Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boeren in zilte polders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boeren in zilte polders

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zout grondwater wordt de komende jaren een serieus probleem voor de Nederlandse landbouw, verwacht Perry de Louw van ingenieursinstituut Deltares. Gaan akkerbouwers straks massaal over op zeesla, lamsoor en zeekraal?

Verzilting van de landbouwgrond ligt op verschillende plaatsen in Nederland op de loer, weet Perry de Louw, die recent op het onderwerp promoveerde. „Verzilting is zo urgent dat deze in het deltaprogramma is opgenomen: behalve de veiligheid van de dijken heeft de beschikbaarheid van zoet water voor de landbouw hoge prioriteit.”

Het grondwater op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden, in de Hollandse droogmakerijen en het noordelijk kustgebied is erg zout. Het zilte water komt niet onder de zeedijken door, maar bevindt zich daar al eeuwen. „Deze gebieden zijn duizenden jaren overstroomd door de zee; de Zeeuwse kustgebieden zelfs nog rond het jaar 800, de tijd van Karel de Grote”, vertelt De Louw. In de laaggelegen polders stroomt dit zoute grondwater naar de oppervlakte: dit wordt zoute kwel genoemd.

De onderzoeker bestudeerde twee typen gebieden met zoute kwel. „In een droogmakerij zoals de Noordplaspolder bij Zoetermeer gaat het vooral om flinke wellen, gaten in de bodem waaruit onder hoge druk zout water en zand naar het oppervlak stromen (zie ”Zoute kwel”). De Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en het noordelijk kustgebied kampen vooral met een dunne laag zoet water die drijft op het zoute grondwater (zie ”Regenwaterlens”).

Op verschillende plaatsen komt de zoute kwel in het oppervlaktewater terecht, waardoor het niet gebruikt kan worden voor beregening. Dat gaat in de toekomst problemen opleveren voor de landbouw, verwacht De Louw.

Momenteel worden watergangen op bijvoorbeeld Goeree-Overflakkee, Tholen en Zuid-Beveland ’s zomers doorgespoeld met zoet water uit zoetwaterbuffers zoals het Haringvliet en het Volkerak-Zoommeer.

Deze manier van zoetwaterbeheer wordt echter bedreigd. „Door de klimaatverandering krijgen we drogere zomers, terwijl de rivieren minder water zullen aanvoeren. Ook bestaan er plannen om de bestaande zoetwaterbuffers brak of zout te maken. Het water is dan niet meer geschikt om ’s zomers de watergangen door te spoelen. Akkerbouwers raken dus volledig aangewezen op regenwater. Dat kan tijdens droge perioden forse problemen opleveren.” Volgens De Louw is dat nu al het geval op Schouwen-Duiveland.

Door het zoute grondwater is het oppervlaktewater op de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en in de droogmakerijen in Noord-Holland minder geschikt om mee te beregenen. „Het is te zout; het tast de bladeren van het gewas aan”, weet De Louw.

In Zeeland en Zuid-Holland zoeken telers daarom samen met Deltares naar mogelijkheden om de beschikbaarheid van zoet water te vergroten. Zo probeert het onderzoeksinstituut meer zoet water op te slaan in oude kreekruggen op Walcheren. Die kunnen ze vervolgens aanboren voor het beregenen van hun gewassen gedurende droge perioden.

Op Schouwen-Duiveland worden drainagebuizen onder meer een stuk dieper gelegd. Daardoor voeren de buizen minder zoet regenwater af en kan de hoeveelheid zoet water in de bodem toenemen.

Ook kunnen telers zouttolerante gewassen telen. Het internationaal opererende bedrijf C. Meijer Potato uit het Zeeuwse Rilland ontwikkelde daarvoor aardappelrassen die veel meer zout kunnen verdragen dan de gangbare rassen.

„Ons ras Melody doet het nu al heel goed in gebieden met zout grondwater. Maar we zijn bezig met het veredelen van rassen die nog meer zout kunnen verdragen, zodat gebieden die nu ongeschikt zijn geworden voor landbouw weer kunnen worden ingezet. Overigens niet alleen in Nederland; we zijn samen met onder meer Wageningen Universiteit partner in een project in Egypte. We testen er rassen op zouttolerantie in een woestijnomgeving waar verzilting ook een steeds groter probleem wordt”, aldus Guus Heselmans, manager onderzoek en ontwikkeling van het bedrijf.

Het telen van nieuwe gewassen kan betekenen dat de teler zijn bedrijfsvoering op zijn kop moet gooien. „Dat maakt het vooral iets voor avontuurlijke boeren”, meent De Louw. Nederland hoeft zich in ieder geval niet druk te maken over het dagelijkse menu. Lamsoor, zeekraal en zeesla worden voorlopig geen dagelijkse kost.

>>rd.nl/delouw voor video. Dit is het eerste deel in een tweeluik over zilte landbouw. Volgende week deel 2.


Regenwaterlens

In de ondergrond van de Hollandse droogmakerijen, zoals de Haarlemmermeer, de Noordplaspolder en Polder Mijdrecht, komen veel wellen voor, waaruit zout water en zand omhoog stromen”, vertelt Perry de Louw van Deltares. De wellen ontstaan op plekken waar de gronddruk het laagst is.

Door de snelle stroming omhoog trekken deze wellen grondwater aan van meer dan 30 meter diepte. Hoe dieper, hoe zouter het grondwater; soms zijn ze wel vijftig keer zouter dan het oppervlakkige grondwater. Zoute kwel maakt het oppervlaktewater in deze gebieden ongeschikt voor beregening.

De Louw: „Wellen ontstaan ook midden op akkers. Delen van akkers worden daardoor drassig en zijn niet meer bewerkbaar. De meeste wellen zijn direct na de drooglegging van de polders ontstaan. De agrariërs zijn daar al generaties lang aan gewend; ze zaaien er omheen. Maar een nieuwe sloot of een sleuf kan nieuwe wellen activeren.”

Zoute kwel kan worden afgeremd door het waterpeil in de sloten te verhogen met minstens 0,5 meter. De Louw: „Soms staat de waterdruk wel twee meter boven met maaiveld. Dan kunnen bijvoorbeeld tijdelijk delen van sloten met veel zoute wellen tijdens droge perioden worden afgedamd. Dan houd je de rest van het slootwater zoet.”


Zoute wel

In de ondergrond van de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden en Noord-Nederland is het grondwater bijna even zout als zeewater. „Dat komt doordat deze gebieden vrij recent geregeld zijn overstroomd door de zee”, aldus Perry de Louw van Deltares.

Op veel plekken zit het zoute water dicht onder het maaiveld. „Het zoetwater bevindt zich daar in extreem dunne regenwaterlenzen van 1 tot 3 meter dik die drijven op het zoute grondwater. Vaak is dit wat al brak omdat het zich heeft gemengd met het omhoog stromende zoute kwelwater. Doordat het zoute water zich erg ondiep bevindt, kan het door capillaire opstijging gemakkelijk in de wortelzone terecht komen. Dit kan leiden tot zoutschade aan gewassen.

In de toekomst zullen de regenwaterlenzen nog dunner worden door de steeds drogere zomers. In gebieden zonder zoetwateraanvoer is de boer dan volledig afhankelijk van het regenwater dat in de bodem is opgeslagen”, stelt De Louw. „Dat is nu het geval op Schouwen-Duiveland.”

Drainagebuizen verergeren het probleem: ze voeren versneld het zoete regenwater af naar de sloten. Dat remt de opbouw van de zoetwaterlens. Een oplossing is om de buizen dieper te plaatsen, zodat er meer zoet water in de bodem kan worden opgeslagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 januari 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Boeren in zilte polders

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 januari 2014

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's