Blijvende verbazing over levende letters
Dr. Pieta van Beek vertrok in 1988 naar Zuid-Afrika. De geboren Rotterdamse is tegenwoordig behalve wetenschappelijk onderzoeker bij het departement antieke studie van de Universiteit van Stellenbosch, docent Nederlandse taal en cultuur aan diezelfde universiteit.
Ze weet nog precies wat voor opgewonden gevoel zich van haar meester maakte toen ze ontdekte dat ze kon lezen. "Het besef dat die letters leefden. Dat je de woorden van een versje dat je al heel jong uit het hoofd leerde -"Opent uwen mond"- plotseling voor je in een boek ziet staan. Die verbazing ben ik eigenlijk nooit meer kwijtgeraakt."
Van Beek vindt lezen nog steeds "een oase, wat er ook rondom je in de woestijn gebeurt." Het was dan ook helemaal geen straf voor haar dat ze veel boeken moest lezen toen ze als werkstudent bij boekhandel Lindenberg in Rotterdam werkte. "Alleen op die manier kon je de klanten immers goed advies geven."
Toen Pieta acht jaar was, vond ze "Panokko" prachtig en "Wambo de jonge Papoea", "Holland onder het hakenkruis", "Marientje naar Amerika", de Van-de-Hulstjes, de Banier-pockets, de meipockets. "Ik weet echt niet meer welk kinderboek er bovenuit stak. Het is moeilijk voor me om dat na te gaan, omdat ik nu op 10.000 kilometer afstand van mijn kinderboeken woon. Ze staan in de kast van mijn zusje Inge en worden gretig door haar kinderen gelezen. Het fascinerende van die kinderboeken was dat de leefwereld die erin werd beschreven zo anders was dan thuis. Of de verhalen zich nu in Nederland afspeelden of in een vreemde wereld."
Zelfs het lezen van "kerkelijk correcte boeken" vond Pieta van Beek in die tijd geen straf. Zo las ze onder meer "Hoe Barendje van Asperen in de eeuwige gelukzaligheid werd opgenomen" en "Gesprek tussen een zondaar en een spin". "Op mijn zeventiende las ik met smaak "Het gekrookte riet" van Smijtegelt, maar die smaak is nu wel een beetje veranderd. Vanaf mijn 23e leef ik met de poëzie van Ida Gerhardt. Ik hoop binnenkort de brieven die ze mij schreef uit te geven."
De Bijbel is voor Van Beek "altijd wel" haar "basisboek" geweest. "In mijn jeugd hoorde ik elke dag drie keer uit de Statenvertaling voorlezen; dan kunnen die woorden afgesleten raken. Als je niet oppast, komt er eelt op je ogen en oren. Dan is het goed om de Statenvertaling een paar jaar dicht te laten en de Bijbel in andere vertalingen en talen te gaan lezen. Als je de teksten in het Hebreeuws of het Grieks leest -vooral het Hebreeuws- dan fonkelen de woorden alsof ze zojuist voor jou geschapen zijn. Terwijl die woorden al duizenden jaren oud zijn."
Tijdens de Boekenweek komt dagelijks een boekenliefhebber aan het woord over zijn of haar ervaringen met lezen tussen twee culturen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's