Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Preken tegen de bezetter – of zwijgen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Preken tegen de bezetter – of zwijgen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe verging het de Europese kerken tijdens de Tweede Wereldoorlog? En hoe stonden zij ten opzichte van de bezettingsregimes? Historicus prof. dr. Jan Bank deed een poging antwoord te geven op deze vragen. Het beeld blijkt „diffuus. De verschillen zijn groter dan de overeenkomsten.

Een standaardwerk, zo typeert uitgeverij Balans het boek ”God in de oorlog”, dat maandag verschijnt. In zo’n 700 bladzijden beschrijft prof. Bank hierin „de rol van de kerk in Europa 1939-1945”, zoals de ondertitel luidt.

Zijn boek –dat ook in het Engels is vertaald– heeft wel wat weg van het monumentale ”In Europa” van Geert Mak. „Geert Mak ken ik goed”, zegt de 75-jarige emeritus hoogleraar vaderlandse geschiedenis (Leiden) in zijn woning in Amsterdam-Zuid. „Ik heb bijvoorbeeld meegewerkt aan een boek over de geschiedenis van Nederland, waaraan hij ook een bijdrage leverde. En voor mijn nieuwe boek ben ik ook op heel wat plaatsen in Europa geweest. In Debrecen bijvoorbeeld, centrum van het calvinisme in Hongarije. Staat een standbeeld van Michiel de Ruyter.”

Enkele straten van zijn huis vandaan, aan het Jacob Obrechtplein, bevindt zich de Raw Aron Schustersynagoge, het grootste nog functionerende Joodse bedehuis in ons land. Ertegenover is een politiepost geplaatst, die overigens onbemand oogt. Mogelijk komt hier ergens ook het monument voor de 102.000 Nederlandse Joden die in ’40-’45 het leven lieten – maar daarover wordt nog gediscussieerd.

„Over de rol van de synagoge tijdens de oorlogsjaren zou ook genoeg te schrijven zijn”, zegt prof. Bank. „Maar in mijn boek heb ik willen focussen op de rol van de kerk. Die van de synagoge, of de moskee, vergt eigenlijk een aparte studie.”

Misschien iets voor een volgend boek?

„Nee, het is genoeg geweest. Nu eerst maar eens een poosje uitrusten.”

Het aantal publicaties over de Tweede Wereldoorlog, wat daaraan voorafging en wat erop volgde, zal inmiddels in de duizenden lopen. Bank is zich ervan bewust. „Toen ik hiermee begon, heb ik mezelf de vraag gesteld: valt er nog wel wat nieuws te melden? Maar een overzichtswerk over de kerk in Europa ten tijde van het Derde Rijk was er nog níét. Op landsniveau is er wel veel geschreven, maar een overkoepelende studie ontbrak tot nu toe.”

Relativerend: „Ik heb overigens geen nieuw onderzoek verricht. Wat ik gedaan heb, is op basis van het vele materiaal dat er al was een overzichtswerk geschreven.”

De aandacht voor de factor religie, kerk, in de oorlog lijkt de laatste jaren toe te nemen. Hoe verklaart u dat?

Prof. Bank, van huis uit rooms-katholiek: „Lange tijd was hiervoor vrijwel geen aandacht. Collega-historici aan de universiteiten zijn bijna allemaal geseculariseerd. Van Deursen was een van de weinige christenhistorici. Maar godsdienst was in en rond de oorlog juist een factor van grote betekenis. En daar heb ik in mijn boek aandacht voor willen vragen – nu het nog kon.”

Ziet u een rode draad als het gaat om de rol die de kerken in Europa speelden?

„Ik heb steeds twee vragen willen beantwoorden. Eén: hoe stonden de kerken in een land ten opzichte van het bezettingsregime? En twee: in hoeverre kregen zij te maken met vervolging, onderdrukking?

Ik begin trouwens met de kerkvervolging in de Sovjet-Unie. In zijn publicatie ”Bloodlands” heeft Timothy Snyder gewezen op de miljoenen mensen in Oost-Europa die tussen 1930 en 1950 zijn omgekomen. Maar de Russisch-Orthodoxe Kerk heeft al onder Lenin, het communisme, buitengewoon te lijden gehad, en in de jaren net voor de oorlog –de jaren van de stalinistische Grote Terreur– helemaal.”

Een rode draad: het valt nog niet mee die te ontdekken. De situatie in door de nazi’s bezette landen verschilde sterk. De houding die kerken innamen, of hoe de staat zich ten opzichte van hen opstelde, had bijvoorbeeld te maken met hoe zij georganiseerd waren. Was dat hiërarchisch, of lag de nadruk veel meer op de plaatselijke gemeente? Als staatskerk? Als vrije kerken? Ook was er het meer inhoudelijke aspect. Ik onderscheid binnen het christendom in Europa vier hoofdstromingen: de oosterse orthodoxie in Midden- en Oost-Europa, het rooms-katholicisme in met name West- en Zuid-Europa, het lutheranisme in de landen rondom de Oostzee, en het calvinisme. Terloops schrijf ik over vrijere groeperingen zoals de waldenzen in Italië.

Eigenlijk waren de verschillen groter dan de overeenkomsten. In Noorwegen had je de lutherse staatskerk. De nationaalsocialistische minister-president Quisling wilde de kerk voor zijn ideeën winnen. Maar in de jaren 1941 en 1942 maakte het overgrote deel van de predikanten en bisschoppen –met bisschop Eivind Berggrav voorop– zich onafhankelijk van de staatskerk. Dat kostte hun hun salaris van staatswege, maar voor hen was het Woord van God soeverein over alle ideologieën. Overigens zorgden hun gemeenteleden vanaf dat moment voor hun salaris.

De Rooms-Katholieke Kerk in Frankrijk had, zeker de eerste tijd, helemaal niet zo’n moeite met het nieuwe regime in Vichy. De regering van maarschalk Pétain legde deze kerk ook nog weinig in de weg, integendeel. De Duitse ambassadeur in Parijs, Otto Abetz, merkte een keer op dat de strijd tegen de kerken pas gevoerd zou worden als er geen Joden meer in Europa zouden zijn, geen vrijmetselaars en geen Angelsaksische invloed.”

Hoe was het in Nederland?

„Wat me opviel was in de eerste plaats dat er al snel na het uitbreken van de oorlog sprake was van oecumenische samenwerking, in het Convent van Kerken. Daarbij sloten zich protestantse kerken aan, maar vervolgens ook de oudkatholieken en de Rooms-Katholieke Kerk.

Ook de krachtige toon van de kanselboodschappen viel me op, in het bijzonder die van de Nederlandse Hervormde Kerk. Ik constateer daarin een grote invloed van de Bekennende Kirche in Duitsland.

Dat laatste, het internationale aspect, vind ik sowieso interessant. De lutherse bisschop Berggrav in Noorwegen had vriendschappelijke contacten met de lutherse theoloog Dietrich Bonhoeffer in Duitsland. En vanuit hervormd Nederland liepen er, via Willem Visser ’t Hooft in Genève, secretaris van de latere Wereldraad van Kerken, lijntjes naar onder meer de protestantse gemeenschap in Frankrijk, zij het in het niet bezette deel daarvan. In een aantal stellingen hebben predikanten, door Karl Barth geïnspireerd, zich in een eigen kring geweerd tegen onder meer de vervolging van de Joden.

In Denemarken had je trouwens een flinke piëtistische gemeenschap. Het zou interessant zijn eens te onderzoeken in hoeverre er contacten waren met de meer piëtistische, bevindelijke protestanten in Nederland.”

U maakte deel uit van de leescommissie die het proefschrift van Ewart Bosma over bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme begeleidde. Wat trof u?

„Helaas kon ik van zijn proefschrift geen gebruik meer maken voor mijn boek – als lid van de leescommissie word je geacht strikt vertrouwelijk met de aangeleverde kopij om te gaan. Maar het is een goed proefschrift, dat inzicht geeft in dit deel van de bevolking en de discussies die hier voor en tijdens de oorlog werden gevoerd. Wat me daarbij wel opviel, was dat juist zij die zich calvinisten noemden in de oorlog vaak níét de calvinistische leer als het ging om verzet tegen de overheid hanteerden. Eerder zag je dat zij zich bij de bezetting neerlegden – wat je bij hun geloofsgenoten in Denemarken ook aantrof. Al veranderde die houding vaak naarmate de oorlog vorderde.”

Tal van namen komen in uw boek langs. Wie springt er voor u uit?

„Dan kom je toch uit bij mensen als Bonhoeffer in Duitsland, of Kaj Munk in Denemarken.”

„In november 1943 reisde Kaj Munk naar Kopenhagen om in de Heilige Geestkerk een preek te houden tegen de Duitse bezetter. Die vaardigde onmiddellijk een preekverbod uit, zodat de namiddagdienst niet doorging. Maar Munk preekte vervolgens in de Onze-Lieve-Vrouwekerk, de kathedraal van Kopenhagen. Tijdens de dienst op oudjaar 1943 betrad Munk niet de kansel maar verklaarde staande in de gemeente en zonder in ambtsgewaad te zijn gehuld dat hij daartoe niet in staat was, omdat er ook na 29 augustus 1943 nog steeds Denen waren die zich in dienst stelden van de nationale vijand. Het werd een boetepreek tegen diegenen die uit geldzucht het christendom en het vaderland verrieden.

Kaj Munk werd in de nacht van 4 januari 1944 vermoord op last van de SS-Hauptsturmführer Otto Schwerdt, die in december 1943 van Himmler de opdracht had gekregen zich naar Kopenhagen te begeven en de „Gegenterror” te organiseren. Hij liet de predikant door SS’er Paul Söhnlein uit zijn huis halen in Vederso en onderweg doodschieten. De volgende dag werd zijn lijk op een hoofdstraat van het dorp gevonden.” (Blz. 350-351)

Nog een naam: Edith Stein. „Edith Stein was de bekendste van de rooms-katholiek gedoopte Joden die in 1942 ten gevolge van een bisschoppelijk protest tegen de deportaties werden aangehouden en in Auschwitz vermoord”, schrijft prof. Bank in zijn boek. „Haar dood is in dubbel opzicht symbolisch. Edith was een voorbeeld van een gedoopte Jodin die niettegenstaande pleidooien van de kerkelijke autoriteiten het lot van haar volk deelde en moest delen. En zij is een persoonlijk argument geworden in de discussie over de vraag of de kerkelijke ambtsdragers meer hadden moeten spreken dan wel moeten zwijgen over wat er onder hun ogen met de Joden gebeurde.”

Soms leek zwijgen inderdaad beter. De Belgische kardinaal Van Roey zweeg, maar redde juist daardoor waarschijnlijk de in kerkelijke instellingen ondergedoken Joodse kinderen.

„Het blijft een moeilijk vraagstuk. Onvermijdelijk kom je in dit verband ook uit bij paus Pius XII. Ook hij heeft zich niet expliciet uitgesproken over de Jodenvervolging. Daarover woedt, terecht, nog steeds een fel debat. Maar de vraag blijft wat er gebeurd was als hij zich wel had uitgesproken. De canonieke zelfstandigheid van individuele bisschoppen in de Rooms-Katholieke Kerk is groot, en de vraag is of zij zich veel aan een pauselijke uitspraak gelegen hadden laten liggen.

Twee: in Nederland zag je wat er gebeurde toen de Rooms-Katholieke Kerk zich in een brief aan rijkscommissaris Seyss-Inquart uitsprak tegen de Jodenvervolging: vanaf dat moment gingen ook de rooms-katholiek gedoopte Joden eraan. Pius XII was daarvan óók op de hoogte. Hij heeft daaruit de conclusie getrokken dat hij niet in het openbaar moest spreken.”

In Frankrijk was er de discussie of er in de oorlog sprake was van „christelijk verzet” of van „verzet door christenen.”

„Ook dat is een boeiende vraag, waarop het antwoord niet zo eenvoudig is. Wel is het zo dat de rol van de kerkelijke gemeente te vaak onderschat is. Mensen, ook verzetslieden, hadden er hun contacten, bijna vanzelfsprekend, én vonden er troost, in de prediking en bij elkaar.”

In hoeverre herinnert u zich zelf de bezettingsjaren nog?

„Ik mag er graag op wijzen dat ik op 10 mei 1940 ben geboren, de dag dus waarop de Duitsers ons land binnenvielen. Hier in Amsterdam. Heel bewust heb ik de oorlog niet meegemaakt, al herinner ik me wel vagelijk de Hongerwinter in 1944 en, concreter, de aanvallen van Engelse vliegtuigen op Duitse militaire hoofdkwartieren in Gooise hotels en villa’s in 1945. En de angst – voor razzia’s, voor bommen. Je kunt het je nu allemaal niet zo goed meer voorstellen.”

>>rd.nl/bevrijding


Steeds meer oog voor kerk en godsdienst tijdens oorlogsjaren

Het lijkt niets te veel gezegd dat er steeds meer oog komt voor de rol die kerk en godsdienst tijdens de bezettingsjaren hebben gespeeld. De laatste tijd verschijnen er nogal wat publicaties die dat illustreren.

Begin vorige maand zag bijvoorbeeld ”Predikanten in de frontlinie” het licht, van de hand van dr. Jan Ridderbos. Het boek gaat over „de gevolgen van deelname aan het (kerkelijk) verzet in Nederland tijdens WO II.”

Tijdens een symposium naar aanleiding hiervan in de Amsterdamse Keizersgrachtkerk kwamen verschillende personen aan het woord die eveneens aandacht vroegen voor de rol van de (gereformeerde) kerk in de oorlogsjaren: NOS-verslaggeefster Pauline Broekema, die ”Verklikker in de kerkbank” schreef; historicus Coen Hilbrink, die publiceerde over religie en gewapend verzet (”Knokploegen”) en historicus Geert Hovingh, die bezig is met het opstellen van een lijst van predikanten die tijdens de oorlog Joden hebben geholpen. Ook de onlangs verschenen biografie ”Jacoba van Tongeren” werd tijdens de bijeenkomst met ere genoemd: de ”Groep 2000” die zij leidde, was nauw verbonden met de Hervormde Kerk.

Op 30 april promoveerde Lodensteindocent Ewart Bosma aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op het proefschrift ”Oude waarheid en nieuwe orde”, over „bevindelijk gereformeerden en het nationaalsocialisme 1920-1950.” Woensdagavond presenteerde de hervormde theoloog dr. Ad Prosman in Nijkerk zijn studie ”De onverwerkte Holocaust. Spiegel voor de kerk van nu”.

Maandag, tot slot, verschijnt het overzichtswerk ”God in de oorlog”, waarin de Leidse emeritus prof. Jan Bank de „rol van de kerk in Europa 1939-1945” beschrijft. Op 1 juni heeft bij uitgeverij Balans aan de Amsterdamse Keizersgracht een „feestelijke presentatie” plaats van zijn boek. „Hans Blom en Albert van den Heuvel zullen dan de symbolische eerste exemplaren in ontvangst nemen en hun reactie geven op dit bijzondere werk.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Preken tegen de bezetter – of zwijgen

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 mei 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's