„Rapport geeft goed beeld orthodoxie”
NIJMEGEN. Het beeld dat oprijst uit het tienjaarlijkse onderzoek God in Nederland is dat van een verdwijnend christendom. Maar Kaskibaas dr. Ton Bernts spreekt liever over „wijkend christendom. Dat heeft alles te maken met de positie van orthodox-gereformeerde kerken. Zij vormen de eilanden waarop het geloof zich heeft teruggetrokken.
De directeur van het onderzoeksbureau prijst zichzelf gelukkig met zijn werkkamer op de zeventiende verdieping van het Erasmusgebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Door de brede ramen blikt hij dagelijks over een licht glooiend landschap – tot Brabant in het zuiden en Duitse bossen in het oosten. Op dezelfde manier –van bovenaf en met een brede kijk– bracht de aimabele en welbespraakte godsdienstsocioloog het afgelopen halfjaar het godsdienstige landschap van Nederland in kaart. Scherp stellend, steeds een stukje verder uitzoomend totdat het zicht helder werd. Gisteren presenteerde het Kaski de uitkomsten van het onderzoek ”God in Nederland”, een onderzoek dat is uitgevoerd in samenwerking met de Amsterdamse Vrije Universiteit. Het rapport spreekt duidelijke taal. De secularisering in Nederland zet sterk door, de kerk is geheel in de marge terechtgekomen.
Deze uitkomsten hebben u vast niet verbaasd.
„Inderdaad, de trend is duidelijk. Maar op een bepaalde manier blijft dat confronterend. Je verwacht dit, maar toch, het gaat hard. Wat mij opviel was dat de maatschappelijke impact van religie –zeg maar de profetische rol van de kerk– sterk is verminderd. Dat zie je vooral terug in de antwoorden op de vraag of de samenleving zal verloederen als niemand meer in God gelooft. Voor het eerst zien we dat een meerderheid van de bevolking vertrouwen heeft in het seculiere experiment. De godloze samenleving is nog niet een goddeloze samenleving. Tegelijk weten de kleine protestantse kerken zich te handhaven. Daar zitten veel jongeren.”
De kleine protestantse kerken wor- den in het onderzoek onder één noemer gebracht, terwijl er onderling flinke verschillen zijn.
„Ik begrijp wat je bedoelt maar zo’n onderzoek is een schilderij met grove penseelstreken. Het gaat in totaal om 4,2 procent van de respondenten, 80 à 90 personen. Denk aan grofweg 20 mensen per stroming. Dat is weinig. Kleine groepen komen er altijd wat bekaaid af. Je moet je voorstellen dat we de bevindelijk gereformeerden twintig jaar geleden nog samenvoegden met de synodaal gereformeerden. Voor het eerst hebben we nu de verschillende kerken waarvan de respondenten lid zijn, onderscheiden.”
Het godsbeeld van iemand uit de Gereformeerde Gemeenten is totaal anders dan dat van een remonstrant. Vertekent dat het beeld niet?
„Het zijn de orthodoxe kerken die het beeld bepalen. Getalsmatig zijn de bevindelijke en orthodoxe gereformeerden veruit in de meerderheid. Die ene remonstrant of vrijzinnige protestant legt geen gewicht in de schaal. Ik denk dat dit rapport een optimaal beeld van de orthodoxie geeft.”
Het rapport stelt dat de getalsmatige stabilisering van de kleine protestantse kerken mede veroorzaakt wordt door overloop vanuit de PKN.
„We weten dat groeikerken vaak evangelische kerken zijn en dat jongeren in orthodoxe hoek nog wel eens van kerkverband veranderen. Uit recent onderzoek blijkt dat evangelische groeikerken in gelijke mate mensen trekken afkomstig uit de PKN, de verschillende gereformeerde kerken en van buiten de kerk. Deze laatsten komen veelal door hun partner binnen. In elk geval zijn er in orthodoxe kerken maar weinig bekeerlingen uit seculiere hoek te vinden. De ‘markt’ als geheel zal dus nauwelijks groeien.”
En toch handhaven deze kerken zich. Wat is de oorzaak daarvan?
„Daar kan ik weinig over zeggen omdat we dat niet onderzocht hebben. Los daarvan: ik heb weleens gelezen dat ook deze kerken een zeker verlies lijden, maar dat dit wordt opgevangen door hetzij demografische factoren, hetzij door aanwas van gelovigen uit andere kerken. Onder bevindelijk gereformeerden zal met name het hoge kindertal een rol spelen, vermoed ik. Als geheel handhaven zij zich, niet alleen getalsmatig maar ook qua orthodoxie. De Protestantse Kerk verliest getalsmatig, maar blijft qua orthodoxie op peil omdat vrijzinnigen vertrekken, en de Rooms-Katholieke Kerk treft een dubbele secularisering. Zij verliest leden en heeft daarbovenop te maken met interne secularisatie. Ik geef geen waardeoordelen, anders zou ik zeggen dat het dramatisch is. Mgr. De Korte stelt in het onderzoek dat de meeste katholieken religieuze humanisten zijn. Al is er in de RKK een orthodoxe kern die traditioneel blijft geloven.”
We zouden kunnen concluderen dat orthodoxie de toekomst heeft.
„Strikte kerken kunnen zelfs nog groeien onder bepaalde omstandigheden. Ik denk echter dat de orthodoxie als geheel geen kans maakt om te groeien. De secularisatie heeft juist plaatsgevonden omdat de volkskerken hun regulerende en samenbindende kracht verloren. Religie als een uitdrukking van een sociale identiteit verdween, behalve in kleine strikte kerken. Bevindelijk gereformeerden wonen niet voor niets in een duidelijk omschreven gebied. De sociale banden zijn heel sterk.”
Met respect voor uw sociologische verklaring, maar zaken zoals persoonlijk geloof en de autoriteit van de Bijbel blijven buiten beschouwing.
„Orthodoxie kan alleen bestaan waar het geloof een stevige sociale functie heeft. Wanneer bevindelijk gereformeerden in een andere sociale situatie terechtkomen, denk ik dat zij de orthodoxie minder gemakkelijk bewaren. Wij voeren hier nu eigenlijk twee gesprekken. Het geloofsgesprek staat tegenover het sociologische gesprek. En dat wringt. Ik ken het verwijt dat de godsdienstsociologie afbreuk doet aan de theologie. Dan denk ik: laat de theologie de secularisatie die zich nu voordoet, duiden.”
Ook de belangstelling voor alternatieven is afgenomen. Is de postmoderne spiritualiteit over het hoogtepunt heen?
„We zijn nog maar kort aan het meten, maar de groep mensen die zich spiritueel noemt, onder wie ook gelovigen, lijkt inderdaad iets kleiner te worden. We onderscheiden ook een groep ongebonden spirituelen, mensen zonder kerkelijke achtergrond en zonder affiniteit met het christendom. Deze groep is nog vrij jong en zal vermoedelijk nog wel iets groeien. Ik kan me voorstellen dat we naar een situatie gaan waarin de groep ongebonden spirituelen even groot is als het aantal kerkleden. Zij zoeken in hun leven niet naar verticale verbindingen maar naar horizontale. Waar religie uitgaat van de openbaring en God centraal stelt, gebeurt bij spiritualiteit het omgekeerde: jij staat centraal, je leven is jouw ontwerp en spiritualiteit helpt jou om verbinding te zoeken.”
Dat is een platte werkelijkheid.
„Die woorden zal ik niet zo snel in de mond nemen. Het is uniek dat we in een overwegend seculier land leven. Voorlopig waardeer ik dit ”seculiere experiment” redelijk positief. De misdaadcijfers zijn niet torenhoog. Daarbij heeft onze cultuur christelijke elementen geïncorporeerd. Natuurlijk zijn er ook problematische kanten te noemen, want hoe houd je de samenleving bij elkaar? Er is nog best wat werk te verzetten.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 14 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 14 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's