Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘The Stones’ onder ”Soli Deo Gloria”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘The Stones’ onder ”Soli Deo Gloria”

Popcentrum Paradiso was lange tijd eigendom van Vrije Gemeente

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

AMSTERDAM - Soli Deo Gloria. Alleen aan God de eer. Dat staat nog vermeld vlak boven het podium van het popcentrum Paradiso, waar momenteel vooral popconcerten gehouden worden. In de jaren vijftig vond op dezelfde plek de bevestiging van ds. Chr. van Dam plaats als predikant van de gereformeerde gemeente van Amsterdam-Centrum. Enkele maanden geleden trad de beruchte popgroep The Rolling Stones op. De eer lijkt hier niet langer aan God gegeven.

Paradiso heeft al vanaf het ontstaan in 1968 een naam opgebouwd als geruchtmakend centrum van pop- en jongerencultuur, een plaats waar alle trends mogelijk zijn. Een centrum van vernieuwing en experiment, zo heet het. Typerend is dat dit centrum vroeger eigendom was van de zogeheten ”Vrije Gemeente”, „centrum voor moderne religie en cultuur”. De naam Vrije Gemeente staat nog steeds in de gevel.

Deze gemeente was een vrijzinnig-protestantse geloofsrichting die zich onder leiding van de gebroeders Reinhard en Herman Hugenholtz rond 1877 afscheidde van de Hervormde Kerk. Het was een groep van vooral de bovenlaag van de maatschappij. Zij keerde zich tegen de superioriteit van het christelijk geloof en tegen dogma’s zoals die van de erfzonde.

De toen ongeveer 850 leden vonden onderdak in het in 1879 nieuw gebouwde ”verenigingsgebouw” dat nu Paradiso heet. Het gebouw mocht er niet als een kerk uitzien, omdat de Vrije Gemeente immers met de kerk wilde breken. Bij de inwijding van het gebouw in 1880 onderstreepten de bloemlezingen in de gebrandschilderde ramen, genomen uit de heilige geschriften van andere wereldgodsdiensten, de breedte van de gemeente.

In 1956 veranderde de Vrije Gemeente haar doelstelling, maar het kernpunt, het streven in een „vrijzinnige, ondogmatische” geest, bleef. Het woordgebruik tijdens de intrede van ds. Van Dam moet overigens wel heel anders geweest zijn.

Provo-object

Paradiso en vrijheid hebben veel met elkaar te maken. In de woelige jaren zestig werd het gebouw, dat in 1967 door de Vrije Gemeente verkocht werd, een zwervend object dat door veler handen ging. Ten slotte kwam het terecht in provo-achtige kringen. Willem de Ridder nam het initiatief tot de Provadya-avonden (Provadya is genoemd naar ene Tibetaans klooster). Op 30 maart 1968 kreeg het gebouw de naam Paradiso, met als toevoeging “Kosmisch ontspanningscentrum”.

Paradiso werd een begrip voor veel jongeren. Een centrum van alternatieve kritiek op de maatschappij.

Wie tien jaar geleden ‘s avonds langs het gebouw liep, zag een neon-achtig groen lichtend kruis een zwenkende beweging maken. Medewerkers zeggen desgevraagd de betekenis daarvan niet te weten, maar het verschijnsel leek een aantal mensen „wat oneerbiedig”, zo vertelt pr-medewerkster Loes Vijfschaft. In het kader van een subsidieregeling is het stuk vervangen door een tweetal prisma’s in de gevel.

Opknapbeurt

Paradiso heeft pas een opknapbeurt achter de rug. Wie het gebouw nu ziet, kent het aan de buitenkant niet meer terug. Jarenlang was het een zwart gebouw, haast symbolisch voor de geestelijke sfeer die het omringde. Drugshandel was er gebruikelijk, wat ook een hinderpaal was voor het ertegenover gelegen Barlaeus-gymnasium.

Nu wordt het drugsprobleem in de gaten gehouden, zegt Vijschaft. Er mag niet in gehandeld worden. Overlast is er volgens haar niet meer. Paradiso heeft ook een nettere uitstraling gekregen door het organiseren van lezingen. Niet alleen popmuziek, maar ook moderne klassieke muziek wordt er uitgevoerd.

Binnen het gebouw zijn lange galerijen (Vijfschaft: „En dit zijn de balkons”) over de hele kerk nog geheel intact. Een kleine inspringing op de galerij duidt mogelijk op een eertijds bestaand orgel. ”H. G. van Wijngaarden, voorganger van 1917-1929” staat nog in een groot stenen gedenkteken te lezen. Vooral de naam “Soli Deo Gloria” valt op. „Dat mag niet verwijderd worden”, aldus Vijfschaft. „Waarom niet?” vraag ik direct nieuwsgierig. „Dat hoort gewoon bij het gebouw”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1995

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

‘The Stones’ onder ”Soli Deo Gloria”

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1995

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's