Hoe de CGK verdween uit Vlissingen
Op de dag dat dit exemplaar van De Wekker op uw deurmat valt, is er nog een Christelijke Gereformeerde Kerk in Vlissingen. Als begin november het volgende nummer verschijnt niet meer – na meer dan 116 jaar te hebben bestaan, is deze gemeente dan opgeheven. In het volgende Jaarboek zal de moedergemeente van Middelburg niet meer vermeld staan. Zo hebben we de afgelopen jaren meer gemeenten uit het Jaarboek zien verdwijnen. Enkele gedachten naar aanleiding van dit bericht. Bedoeld om de broeders en zusters in Vlissingen te bemoedigen – en om als kerken die verder moeten zonder deze oude zusterkerk in de spiegel te kijken.
Iedere keer weer zet zo’n bericht me aan het denken. Ik denk dan aan de leden van zo’n gemeente. Wat verdwijnt er straks? Meer dan ik in een paar zinnen kan neerschrijven. De plek waar je het Woord van de Here gehoord en lief gekregen hebt, zal verkocht worden. Dat doopvont waar je met je kind op de arm gestaan hebt. De knielbank waar de zegen over je huwelijk werd ontvangen. De orgelbank waarop je zat bij het begeleiden van de gemeentezang. De psalmborden die je als koster klaarmaakte. De schalen waarop je het brood voor het avondmaal met zorg neerlegde. Kortom: die plek waar de Here nabij kwam en zijn goedheid deed ondervinden. Het is er straks niet meer.
Ik denk ook aan collega’s die er gewerkt hebben en van wie ik verschillenden goed ken. Je hebt er gepreekt, je hebt bezoeken gebracht, catechisaties gegeven, zieken bezocht, trouwdiensten geleid, rouwdiensten geleid – en nu straks ‘bestaat’ je eerste gemeente niet meer. Niet meer eens per jaar terug om de mensen van toen terug te zien, niet meer meeleven met het beroepingswerk. Bij een ambtsjubileum geen advertentie, geen brief van de kerkenraad. En al die dingen staan – dat besef ik – in geen verhouding tot wat de leden van de gemeente zelf meemaken, maar ze zijn er wel. En ze roepen vragen op: is mijn werk vergeefs geweest? Heb ik het niet goed gedaan? Als ik anders invulling had gegeven aan mijn werk daar, was het dan anders gelopen? Hoe begrijpelijk die vragen ook zijn – ik geloof niet dat daar het punt zit.
Duidelijk is: er gebeurt in Vlissingen per 1 november iets zeer ingrijpends. En het roept vragen op. Diepe, bange vragen. Hoe zit het met het werk van de Here God? Waarom laat Hij dit gebeuren? En dat zijn niet alleen vragen voor de leden van Vlissingen. Maar voor ons allen binnen ons kerkverband. Bij alle aandacht die er is voor nieuwe projecten, mogen we niet uit het oog verliezen dat deze werkelijkheid er ook is en dat meer gemeenten bezorgd naar de toekomst kijken. Vlissingen en al die andere kerken die Vlissingen in de loop der jaren zijn voorgegaan verdienen meeleven uit de kerken.
‘Der Feind hört mit’
Vlissingen is volgens mij voor vele predikanten de gemeente geweest waar ze begonnen zijn. In ieder geval weet ik dat het de eerste gemeente was van de latere professor De Vuyst. In de jaren 1951-1956 heeft hij er gewerkt. Op college vertelde hij ons een mooi verhaal uit die tijd. Het was vlak na de oorlog en in de kerk had men een microfoon die nog door de bezetter gebruikt was bij de radio. Ik vermoed dat dat met scheepsradio te maken had, maar dat weet ik niet precies. Wat ik wel weet is hoe professor De Vuyst smakelijk kon vertellen dat rond de microfoon nog een tekst stond geschreven die de spreker gedurig zag bij het spreken: Achtung! Der Feind hört mit! (Let op! De vijand luistert mee!). Dat was natuurlijk bedoeld om de sprekers in oorlogstijd (er is zwaar gevochten rond Vlissingen gedurende de oorlog!) in te prenten dat ze geen strategische informatie via de radio zouden doorgeven die in handen van de meeluisterende geallieerden kon vallen.
Nu was dat natuurlijk meer dan zomaar een anekdote. De Vuyst had er ook een waarschuwing in gehoord aan predikanten. Althans, zo begreep ik ’m. Een waarschuwing om je als predikant te bedenken dat de verkondiging van het evangelie niet plaatsvindt in een neutrale omgeving, maar in een wereld waar Gods tegenstander met lede ogen het werk van Christus ziet. Wij zijn met de boodschap van Gods genade en goedheid gesteld in een wereld die op die boodschap niet zit te wachten. En dat klinkt eigenlijk nog te vriendelijk en verhullend. De boodschap van Zondag 1 van de Catechismus, dat wij niet van onszelf zijn, maar van Christus, is een boodschap die ons van huis uit tegenstaat, grimmige weerstand oproept, omdat die ons klein maakt waar wij nu juist groot menen te zijn. God zelf moet er aan te pas komen om onze ogen te openen voor onze dwaasheid. En om ons tot Christus te doen gaan.
De vijand luistert mee. De tegenstand tegen Gods goede boodschap is daar waar het zaad gezaaid wordt. En die tegenstander zal alles in het werk zetten om het werk van Christus tegen te gaan, te verstoren. Niet alleen in een gemeente die kleiner wordt en noodgedwongen moet besluiten tot opheffing, maar ook in grote en op het oog bloeiende gemeenten. Want daar kun je moeiten opvangen vanwege de grootte – en dan lijkt alles door te gaan, terwijl er evengoed van alles gaande is. Wat dat betreft dienen we over deze reeks van sluitingen van kerken die nu al enkele jaren gaande is goed na te denken. En het verdriet van de broeders en zusters die het raakt, mee te dragen. Want het enige verschil tussen deze gemeenten en de andere kerken is dat zij door hun geringe ledental kwetsbaarder zijn, zoals nu weer blijkt. En daardoor wordt pijnlijk zichtbaar wat zich landelijk in alle kerken afspeelt.
Bezinnend bidden
Ik kijk dus naar ons hele kerkverband, naar heel de kerk in Nederland. Wij staan in een tijd die niet eenvoudig is. Dingen die vijftig jaar geleden vanzelfsprekend waren, zijn het niet meer. Het zet de kerk onder grote druk. Overal horen we over moeite om ambtsdragers te vinden, overal horen we van teruglopend kerkbezoek, overal horen we van moeiten – het gaat geen kerk voorbij. De moderne gedachten hebben ons meer in de greep dan we misschien beseffen en we weten niet goed de weg te vinden naar een doorbreken daarvan. Nu valt opnieuw een gemeente weg en daar hebben we nu met elkaar verdriet over. En hoe lang duurt dat? Gaan we wachten op het volgende bericht in ‘Kerk Actueel’? Het lijkt me dat het ons geboden is om nog iets meer te doen: niet alleen verdriet, maar ook bezinning. Dat zijn we verplicht aan onze broeders en zusters in Vlissingen.
Bezinning begint bij gebed. En een echt gebed is een gebed dat er rekening mee houdt dat de Here ons wel eens zou kunnen verhoren door ons duchtig onder handen te nemen en zo ons leven in dienst te nemen. Een werkelijk missionaire strategie zal daar beginnen dat we met onze verlegenheid en verdriet voor God verschijnen en Hem vragen ons zijn weg te wijzen. Zo’n strategie (ik vind het nooit zo’n passend woord, maar weet geen beter) zal grondig in de rekening dienen op te nemen dat we in een wereld staan die op Gods woord niet wacht. En dat veranderen wij niet.
De Here blijft
Hoe de CGK verdween uit Vlissingen, schreef ik boven dit stuk. Dat is natuurlijk een variatie op die titel van Geert Mak. Zijn titel luidt: Hoe God verdween uit Jorwerd. Nu is God niet verdwenen uit Jorwerd – en Hij verdwijnt ook niet uit Vlissingen. God niet. Eén gemeente wordt opgeheven – en als dat mij al aangrijpt, hoeveel te meer de broeders en zusters daar. Er zijn in Vlissingen gelukkig andere kerken waar hetzelfde evangelie verkondigd wordt. We wensen de broeders en zusters van Vlissingen een goede, werkelijk gezegende zondag, als de laatste reguliere diensten gehouden worden. En veel sterkte als voor het laatst vanaf die preekstoel de zegen op hen gelegd wordt. Die God van de zegen gaat met hen mee – en Hij blijft, als er zoveel verandert.
C.C. den Hertog
Ds. C.C. den Hertog is predikant te Surhuisterveen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 oktober 2014
De Wekker | 20 Pagina's