Een kampvechter voor Dordt
Selectie uit de artikelen en de lezingen van prof. J. Kamphuis
De bundel “Begrensde ruimte” bevat twintig artikelen, ondergebracht in vijf rubrieken. Zij is voorzien van een achttien bladzijden tellende bibliografie. Daarin zijn de publicaties van prof. J. Kamphuis opgenomen, geschriften, artikelen en recensies die tussen 1983 en 1996 het licht zagen. Het gaat om de feestbundel die hem werd overhandigd ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. De bundel is van hoge kwaliteit en biedt een wezenlijke bijdrage aan de kennis van de essentie van de gereformeerde theologie.
In een “Woord vooraf’ geven de beide redacteuren, H. J. Boiten en J. J. Dee, rekenschap van de titel. Gereformeerde theologie, daarop komt het neer, is een zaak van een brede blikrichting. Toch is zij begrensd door Sclirift en belijdenis. Binnen deze wijde ruimte heeft Kamphuis zijn werk gedaan en zijn aandeel geleverd in de bebouwing en bewaring van deze hof.
Vooraf gaat ook een bijdrage van de hand van prof dr. C. Trimp, waarin dit bouwen én bewaren wordt gezien in het licht van de polemiek. Sommigen hebben een afkeer van polemiseren. Het lijkt op oorlogje voeren en het zou kunnen schijnen dat prof. Kamphuis daarvan de smaak te pakken had. Polemiek kan ook inhouden, en het heeft dit vooral betekend in het werk van Kamphuis, dat men de leer zuiver houdt. Zonder zuivere leer geen zuiver leven. Gereformeerden waren altijd beducht voor onreinheid in de leer, omdat de gezonde leer de leer is van godzaligheid. Er valt iets te bewaren en te verdedigen en het is de moeite waard om dit te doen.
Confessie
Dat het inderdaad om gereformeerde leer gaat, blijkt uit de vijf onderafdelingen: schriftgezag en confessie, uitverkiezing, de Kathoheke Kerk, politieke heiliging en eschatologie. Het zwaartepunt ligt ongetwijfeld in de leer van en omtrent de kerk. Maar hoe zou men over de kerk kunnen spreken wanneer niet het gezag van de Schrift duidelijk belijnd werd uiteengezet?
Hier zijn het twee opstellen die aandacht vragen. De samenhang tussen de moderne schriftkritiek en de moderne wijsbegeerte komt in de eerste bijdrage uit de verf Het is goed om, nu van vele kanten de kwestie van het schriftgezag op tafel ligt, eraan te denken dat daarachter een wijsbegeerte schuilgaat die de mens centraal stelt. Uit deze eerste categorie noem ik het opstel dat handelt over het gebruik van de Schrift in de wetenschap. Daaronder valt ook de theologie, die immers een wetenschap wil zijn. Treffende opmerkingen worden gemaakt over de dienstverlening van de theologie. „Het schriftuurlijk-wetenschappelijk onderzoek zal zich m.i. voor alles moeten kenmerken door een gelovig Schriftgebruik, waaruit de eerbied blijkt van onze omgang met de levende God”. Daarmee heeft Kamphuis de sterke en de zwakke plek van het beoefenen van de theologie aangewezen. Juist in de theologie heeft “het op de klank af citeren” veel kwaad gedaan. Terecht wordt hier het pleit gevoerd voor een weten schappelijkheid, die aan de vroomheid van de omgang met de levende God geen afbreuk doet. Juist hier is een gelovige bezinning noodzakelijk.
Er is sprake van een isolement van de gereformeerde schriftbeschouwing, dat al bijna twee eeuwen duurt. We hebben positie te kiezen door te staan op de gehele Schrift, en tegelijk ook de Schrift te blijven zien als eenheid. Het is waardevol om, nu de verbrokkeling van de Bijbel een reëel gevaar is, wanneer zij onder de handen van wetenschappers doorgaat, vast te houden aan deze geheelheid en aan deze eenheid.
Uitverkiezing
Een tweede groep artikelen die bijzonder de aandacht verdienen, treffen we aan waar het gaat over de uitverkiezing. Kamphuis is een overtuigd kampvechter voor Dordt. En dan maar niet pro forma of op de klank af Wellicht mogen we dit toe schrijven aan de wortels van zijn theologie, die immers ook te zoeken zijn in de Afscheiding. Een van zijn voorgangers heeft ooit geschreven over het Credo van de Afscheiding: Dat was Dordt. Kamphuis kent de inhoud van dit Credo op een zlber betrokken manier. Hij wil ook per se staan in de continuïteit vein Dordrecht, wetende waarover het dan gaat.
De Groninger richting, woordvoerder P. Hofstede de Groot, voorganger van De Cock in Ulrum, had een bijzonder idee over Dordt. Het belijden dat daar werd geformuleerd hoorde er eigenlijk niet bij. Het was niet religieus genoeg, het was niet vroom genoeg, het was niet voldoende nationaal. Kamphuis onderzoekt deze these en stelt dat Dordt bij alle verscheidenheid de eenheid van de belijdenis omtrent de genade vasthield. Het is een eigen trek: er is onder de belijders inderdaad verschil mogelijk en dit is binnen de gemeenschap der heiligen te dragen. Eenvormigheid is de dood voor de eenheid.
Zielzorg
Eenzelfde toon treft ons ook in het artikel over de inzet van de Dordtse Leerregels, terwijl het pastorale, zielzorgelijke element vooral in de laatste bijdrage binnen deze groep present is: verkiezing en zekerheid. Hier treft ons een benadering die ruim oog heeft voor de vragen die in de omgang met zielen aan de orde komen. Waar voor velen de verkiezing het einde betekent van alle zekerheid, een weg van zoeken en tasten, sluit Kamphuis zich aan bij het bijbelse en reformatorische spreken, waarin het gaat over de Zoon van Gods liefde.
Er is sprake van een “geloofsgang naar Christus”, waarin wij weten gekend te zijn. „Buiten Christus is er alleen duisternis, onzekerheid, twijfel, wanhoop”, zo spraken de reformatoren over Christus als de spiegel van de verkiezing. En slechts zo is er troost te vinden.
Relatie
De derde groep, nu zes opstellen of verhandelingen, raakt de kerk. Een punt dat bijzonder betekenis krijgt, te weinig aandacht ontvangt ook vandaag in allerlei spreken over gheid de kerk, is dat van de relatie tussen het kerkverband en het bloed van Christus. Meer dan vijftig pagina’s, waaruit duidelijk wordt dat voor Kamphuis beide op elkaar zijn betrokken. Hier komen zeer wezenlijke zaken over de kerk als bovenlokale grootheid naar voren. Het independentisme ziet dit niet in het rechte licht. De roomse kerkidee. verabsoluteert het verband van de kerk. Gereformeerd denken wil zowel de plaatselijke situatie als die van de samenkomende kerken zien in het licht van Golgotha. Kerkverband is positief te waarderen, vanuit de betekenis van de verzoening in Christus. Sterker motief om de eenheid van de kerken te poneren is, nauwelijks denkbaar. Een stuk discussie over de kerk en haar fundamentele eenheid in belijdenis, indertijd gevoerd met dr. J. Haitsma, belicht dezelfde zaak nog weer van een andere kant. Hier komen elementen naar voren die in het kerkelijk gesprek van vandaag gehanteerd kunnen en moeten worden.
Israël
Twee bijdragen over kerk en Israël vallen ook onder deze groep, waarin verder duidelijkheid wordt aangebracht inzake de terminologie: evangelisch, gereformeerd en reformatorisch. Hier wordt de gereformeerde theologie en confessie midden in deze tijd geplaatst.
Een vierde afdeling brengt materiaal bijeen dat vooral betrekking heeft op wat hier genoemd wordt “politieke heiliging”. Terecht. Heiliging is een persoonlijke aangelegenheid. Maar blijft nimmer een individuele zaak. In de sfeer van de politiek gaat het om heiliging, niets meer of minder. Hoe bedrijven we christelijke politiek in een tijd van secularisme? Wat is ons politeuma? En het verband tussen schepping en heiliging?
Van het laatste hoofdstuk, dat de eschatologie dichterbij brengt, vermeld ik de bijdrage die het afscheidscollege (26 mei 1987) onverkort weergeeft. Het Lam in het nieuwe Jeruzalem. Christus, Die het Lam blijft met de tekenen van Golgotha! Overwinnaar tot in de eeuwigheid.
Geschenk
Met deze bundel is een fraai overzicht gegeven van het werk van prof Kamphuis. Zijn afscheid van Kampen (1987) betekende geen afscheid van de theologie. De gelegenheid waarbij hem dit feestgeschenk werd aangeboden, maakt duidelijk hoezeer hij bij haar geheel en al betrokken is. De ruimte waarbinnen het leven zich afspeelt, ook dat van de theoloog, is zeer begrensd. Maar wanneer binnen die begrenzing het zicht op de grote toekomst opengaat, is er het wonder waarvan juist gereformeerde theologie kennis draagt: “Gij hebt mijn voeten in de ruimte gesteld” (Psalm 31:9).
Geen benauwdheid, maar ruimte van Schrift, verkiezing, kerk, zelfs van politiek. Dat is gereformeerde theologie onder het brede uitzicht van wat eenmaal zeker komt: heerlijkheid. Een zegen, als we binnen déze grenzen mogen werken.
N.a.v. “Begrensde ruimte; een keuze uit artikelen en lezingen van prof. J. Kamphuis ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag”, door H. J. Boiten en J. J. Dee (redactie); uitg. Oosterbaan & Le Cointre, Goes, 1996; ISBN 90 6047 015 X; 416 blz.; f 39,S0
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 oktober 1997
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's