. Iedere hoek moest worden benut. In 1972 betrok hij een kantoor in Zeist.

De groei was niet meer te stuiten. Een gunstige omstandigheid was de opkomst van de reformatorische zuil, die gepaard ging met een veelheid aan initiatieven, zoals de oprichting van scholen, bejaardenhuizen, hulpverleningsorganisaties en eigen organen. Van menige instelling werd Van Ree het vaste accountantskantoor.

"Ik heb nooit agressief geworven", zegt hij bijna verontschuldigend. "Het kwam als het ware vanzelf naar me toe. Klanten bij een ander weghalen is niet mijn aard. Het was natuurlijk wel zo dat ik mensen probeerde over te halen als ze bij ons hun licht opstaken. Daar deed ik mijn uiterste best voor. Maar echt gezocht heb ik het allemaal niet."

Anno 2001 telt het kantoor, dat tegenwoordig in Doorn is gevestigd, 35 werknemers. Het heeft de naam degelijk en betrouwbaar te zijn. Zijn (enige) zoon, ook RA, en een compagnon, de fiscaal jurist mr. W. van Vliet, zetten met ingang van 1 oktober het bedrijf voort. Van Ree: "Daar ben ik ontzettend blij om. Ik moet er niet aan denken dat ik het aan vreemden had moeten overdoen. Ik weet nu dat de eigen stijl en de eigen bedrijfscultuur behouden zullen blijven."

Kerkelijk vond hij onderdak bij de Oud Gereformeerde Gemeenten. "Hoewel ik een periode heb gehad waarin ik erg onder de indruk was van de exegese in andere kerken, ben ik toch daar terechtgekomen. Wat ik van mijn ouders en grootouders heb meegekregen, bleek heel diep te zitten."

Hij merkte dat toen er eens in gezelschap een spottende opmerking werd gemaakt over ds. Joh. van der Poel. De opmerking bezeerde hem, hoewel hij de bekende (nu wijlen) oud gereformeerde predikant nooit had gehoord. Dat laatste veranderde nadat hij en zijn vrouw naar Veenendaal waren verhuisd.

Aan de vele contacten met ds. Van der Poel bewaart hij bijzondere herinneringen. "Hij was iemand met uitzonderlijke gaven. Behalve dat hij groot was in de genade, kon hij ook heel goed met mensen omgaan. Hij was iemand met een groot hart. Het is jammer dat zulke mensen er nauwelijks meer zijn, zeker voor onze jeugd. Het waren identificatiefiguren."

Een andere predikant die veel voor hem betekende, was ds. E. du Marchie van Voorthuysen. Hij was van adellijke afkomst en kwam uit een totaal ander milieu. Van Ree: "We zijn als gezin eens op een middag bij hem geweest, toen heeft hij uit zijn leven verteld. Dat heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten, ook bij onze kinderen. Zo haalde hij op wat het voor hem was geweest om door zijn familie verlaten te worden omdat hij in bevindelijk gereformeerde kringen terecht was gekomen. Zo'n gesprek vergeet je nooit meer. Een paar maanden later is hij gestorven."

In 1968 werd Van Ree scriba van de classis oost van het kerkgenootschap waartoe hij behoort. Dat was opmerkelijk, omdat hij geen ambtsdrager was. De verkiezing verbaasde hem om nog een andere reden. "Zeker in die tijd was een academische graad een bijzonderheid. Ik denk dat ik in de Oud Gereformeerde Gemeenten een van de weinigen was. Het was ook bepaald geen pre. Er was een zekere huiver voor wereldse wijsheid. Maar ik kreeg toch het vertrouwen."

Ook de oprichters van het Reformatorisch Dagblad deden een beroep op hem. Vaak trok hij het land in om op voorlichtingsbijeenkomsten bekendheid aan het initiatief te geven en steun te verwerven. Het was een moeizaam proces. "Er zijn momenten geweest dat de hele zaak leek vast te lopen. De grote kerken uit de gereformeerde gezindte lieten het afweten. Alleen de kerken ter rechterzijde bleven over. Toen de krant er eenmaal was, haakten die andere kerken alsnog aan. Dat betekende dat ze ook veel invloed kregen. Begrijpelijk, dat wel, maar het zat me wel eens een beetje dwars."

Hij maakte vanaf het begin deel uit van de Stichting Reformatorische Publikatie en van de raad van bestuur van het RD. Die laatste functie was slechts van korte duur, omdat hij accountant werd van de nieuwe krant, wat tot vermenging van belangen had kunnen leiden.

Ook andere organisaties trokken aan hem. In 1971 werd hij gekozen tot lid van het hoofdbestuur van de SGP. Glimlacht: "Eerlijk gezegd had ik me met politiek nooit zo beziggehouden. Ik was niet eens partijlid."

Dat hij door het hoofdbestuur kandidaat werd gesteld, had alles te maken met de verontrusting over de koers van de SGP. De partijtop werd door een behoudende groep verweten de beginselen te verkwanselen. Om het contact met 'rechts' te versterken, werd Van Ree erbij gehaald. "Ik werd gezien als vertegenwoordiger van de Oud Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Ik weet niet of me dat is gelukt. In de praktijk vertegenwoordigde ik vooral de oud gereformeerden, denk ik."

Hoe bedoelt u?

"Ik ben niet zo'n scherpslijper."

U bent meer iemand van het poldermodel?

"Ja, dat ligt me meer. Ik denk ook dat je er verder mee komt."

Vanaf midden jaren tachtig was hij lid van het dagelijks bestuur van de SGP. Dat hij er afscheid van heeft genomen, betekent overigens niet dat de politiek nu verder aan hem voorbijgaat. Een van zijn (twee) dochters is met het SGP-kamerlid Kees van der Staaij getrouwd, zodat hij beschikt over een goed ingevoerde 'informant'.

Zijn respect voor parlementariërs is er beduidend door gestegen. "Ik heb nooit geweten dat er zo veel op hen afkomt. Zelfs op vakantie is hij ermee bezig. Ze hebben me wel eens gevraagd voor Provinciale Staten, maar ik heb het van me afgehouden. Het zou niets voor mij zijn."

Wat hem meer ligt, is het werk voor de stichting Adullam. Van deze organisatie voor gehandicaptenzorg is hij al vanaf de oprichting in 1985 penningmeester. Hij zag de inkomstenstroom en raakte onder de indruk van de bereidheid in bevindelijk gereformeerde kringen om voor dit doel te geven. Anno 2001 liggen de inkomsten uit fondsenwerving van deze stichting boven de 2 miljoen gulden.

Als accountant bouwde Van Ree de naam op van iemand "bij wie er niet veel mee door kan." Hij lacht bescheiden; herkent zich wel enigszins in die omschrijving. Hoewel registeraccountants allen aan dezelfde richtlijnen zijn gebonden, is er een zekere marge. In de praktijk zijn er rekkelijken en preciezen. Van Ree behoort duidelijk tot de laatste categorie.

Dat heeft hem wel eens klanten gekost. "Ook instellingen in de gereformeerde gezindte", zegt hij erbij. "Als accountant kijk je achter de schermen. Dan ontdek je soms dat er dingen gebeuren die je niet zou verwachten. Dat geldt zowel voor ondernemingen en particulieren als voor instellingen en organisaties."

Daar bent u van geschrokken?

"Nee, dat niet."

Maar het komt op grotere schaal voor dan u had verwacht?

"Ja, dat kun je wel zeggen. Er wordt naar mijn indruk binnen de gereformeerde gezindte niet minder geknoeid en niet minder belasting ontdoken dan daarbuiten. Dat zou anders moeten zijn. Er is een merkwaardige scheiding tussen enerzijds de kerk en anderzijds het dagelijks bezigzijn. Op het gebied van bijvoorbeeld de zondagsrust is men uiterst consciëntieus, maar zodra het om geld en goed gaat, geldt er geen ethiek."

Wat vindt u in dit verband van de affaire-Baan?

"Ze laat zien hoe groot de verleidingen zijn. Voor je 't weet, raak je erin verstrikt. We dienen ons steeds voor ogen te houden dat de keuze radicaal is: óf God, óf de mammon. Beiden dienen kan niet. Dat geldt voor iedereen, ook voor mij. Het is een wonder als we voor de verzoekingen van het materialisme bewaard blijven. Ik ben ervan overtuigd dat het een van de grootste bedreigingen is van deze tijd."

Anderzijds beklagen met name ondernemers zich over de veelheid aan regels. Is het ook niet erg moeilijk geworden om een schone lei te houden?

"Nee, daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat zo'n excuus bedoeld is om het eigen gedrag te rechtvaardigen. Op dat gebied kom je soms de wonderlijkste redeneringen tegen. Mensen ontduiken bijvoorbeeld de belasting omdat de overheid het geld aan allerlei onchristelijke doelen geeft. Onzin natuurlijk. Als iedereen zo zou redeneren, kwam er geen dubbeltje belasting meer binnen. Iedereen kent wel uitgaven van de overheid waartegen hij bezwaren heeft."

Eenzelfde verschijnsel ziet hij op kerkelijk en theologisch gebied. "Men verkiest een bepaalde -mijns inziens onbijbelse- benadering en zoekt daar vervolgens argumenten bij. Zo ontstaat verwatering en vervlakking, waarover ik me grote zorgen maak."

Waar denkt u dan in het bijzonder aan?

"Waar ik wel eens bang voor ben, is dat we de Gereformeerde Kerken achternagaan. Langzaam maar zeker sluipt het verbondsautomatisme de gereformeerde gezindte binnen. Over geloof en bekering wordt steeds gemakkelijker gedacht. Ook onze levensstijl verwereldlijkt snel. De vreemdelingschap wordt nauwelijks meer beleefd. Dat er nu aan de fundamenten wordt geknaagd, verwondert me niet. Dat is het volgende. De belijdenis wordt onder kritiek gesteld en de betrouwbaarheid van de Bijbel wordt in twijfel getrokken. Ik vind het volkomen terecht dat de GBS hierover alarm heeft geslagen."

Vorig jaar werd bij Van Ree een ernstige ziekte geconstateerd. Darmkanker, luidde de diagnose. Tot zijn grote opluchting bleek een chemokuur niet nodig. "Maar pas na vijf jaar weet je zeker of je genezen bent. Dat geeft onzekerheid."

Bent u daardoor somberder geworden?

"Nee, ik ben van huis uit een optimist, al sta ik nu wel anders in het leven. Mijn ziekte heeft mijn afscheid verhaast. Ik kan het werk nu gemakkelijker loslaten. Mensen zeggen wel eens dat hun wereld instort. Dat is op zo'n moment ook zo. Niettemin heb ik bij mijn afscheid aan mijn cliënten geschreven dat ik omzie in verwondering en dankbaarheid over het vele goede dat God heeft gegeven. Of mijn ziekte daar iets op in mindering brengt?" Hij zwijgt een moment. Herneemt zich en zegt zacht: "Integendeel."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 2001

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Verwondering die alleen maar toenam

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 2001

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's