Buigzame Van Rijn geeft nog geen details over zorgplan
DEN HAAG. Staatssecretaris Van Rijn tastte gisteren opnieuw af of er voldoende steun is voor zijn zorgplannen. Het debat werd geschorst en wordt binnenkort hervat.
Vragen, vragen en nog eens vragen. De oppositie had ze gisteren te over aan staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid.
Van Rijn wil delen van de ouderenzorg overhevelen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn. Verpleging en psychiatrische zorg moeten uit de Zorgverzekeringswet worden gefinancierd. Op die manier moet de AWBZ, waarvoor het Rijk verantwoordelijk is, worden ontlast.
Behalve de Tweede Kamer moet ook de Senaat instemmen met het wijzigen van de AWBZ en de WMO. Van Rijn heeft daarvoor de steun nodig van het CDA, of van een van de combinaties D66/CU/SGP of D66/GroenLinks. Geen van hen stemt nu al in met zijn plannen, zo bleek gisteren. Daarom neemt Van Rijn ze terug naar de tekentafel. Ook deed hij, zonder al te veel details prijs te geven, enkele toezeggingen.
Het CDA zocht gisteren nadrukkelijk naar een positie van waaruit het na de zomer twee kanten op kan: kritisch steun betuigen aan de coalitie in de hoop Van Rijn te dwingen tot een maximale aanpassing of meestemmen met de oppositie. Het uit de AWBZ halen van de zogeheten lijfgebonden zorg (verpleging en verzorging van thuiswonende ouderen) is een hervorming die het CDA niet kan dragen, dreigde Kamerlid Keijzer gisteren. Onbespreekbaar voor het CDA is ook een wijziging van de WMO, waardoor gemeenten hulpvragen van gezinnen met minimaal een middeninkomen kunnen weigeren.
Toeschietelijker toonden zich D66, CU, GroenLinks en SGP, die onder meer hamerden op het belang van keuzevrijheid in de zorg. Van Rijn, die de degens kruiste met Keijzer, koos tegenover deze fracties een welwillende houding. Hij gaat gemeenten voorhouden dat ze hun zorgtaken niet moeten laten uitvoeren door één grote, regionale zorgaanbieder. Ook nieuwe, innovatieve en identiteitsgebonden spelers moeten een kans krijgen.
Van Rijn gaat verder uitzoeken of patiënten die minder dan tien uur per week zorg nodig hebben deze vanaf volgend jaar toch zelf kunnen organiseren via een persoonsgebonden budget (pgb). Van alle speciale doelgroepen, zoals kinderen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen, gaat hij nauwgezet na of hun zorg geregeld moet blijven vanuit de AWBZ.
De hele Kamer kreeg de verzekering dat Van Rijn de gevolgen van het langer thuis verzorgen van ouderen per regio nauwgezet zal volgen. Er komt een „innovatieagenda” voor instellingen in de ouderenzorg die mogelijk te maken krijgen met leegstand als gevolg van vraaguitval. Ook de al afgehaakte fracties van PVV, SP en 50PLUS kregen een toezegging: wie nu een indicatie heeft voor verblijf in een instelling voor ouderenzorg behoudt deze. „Er belandt niemand op straat.”
Tegelijkertijd hield Van Rijn nog wat kaarten in de mouw: detailvragen over specifieke patiëntengroepen beantwoordt hij pas als de Tweede Kamer zich over de afzonderlijke wetswijzigingen buigt. Komend najaar dus.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 juni 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 11 juni 2013
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's