Bijbel als schild
In Fulda, in het Dommuseum, wordt een merkwaardig boek bewaard. Het is de Ragyndrudis-codex, een handschrift dat in het begin van de achtste eeuw werd vervaardigd en is genoemd naar de opdrachtgeefster, een vrouw over wie niets met zekerheid is te zeggen. Zo'n acht jaar geleden werd het in Utrecht tentoongesteld, en ook als het bijschrift me er niet op had gewezen, zouden de zwaardhouwen aan de onder- en de bovenkant me zijn opgevallen. Dit was het boek waarmee Bonifatius in 754 probeerde zijn hoofd te beschermen toen de Friezen hem aanvielen. Tevergeefs. En Bonifatius vond de dood bij Dokkum.
Was het dit boek werkelijk? Een priester die later een ooggetuige van de moord sprak, hoorde haar vertellen dat Bonifatius een evangelieboek als schild had gebruikt, en in de Ragyndrudis-codex staan geen evangeliën. Had de vrouw het misschien niet goed gezien? Of zit de overlevering ernaast? Wie zal het definitieve antwoord geven na 1250 jaren?
Het was dus geen Bijbel en dat brengt op iets heel anders: zou Bonifatius het wel overleefd hebben als hij zich met de evangeliën had beschermd? Zou daardoor zijn leven dan gered zijn geweest? Dergelijke vragen lijken misschien onzinnig. Toch is het goed om je te realiseren dat ze al wat keren gesteld zijn, en dat er over is nagedacht. In de tijd van de Vroege Kerk bijvoorbeeld. Veel christenen droegen toen op papyrus geschreven bijbelteksten bij zich als een amulet. Ze meenden dat ze daardoor voor allerlei onheilen bewaard zouden blijven.
De Bijbel als middel om je te beschermen, we komen die gedachte meer tegen. Als kind las ik geboeid de boeken over de Boerenoorlog in Zuid-Afrika van de bekende L. Penning. Ik werd zoals zo velen meegesleept door de gevatheden van het 'snaakse' Blikoortje en bewonderde de heldenmoed van de familie Wessels. De boeken heb ik niet meer, ik kan het dus niet meer nakijken, maar ik herinner me nog na zo'n veertig jaar dat een van de Wessels werd neergeschoten en dat een kogel de Bijbel doorboorde die hij bij zich droeg. Ook hoe een verrader ermee spotte en zei: "Een slecht schild." Voor de jeugdige lezer die ik toen was, was er natuurlijk geen beter bewijs voor de totaal verdorven aard van de spotter. Maar toch
Tot het vele dat de Amerikaanse Nobelprijswinnaar John Steinbeck heeft gepubliceerd behoort ook een boek met artikelen die hij schreef toen hij in de Tweede Wereldoorlog oorlogscorrespondent was. In dit boek vertelt hij over een Amerikaanse fabrikant die dacht dat hij een gat in de markt had ontdekt en kleine rechthoekige plaatjes staal liet vervaardigen. Die werden vervolgens gebruikt om er Nieuwe Testamenten in te laten binden. Dit gepantserde boekje paste precies in het borstzakje voor het hart van de legeroverhemden die de soldaten toen droegen. De Bijbel dus als afweermiddel, als levensreddend, en, moet hij gedacht hebben, daar valt geld aan te verdienen. Terecht: zijn product sloeg aan. Steinbeck schreef: "Veel van die dingen zijn aan ouders van soldaten verkocht." Maar hij voegde eraan toe: "Ik heb er nooit een zien dragen Degenen onder de soldaten die een Bijbel bij zich hadden -en dat zijn er velen- dragen die in hun broekzak."
Zij die het konden weten, beschouwden Bijbels niet als een schild of een soort kogelvrij vest in het klein, maar gebruikten ze om erin te lezen. De fabrikant meende dat Bijbels levens konden redden. Dat is ook zo, maar anders dan hij dacht.
Dr. H. Florijn is docent en schrijver. Hij neemt als columnist de plaats in van Ton Bolland.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 juni 2004
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's