Veel volk trok naar Deinze
In het huidige België vonden 450 jaar geleden veel hagenpreken plaats. Soms trokken die duizenden mensen. Een dergelijke hagenpreek was er op donderdag 25 juli 1566 in Deinze-Petegem, in de omgeving van Gent. Naar schatting woonden 3000 mensen de dienst bij.
Langzaam stroomt het water van de rivier de Leie noordwaarts. Het water weerspiegelt bomen en bosschages. Het is er stil. Het gepraat van de gasten van de auberge Vosselare Put dringt nauwelijks door. Aan de overkant van de rivier priemt de kerktoren van Sint-Maria-Leerne omhoog. „Hier ontscheepten de bezoekers van de hagenpreek”, zegt historicus Johan Decavele.
De schrijver van ”De dageraad van de reformatie in Vlaanderen” heeft de route van de Gentenaren naar de hagenpreek in Deinze-Petegem getraceerd. Deze mooie locatie aan het water is een van de weinige plaatsen in het traject waarbij je je nog iets van de sfeer van vroeger kunt voorstellen.
De hagenpreken waren in de lente van 1566 begonnen in de zuidwesthoek van Vlaanderen. De calvinisten, die zagen dat hun aantal groeide, kwamen niet meer in het geheim in woningen samen maar begonnen met het houden van openluchtsamenkomsten. Deze hagenpreken breidden zich als een olievlek uit over de rest van de Nederlanden, zowel in Vlaanderen als in Holland en Zeeland. De bijeenkomsten werden meestal beschermd door bewakers en telden vaak duizenden hoorders. Omdat de hagenpreken in de steden niet waren toegestaan, werden ze op het platteland gehouden. De stadsbewoners stroomden van heinde en ver toe.
Paarden
Van de ongeveer 3000 aanwezigen in Deinze-Petegem kwamen er circa 2500 uit Gent, in die tijd een van de grootste steden van de Nederlanden. Decavele: „In Gent was de hagenpreek goed voorbereid. Stadsomroeper Willem de Leeuw maakte op de woensdag ervoor overal in de stad bekend dat er de volgende dag een hagenpreek zou zijn in Deinze-Petegem. Wie vervoer wilde, kon tegen betaling meevaren met de boot of men kon een paard huren. De vijf paardenverhuurders deden goede zaken.”
De hagenpreek werd niet geheim gehouden. „Iedereen wist ervan. Veel winkels in de Lange Munt waren op die dag gesloten, omdat hun eigenaars niet aanwezig waren. Er vertrokken vijf grote boten vol mensen en een flink aantal gingte paard. De rest ging lopen. Dat duurde uren, het was ongeveer 20 kilometer.”
De wandelaars verlieten Gent door de Kortrijkse Poort. Die is verdwenen. Op de plaats van de stadsmuur loopt nu de kleine ringweg, de R40. De weg de stad uit heet nu de Kortrijkse Steenweg, een drukke weg met een tramspoor. Waar in 1566 de landerijen waren, staan nu de Gentse huizen en de tientallen meters hoge toren van een bankkantoor. De bezoekers van de hagenpreek namen een iets andere route. De vroegere weg bestaat niet meer.
Zwemplek
Bij Astene gaat de route van de weg af en via een smalle landweg naar de plek waar de meeste mensen uit de boten stapten. Een boot met personen die minder goed konden lopen, voer door. Bij een bocht in de rivier de Leie gingen ze aan land. Daar worden nu kano’s verhuurd, is een zwemplek en kunnen mensen wat eten in de auberge. Het is er op deze dag rustig.
Te Astene verzamelden de mensen en trokken ze in een grote groep verder, vertelt Decavele. „Onder de Gentenaren bevonden zich eenvoudige mensen, maar er waren ook vooraanstaande lieden aanwezig, zoals Reinier de Pestere, de secretaris van de Gentse schepenbank, het stadsbestuur, en lid van de calvinistische kerkenraad. Een zekere Jan Onghena vertelde onderweg, om de tijd wat te bekorten, grappen over monniken en nonnen en over de beruchte geloofsonderzoeker Pieter Titelmans.”
In de stad Deinze valt direct na de brug over de Leie de Onze-Lieve-Vrouwekerk op. De kerk, gebouwd in de stijl van de Scheldegotiek, dateert uit de veertiende eeuw. De beluisteraars van de hagenpreek zijn langs deze kerk gekomen, want de geschiedenis vermeldt dat de 2500 deelnemers een parade hielden op de Grote Markt in Deinze, waar ze werden omringd door 38 ruiters te paard en door mensen die gewapend waren met schietbussen, hellebaarden en pieken. Het stadsbestuur liet zich niet zien.
Hierna vertrok de groep naar het aangrenzende dorp Petegem. Hier kwamen nog enkele honderden belangstellenden uit Oudenaarde, Tielt en Deinze bij de groep.
Een paar honderd meter verder is de Driesstraat, waar vroeger de Springdries was, een openbaar grasveld aan de rand van het dorp waar allerlei activiteiten gehouden werden en waar ook koeien graasden.
Marc Verheije woont ernaast. Hij wijst naar een wat groter gebouw en vertelt dat het vroeger een boerderij was met weiland eromheen. Vanaf circa 1960 werden er huizen gebouwd. De Vlaming, die het dialect van de streek spreekt, weet niet wat hier vroeger gebeurd is. Nee, hagenpreken en Beeldenstorm zeggen hem niets.
Rijken
De hagenpreek werd gehouden door Jan de Pourc, een apotheker uit Oudenaarde, die zijn sporen al verdiend had op andere bijeenkomsten in de buurt van Gent. Decavele: „De rijken hadden een zitplaats vooraan. Daarachter stonden veel mensen te luisteren en daar weer achter waren de wachtposten. Er waren ook boekenstalletjes, waar men onder meer psalmteksten kon kopen.”
De historicus vraagt zich af of de achterste rijen mensen wel wat konden horen van de preek. „Misschien hebben ze de psalmen meegezongen. In ieder geval waren ze zeer betrokken. Ze voelden zich als het ware deel van de eerste christenheid en ze waren vervuld van een heilig enthousiasme. Het is echter anders gegaan dan men dacht. Niemand kon toen voorzien dat het calvinisme uit deze streek zou verdwijnen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2016
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's