Geen haatdominee
De Duitse predikant ds. Olaf Latzel waarschuwde in een preek in behoorlijk scherpe bewoordingen voor deelname aan het Suikerfeest, het samen bidden met moslims, bezit van boeddhabeelden en de relikwieëncultus van de Rooms-Katholieke Kerk. Het kwam de Bremer voorganger op felle kritiek te staan van mensen uit zijn eigen kerk en zelfs vanuit de Duitse politiek. De predikant zou met zijn uitspraken gevaarlijk dicht in de buurt komen van zogenoemde haatimams die in hun preken oproepen tot –gewelddadig– verzet tegen niet-moslims. Zijn preek doet zelfs de vraag opkomen of op kansels nog wel gezegd mag worden dat er alleen in de Naam van Jezus Christus behoud is voor zondaren.
Om te beginnen zegt het verwijt aan ds. Latzel dat hij aanzet tot haat heel veel over de zorgvuldigheid waarmee mensen luisteren. De predikant zet namelijk nergens aan tot geweld tegen andersdenkenden, maar benadrukt wel heel sterk de exclusiviteit van het christendom als enige ware godsdienst. Gelukkig is dat in Europa niet verboden. Evenmin als het verboden is dat een moslims verkondigt dat de islam de ware godsdienst is.
Wel is het belangrijk welke consequenties je vervolgens verbindt aan die waarheidsclaim. Als ds. Latzel had opgeroepen tot het aanvallen van moskeeën, was hij over de wettelijke grenzen heengegaan en zou de kritiek terecht zijn. Maar daar is in zijn preek geen sprake van, hij is niet eens bij die grenzen in de buurt gekomen.
Ds. Latzel is géén haatdominee en de storm van kritiek die er nu over hem heen komt, zegt vooral heel veel over de overgevoeligheid in de maatschappij als het om religieuze overtuigingen gaat. Nogal wat mensen verdragen het simpelweg niet meer als gesteld wordt dat er maar één weg tot God is.
Waren de bewoordingen die ds. Latzel gebruikt heeft in alle opzichten verstandig? Die vraag is beantwoord door de predikant zelf, die zijn verontschuldigingen aanbood voor bepaalde formuleringen, terwijl hij tegelijk achter de kern van zijn preek bleef staan.
Rest de vraag wat predikanten nu wel en niet kunnen en mogen zeggen op de kansel over andere godsdiensten. Mogen ze nog onverbloemd zeggen dat Jezus de Enige Naam is die er onder de hemel gegeven is door welke mensen moeten zalig worden?
Ja, dat mogen ze. We moeten niet net doen alsof we inmiddels in een land leven waarin dat niet meer mag. Geen predikant zal opgepakt worden als hij de Bijbel in deze kwesties naspreekt. Wel is belangrijk hoe je de zaken zegt. Wat dat betreft zijn de verontschuldigingen van ds. Latzel verstandig. Dat maakt de kern van zijn boodschap alleen maar duidelijker. Predikanten mogen de Bijbelse waarheid niet verdoezelen. Tegelijk moeten ze wel zorgvuldig en waardig over de aanhangers van andere godsdiensten spreken.
De opdracht van predikanten is mensen de „zeer blijde boodschap” van het Evangelie te brengen, zoals de Dordtse Leerregels het zeggen. Dat betekent zeker ook dat duidelijk gezegd wordt wat die boodschap níét is. Maar vooral –en voor alles– wat die boodschap wél is en Wie daarvan de Inhoud is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 2015
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's