„Breng kerkorgels dichter bij breed publiek”
Symposium in Alkmaar over klinkend erfgoed
ALKMAAR. Orgels moeten toegankelijker worden en dichter bij het brede publiek worden gebracht. Dat was de centrale boodschap gisteren in Alkmaar tijdens het symposium ”Klinkend erfgoed: behoud, beheer en gebruik”.
Beheerders van orgels en organisten moeten daarom anders werken en denken, stelden verschillende sprekers in de Grote of St.-Laurenskerk in Alkmaar.
Beheerders van orgels schermen ‘hun’ orgel vaak erg af. Dat moet veranderen, stelde Paul Morel van Stadsherstel Amsterdam. In de „orgelwereld” heerst een cultuur dat het allemaal helemaal perfect moet zijn. „In mijn werk heb ik eindeloze discussies meegemaakt over de relatieve luchtvochtigheid in kerkgebouwen in het belang van de orgels. Maar als ik de argumenten van orgelaars moet geloven, hadden veel orgels allang uit elkaar moeten zijn gevallen in de afgelopen decennia, maar dat is niet gebeurd”, zei Morel in zijn pleidooi voor een nuchtere benadering.
Orgels moeten zo veel mogelijk gebruikt worden, vindt Morel. Ook als kerken hun originele functie hebben verloren. „Zie het gebruik van orgels als een kans.”
Bij de speeltafels van orgels moet ook veel vaker een camera komen te staan, zodat het publiek ziet wat de organist doet, vindt Morel. „Dan kun je laten zien wat er gebeurt en kun je uitleggen hoe een orgel werkt.”
Orgels en beiaards zijn niet van de bespelers, maar van ons allemaal, stelde Rudi van Straten, specialist klinkend erfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). „Laat kinderen het orgel beleven door ze mee te nemen naar de speeltafel en ze te laten spelen. We moeten orgels figuurlijk van het hoge podium afhalen en midden in de kerk zetten. Het moet niet alleen om concerten, om de top gaan, maar mensen moeten het orgel voelen. Zo creëer je draagvlak voor de instandhouding.”
Er zijn al mooie lesprogramma’s rond orgels beschikbaar, zei Van Straten. „Zo is er een orgelbouwpakket. Dat moet worden uitgebreid naar carillons en uurwerken.”
Door orgels en carillons te laten klinken, kunnen mensen bewust worden gemaakt van de waarde van het klinkend erfgoed, stelde Mirjam Blott, projectleider Nationale Agenda Toekomst Religieus Erfgoed. „Met klinkend erfgoed kun je een groot en breed publiek bereiken. We moeten betoveren, verleiden en verbinden.”
Klinkend erfgoed kan beheerders voor moeilijke vragen stellen, zei Blott. „Omdat orgels juridisch gezien tot het gebouw behoren, kan verplaatsing of verkoop van een orgel soms lastig zijn. Hetzelfde geldt voor carillons die in torens hangen die veelal eigendom zijn van de burgerlijke gemeente.
Nu kerken sluiten of een andere bestemming krijgen, komen orgels en ook carillons meer in handen van vrijwilligers die voor het beheer moeten zorgen, en zijn er minder professionals bij betrokken. „Maar wat deert dat. Als de toppers maar in handen van de professionals blijven”, zei Wim Eggenkamp, oud-rijksadviseur voor het cultureel erfgoed.
Nederland heeft veel klinkend erfgoed, onderstreepte Eggenkamp. „Ons land kent de grootste orgeldichtheid per vierkante kilometer ter wereld. En waarschijnlijk ook de hoogste beiaarddichtheid. In Nederland zijn circa tachtig monumentale carillons.” Verder zijn er in Nederland circa 1500 klokkenuurwerken. Vooral de carillons en klokkenuurwerken worden volgens Eggenkamp „vaak als gemeenschappelijk bezit gezien.” Dat geldt veel minder voor orgels, omdat die „aan religie worden gekoppeld. Met de ontkerkelijking in Nederland nam ook de interesse voor het orgel af.”
>>klinkenderfgoed.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 september 2015
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's