Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus Immens en zijn  „Godvruchtige Avondmaalganger."

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus Immens en zijn „Godvruchtige Avondmaalganger."

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDKIJK

Deze keer willen wij een beschouwing geven over het opnieuw uitgegeven boek: „De Godvruchtige Avondmaalganger" van dominé Petrus Immens, herdrukt bij N.V. De Banier te Utrecht. Peti'us Immens werd 26 oktober 1664 geboren te Oirschot uit zeer godvruchtige ouders. Zijn vader was predikant en „zeer geacht en beroemd wegens zijn tedere en voorbeeldige godzaligheid.'' Zijn moeder Maria van der Deliën — die overleed toen Petrus negen jaar oud was — wordt een pronkjuweel der Christenvrouwen genoemd. Zij was een begaafd dichteres; vele geestelijke gezangen heeft zij nagelaten.

In de werken van de mannen der „Nadere Reformatie" (Zo duidt men tegenwoordig de oude schrijvers aan) vindt men meestal breedvoerige „voorredenen", waarin het betreffende werk wordt aangeprezen en de inhoud in het kort wordt ontleed. Daarnaast vindt men dan vaak een korte of langere biografie van de schrijver, waardoor men een beeld krijgt van diens leven en werk. Veel bijzonderheden van de predikanten en van het kerkelijk leven uit vroegere eeuwen zouden zijn verloren gegaan, indien dergelijke inleidingen niet waren geschreven. Ze hebben grote historische waarde.

In de voorrede die aan het werk van „De Godvruchtige Avondmaalganger" voorafgaat, komen ook veel bijzonderheden voor, o.m. een genealogie van het geslacht Immens, onder wie veel voortx-effelijke godvruchtige predikanten geweest zijn. Het lijkt ons wel de moeite waard, om daar even bij stil te staan.

Het was een zeer godvruchtig gezin waarin Petrus Immens werd opgevoed. Er waren twaalf kinderen: drie dochters en negen zoons, van wie er vier predikant zijn gewqrden. De ouders voedden hun kinderen op in de vreze des Heeren; ofschoon ze met zo velen waren, ging het er nooit rumoerig toe. Zo werd uit ontzag voor hun ouders door de kinderen aan tafel nooit gesproken, tenzij het hun werd toegestaan. Zelfs de oudste zoon, als hij van de hogeschool kwam, sprak eerst, wanneer zijn vader het hem toestond. Dat was geen dwinglandij, maar diepe ernst, die het leven van deze mensen geheel en al beheerste.

Een van de broers van Petrus Immens is predikant geweest te Poortvliet op het eiland Tholen. Toen hij voor zijn studiën te Utrecht woonde, wera hij in het hart gegrepen onder een predikatie van de vermaarde Witsius, die preekte over 1 Sam. 3 : 10. Toen hij in zijn tekst de naam „Samuël Samuël" herhaalde, was het hem, of een stem uit de hemel hem bij zijn eigen naam riep. Zijn Evangeliebediening is te Poortvliet zeer gezegend geweest — hij is echter jong gestorven. Op zekere zondag nam hij — fris en gezond — tot grote verbazing afscheid van zijn gemeente, betuigende, dat hij naar zijn vader te Oirschot ging om daar te sterven. Te Oirschot komende, werd hij door zijn zuster Maria verwelkomd, tot wie hij zei: Zuster, ik ben naar mijn vaders huis gekomen, om over te gaan naar mijn Vaders' huis daar boven.'' Wat ook is gebeurd. Kort daarop werd hij ziek, hij stierf en is te Oirschot begraven.

Een andere broer Robertus Immens, is predikant geweest te St. Anne ter Muiden bij Sluis in Vlaanderen, onder wie veel zielen door de kracht des Geestes werden toegebracht. Ook deze is jong gestorven; met hem deed zich een andere merkwaardigheid voor. Bij een Avondmaalsbediening, staande aan de tafel noemde hij de woorden: Ik zeg u, dat gij van nu aan niet meer zult drinken van deze vrucht des wijnstoks, tot op die dag, wanneer gij dezelve met Mij nieuw zult drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders." (Matth. 26 : 26-29) Hij werd er bij bepaald dat hij hier op aarde nooit meer het H. Avondmaal zou bedienen. Dat is ook zo geweest. "Wel heeft hij later nog een voorbereiding gehouden, maar kreeg in de week daarop een toeval en werd vóór de viering van het Avondmaal door een zalige dood ontbonden om in te gaan in de vreugde des Heeren.

Een derde broer van Petrus Immens, Johannes, was gereed om proponent te wo.-den, doch eer het zover was, overleed hij pan een lering, op 22-jarige leeftijd. Ook onder zijn zusters waren er die de Heere vreesden. Toen zijn moeder stierf, stonden alle kinderen rondom het sterfbed geschaard, waarbij zij haar blijdschap uitdrukte, dat de Heere er zoveel van haar zaad had toegebracht en de stille hoop koesterde, dat de Heere in genade en ontferming ook op de anderen zou nederzien.

Gezegend huisgezin! Waar hoort men dat nog, dat de Heere onder één dak, uit één gezin, er zo velen toebrengt en zulke wondere daden komt te verrichten.? Is het niet om jaloers op te worden? Hier wordt waar gemaakt — al is genade geen erfgoed — dat de Heere wel eens werken wil in de lijn der geslachten.

Om nu op Petrus Immens terug te komen, in hem openbaarden zich al vroeg tekenen van godsvrucht. Hij werd student in de theologie en was daarbij een voorbeeld voor anderen. Geroepen tot de heilige bediening, stond hij in vier gemeenten: eerst te Oirschot in zijn geboorteplaats, diie jaar te West Souburg op Walcheren, daarna te Zalt Bommel en tenslotte te Middelburg, waar hij in 1698 werd bevestigd. Er ging grote zegen van zijn prediking uit. Bijzonder bij oefeningen voor het Heilig Avondmaal legde hij het c p zulke stoffen toe, die tot de oefening der godzaligheid betrekking hadden en de allergeschiktste waren, om voor het godvruchtig gemoed tot een gelovige, blijmoedige en vrijmoedige Avondmaalsgenieting bevorderlijk te zijn. Uit leze oefeningen, door Jonkvrouw Jacoba Petronella Winckelman nauwkeurig opgetekend, is „De Godvruchtige Avondmaalganger" ontstaan. Petrus Immens heeft deze geschreven predikaties zelf voor echt erkend. Ze handelen niet alleen over het heilig bondszegel van het Avondmaal, maar over vele Elanden in het geloolsleven, Een alleszins lezenswaardig boek, ook voor jonge mensen. „Oefen uzelf tot godzaligheid", naar het woord van Timotheus klinkt bij hem overal door, al stelde hij niet, dat de mens iets tot zijn eigen zaligheid toebrengen kan. Integendeel. Op blz. 178 zegt hij onder meer: als gij nog nooit het eerste beginsel des geloofs deelachtig zijt geworden, hoe zou ik u dan kunnen opwekken om door het geloof te leven? Daartegenover vermaant hij op dezelfde bladzijde: Legt u voor Jezus voeten neer; bidt Hem, dat Hij het werk des geloofs met kracht in u wil werken, en dat Hij Zijn machtige arm eens wil ontbloten tot Zijn heerlijkheid en uw eeuwig heil."

Tegenheden en diepe smart zijn ds. Petrus Immens niet gespaard gebleven. Kort achtereen werd zijn beminde huisvrouw, met drie van zijn kinderen, door de dood van hem weggenomen. In die weg mocht Hij in de Souvereiniteit Gods berusten. „Al beliefde het Hem mij tot stof te vermalen, ik heb niets te zeggen" was zijn antwoord. „Zijn doen is majesteit en heerlijkheid/' Dat is genade.

Enige jaren later trof hem een andere slag. Zijn enige zoon en naamgenoot, voor wie gegronde hoop was, dat hij sterven kon, nog geen twintig jaar oud, ontviel hem eveneens door de dood. Daaronder vernederde hij zich zó diep onder Gods krachtige hand dat hij met Job zeide: „Zie, ik ben te gering, wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond."

Op 56-jarige leeftijd heeft ds. Petrus Immens zelf het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Op zijn sterfbed zei hij tegen zijn vrienden: Ik weet, dat ik zeker zalig zal worden, maar het zal maar nauwelijks» nauwelijks, nauwelijks zijn!'* In de Oosterkerk te Middelburg werd hij begraven, diep en met hete tranen door zijn gemeenteleden betreurd, die zulk een beminde leraar missen moesten. Vele graf-en lijk— dichten — zoals in die tijd de gewoonte was — werden op hem gemaakt. Een er van luidde in het latijn: „Hic situs est Immens, quem mors violenta peremit, Quod muitos mortis faucibes eriperet." Wat betekent: „Hier ligt IMMENS, door de wrede dood geveld; Wijl hij er velen had gerukt uit 's doods geweld."

Is de „Godvruchtige Avondmaalganger'' nu wel een boek voor jonge mensen om te lezen? Ja, zeker! Als u zich maar tot lezen zet, en u wat inspant werkelijk om te willen lezen. Het is de moeite waard! Ge mocht het onder biddend opzien doen. De werken van de mannen van de Nadere Reformatie oftewel van de oude schrijvers, worden maar al te veel op zij gelegd. Té zware kost. Daarom is het leven van veel jonge mensen zo leeg en zo voos. Tolle lege — neem en lees! Al is het dan enkel die voorrede maar, over het leven van de godvruchtige familie Immens, daar gaat al zoveel stichting van uit. We kunnen er ons aan toetsen, hoe ons leven nu is .En dan is het om. diep beschaamd te zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1957

Daniel | 8 Pagina's

Petrus Immens en zijn  „Godvruchtige Avondmaalganger."

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1957

Daniel | 8 Pagina's