Een honderdjarige met elan
Het instrument leek voorbestemd voor de sloop. Toch kreeg het een nieuwe kans. Daardoor kan het grootste Walckerorgel in Nederland, in de Doesburgse Martinikerk, deze maand zijn honderdste verjaardag vieren. Het verwisselde ooit van eigenaar „voor minder dan de schrootwaarde.
De maartzon werpt zijn gouden stralen door de hoge ramen van het koor. Aan de andere kant van het bedehuis hangt het imposante Walckerorgel. Wilbert Berendsen, titularis van de Doesburgse Martinikerk, neemt plaats achter de speeltafel op het witte balkon, „de viplounge.” Hij zet stevig in. Tongwerken, gesteund door prestanten en fluiten, vullen de ruimte. Het pedaal gromt. Het instrument is opvallend goed op stemming, ondanks de kou in de kerk.
De klankt neemt af, de zwelkast gaat dicht. Eerst aarzelend, dan overtuigend komt ”Dankt, dankt nu allen God” tevoorschijn. Het orgel krijgt zijn bespeler te pakken. Strijkers zweven als fluweel langs de gewelven, toccata-achtige passages volgen. Het gaat crescendo. De klankdemonstratie eindigt in een stralend F-groot-akkoord, dat oplost in de weelderige akoestiek.
„Een droomplek, deze kerk”, beaamt Berendsen, die orgel studeerde bij Hans van Nieuwkoop aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Sinds 3,5 jaar is hij de vaste bespeler van het grootste Walckerorgel in Nederland, dat precies honderd jaar geleden werd gebouwd voor de Nieuwe Zuiderkerk in Rotterdam.
Dat het instrument nu glorieert in de Doesburgse Martini, daar is Berendsen verguld mee. „In de jaren zestig stond het orgel te koop in de krant, omdat de Rotterdamse Nieuwe Zuiderkerk, zou worden afgebroken. Niemand wilde het instrument hebben. Zo’n groot, Duits, elektropneumatisch orgel paste totaal niet bij de muzikale smaak van die tijd. Alle orgelbouwers maakten neobarokke, mechanische instrumenten. Eigenlijk was het Walckerorgel voorbestemd om gesloopt te worden.”
Met ere
Het liep echter anders. Berendsen: „Ik moet met ere de naam van De Boom noemen. Hij was hier, in de Martinikerk, bezig met het restaureren van de gewelven. Hij ontdekte de advertentie in de krant en zei direct: Dát orgel moet naar Doesburg komen. Een geweldige gedachte, want de Martini kende geen hoofdorgel meer sinds de verwoesting van de toren en een deel van de kerk door de Duitsers in april 1945. Nota bene enkele weken voor de Bevrijding...”
In 1969 verruilde het Walckerorgel –4 klavieren, pedaal en 64 zelfstandige stemmen– voor 27.000 gulden van eigenaar. „Het bedrag was minder dan de schrootwaarde van hout, tin en lood”, lacht de speelman. „Geen enkele orgelbouwer was bereid het instrument af te breken. Dat heeft De Boom zelf gedaan, met een groep mannen.”
Eenmaal in Doesburg aangekomen, lag het instrument lange tijd in onderdelen in de kerk. Berendsen: „Uiteindelijk wilde orgelbouwer Vermeulen uit Alkmaar het weer opbouwen. In maart 1969 werd het instrument opnieuw in gebruik genomen. Als ik nu de waardering voor dit orgel zie, dan is er afgelopen decennia heel wat veranderd in orgelland.
De algemene opinie in de jaren zestig was: wat moet je met zo’n orgel? Mijn voorganger in de Martini, Reinoud Egberts, zag het tegen heug en meug naar Doesburg komen. Maar hij is helemaal om. Ook organist en orgeladviseur Jan Jongepier was aanvankelijk behoorlijk kritisch over het instrument, maar na het geven van enkele concerten raakte hij enthousiast en zei: Dit is hét orgel om muziek van Reger te spelen.”
Dat laatste doet Berendsen ook, hoewel zijn voorliefde nog meer bij de Franse romantiek ligt. „Ik speel graag Franck, Dupré, Duruflé, Messiaen. Als ik improviseer, doe ik dat het liefst in vroegmoderne, Franse stijl. Die klinkt hier prima. Maar ik speel ook graag Reger, Liszt en Reubke. Dáár is dit orgel voor gemaakt.”
Orkest
Opnieuw zet Berendsen zich aan een klankdemonstratie. Enthousiast: „Eigenlijk is dit het eerste modern-symfonische orgel van ons land. Het eerste klavier heeft een Hollands karakter, het tweede een Frans, het derde een Duits en het vierde, het Fernwerk, een Amerikaans. De lange rij achtvoeten, viervoeten en tongwerken zorgt ervoor dat je eindeloos kunt kleuren met klanken, alsof het een orkest is.
Maar het orgel heeft ook heldere mixturen en een krachtige, ronde Cornet. Ideaal voor de begeleiding van de gemeentezang. En dan die Bombardon 32’ op het pedaal: die stond niet in de oorspronkelijke dispostie. Walcker heeft het register er met potlood bij gezet. Zo van: die Bombardon hoort er gewoon op te zitten, die krijgen jullie van mij.”
De Doesburgse organist wijst naar beneden, waar drie zwelpedalen en een rolzweller te zien zijn. „Die laatste maakt een generaal crescendo mogelijk van één enkele achtvoet naar het volle werk. Een ‘hoogtemeter’ boven het vierde klavier geeft aan hoeveel registers er openstaan.”
Degelijk
Trots vertelt Berendsen dat ‘zijn’ Walcker door de jaren heen gaaf bewaard is gebleven. „Het is niet zoals veel andere orgels ten prooi gevallen aan wisselende muzikale smaken. Toen het naar Doesburg kwam, verkeerde het technisch in goede staat. Het is misschien niet zo bekend, maar de Duitse orgelbouwer Oscar Walcker –op het hoogtepunt telde zijn bedrijf 260 werknemers– maakte instrumenten van degelijke kwaliteit.”
De titularis zet de Trompet 8’ op het eerste klavier open en begint snel en staccato te spelen. „Hoor je hoe direct het instrument reageert, ondanks de elektropneumatische tractuur? Dat gaat je niet lukken op vergelijkbare orgels.”
Of de Walcker in Doesburg mooier klinkt dan hij ooit in Rotterdam heeft geklonken, daar zijn de meningen over verdeeld, zegt Berendsen eerlijk. „De een meent dat het geluid in de Nieuwe Zuider, een luxueus gebouwde gereformeerde kerk, niet weg kon, de ander dat het orgel voor de Martini eigenlijk te zacht is. Dat laatste vind ik soms ook, hoewel je het boven niet goed kunt beoordelen. De speeltafel staat onder een betonnen plafond dat absoluut geen geluid van boven doorlaat. Beneden in de kerk klinkt het orgel in sommige registraties drie keer zo hard.”
Een zwak punt van het Walckerorgel? Berendsen, direct: „Het onderhoud. Het is een zeer kwetsbaar instrument. Orgelmaker Flentrop staat hier geregeld op de stoep. Gelukkig is er geld voor, onder andere bij elkaar gebracht door de actieve Stichting Monumentaal Walckerorgel Doesburg. Sinds de jaren negentig heeft het instrument officieel de status van rijksmonument.”
Droom
Hoewel Berendsen content is met zijn orgel, heeft hij een droom. „Ik zou de klankuitstraling graag verder verbeteren. Bij de opbouw van de orgelkas in Doesburg is veel spaanplaat gebruikt. Spaanplaat is poreus en absorbeert de klank. Ik wil onderzoeken wat het verschil is als de binnenwanden van de orgelkas en de zwelkasten een glad oppervlak zouden hebben.”
Het Walckerorgel samengevat in kernwoorden? Berendsen soms ze moeiteloos op: „Kleurenpracht, elan, poëzie, raffinement, en het prachtige volle werk.” Hij denkt even na. Dan, met een volzin: „Eigenlijk is dit orgel één groot getuigenis van het ongekende geloof in vooruitgang wat het begin van de 20e eeuw kenmerkt.”
>>rd.nl/walckerorgel voor een video met organist Wilbert Berendsen.
>>
Jubileum
Het honderdjarig bestaan van het Walckerorgel in de Doesburgse Martinikerk wordt met verschillende activiteiten gevierd. Huisorganist Wilbert Berendsen presenteert zijn eerste cd op het instrument. Hij speelt werken van Bach, Mendelssohn, Franck, Vierne en Andriessen. Ook verschijnt er een dvd over het orgel, met beelden van het binnenwerk en de Suite Gothique van Léon Boëllmann als geluidsopname, gespeeld door Berendsen.
Op dinsdagavond 29 maart is het officiële jubileumconcert. Centraal op het programma staat Psalm 100 van Max Reger, uitgevoerd door het Oost-Nederlands Kamerkoor en organist Leo van Doeselaar. Reger overleed honderd jaar geleden. Daarom is er op woensdagavond 11 mei een Regerherdenking met het jubilerende Walckerorgel in het middelpunt.
„Fernwerk herstellen”
Cor van Wageningen maakte recent een cd met muziek van Max Reger op het Walckerorgel.
„Dit orgel is het enige in Nederland waarop de grote werken van Reger overtuigend tot klinken komen. Het instrument is wat pijpwerk betreft compleet ongewijzigd gebleven. De vele gradaties in klankkleur en klanksterkte gaan vrijwel ongemerkt in elkaar over. De enorme hoeveelheid grondstemmen op het orgel –zestien-, acht- en viervoetsregisters– is in ons land uniek. Het volle werk klinkt imposant.
Ooit zullen anderen het met mij belangrijk vinden dat het pijpwerk van het vierde klavier weer op de oorspronkelijke manier als Fernwerk gaat functioneren. De klank van dit deel van het orgel moet, net zoals destijds in de Rotterdamse Nieuwe Zuiderkerk, via een kanaal 25 meter van het orgel vandaan uit het plafond komen. Dit is een belangrijk facet van het symbolistische karakter van het Walckerorgel. Symbolisme is de stroming uit het begin van de 20e eeuw die door middel van kunst een poort probeerde te zijn naar een ongrijpbare werkelijkheid.
Het Walckerogel sluit naadloos aan bij alle facetten van de Duitse symfonische muziek. Daarnaast klinken ook andere stijlen uit de periode tussen 1850 en 1930 fantastisch op het instrument.”
„Mobiele speeltafel”
Sietze de Vries bespeelde het Walckerorgel tijdens een orgeltocht en verschillende evensongs.
„Het is een imponerend instrument, waarop je zonder compromissen romantische muziek kunt spelen. Vooral voor koorbegeleidingen is het orgel ideaal, omdat het, net als de Engelse kathedraalorgels, met iedere dynamiek van het koor kan meebewegen. Van fluisterzacht tot groots en indrukwekkend: het is traploos te realiseren met een paar handelingen. Vergeleken daarmee is het op veel andere orgels behelpen om koren zoals het Roder Jongenskoor en het Kampen Boys Choir te begeleiden. Nog een mooie kant van Doesburg: collega Wilbert Berendsen is gastvrij en weet het instrument te verkopen aan het publiek.
Het orgel heeft een prachtig front, maar blijft in deze kerk ietwat een fremdkörper. Vooral als je ziet hoe het in de voormalige Nieuwe Zuiderkerk in Rotterdam was geïntegreerd. In Doesburg staat de speeltafel onder het orgel, waardoor het als bespeler moeilijk is om te horen hoe de klankbalans is. Een mobiele speeltafel beneden in de kerk zou fantastisch zijn. Orgels van deze snit in deze grootte en kwaliteit hebben we verder in Nederland niet. Hoewel het niet voor de kerk van Doesburg is gemaakt, klinkt het spectaculair in deze grote ruimte.”
„En nu graag harder”
Hayo Boerema gaf verschillende concerten op het Walckerorgel.
„Ik hoorde het orgel in Doesburg voor het eerst op de radio. Zsuzsa Elekes speelde muziek van Karg-Elert. Ik vond het prachtig en kende die klankwereld als noorderling helemaal niet. Toen ik organist was in Winterswijk kwam ik vaak in Doesburg. Vanwege de concerten –om te geven of te beluisteren– en vanwege een cursus voor kerkmusici. Ik was er docent kerkelijk orgelspel; de lessen werden gegeven in de Martinikerk. Ik heb het orgel toen beter leren kennen. Het is absoluut een uniek instrument dat gelukkig de Rotterdamse vernieuwingsdrift heeft overleefd.
Wat het instrument zo fraai maakt, is het enorme palet aan verschillende kleuren met achtvoetsregisters. Tegelijk is de dispositie zo gevarieerd dat er veel verschillend repertoire mogelijk is. Nadeel is dat het instrument te bescheiden is voor de ruimte. Bij alles wat je speelt, denk je: Ja, en nú nog een beetje harder graag. Maar misschien ligt dat aan mij. ‘Mijn’ orgels, in Winterswijk destijds en nu in de Rotterdamse Laurenskerk, zijn van die macho’s.
Nederland heeft een zeer gevarieerd orgellandschap. Van alle tijden, plaatsen en soorten hebben we wat staan. Maar van het type ”groot, Duits, laatromantisch” kennen we feitelijk maar één orgel: dat in Doesburg.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 maart 2016
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's