Tegenstand en troost in Merksem
Straatagent, rechercheur, docent, opleidingscoördinator, ouderling in de kerk en leidinggevende in het jeugdwerk. Al die ervaring komt evangelist A. van Setten van pas in Merksem, een van de vijf voorsteden rond de binnenstad van Antwerpen. „De Heere heeft me jarenlang op dit werk voorbereid; daar kijk ik nu weleens in verwondering op terug.”
De deur van inloopcentrum De Bron staat wagenwijd open. Vrije inkom”, meldt een bord. Gastheren deze middag zijn M. van den Berge en C. Kok, twee van de 120 vrijwilligers uit Zeeland en Flakkee die de evangelist in België bijstaan.
De oud-ouderling uit Tholen en de diaken uit Krabbendijke komen sinds ze in de vut gingen minstens eenmaal per maand een dag naar Merksem. „’s Morgens folderen we op de markt en proberen we gesprekken aan te gaan. ’s Middags ontvangen we mensen in de inloop.”
Kok: „Toen enkele jaren geleden de beerput van het seksueel misbruik in de Roomse Kerk openging, werd het veel moeilijker op straat met mensen te praten. Alle religie was opeens verdacht. Vóór die tijd hadden we weleens gesprekken die drie kwartier duurden.”
Van den Berge: „Vanmorgen bood ik iemand de folder “Waar kan ik God vinden?” aan. „Héb ik al gevonden”, riep de man, en hij liep gauw door. Twee anderen hebben beloofd vanmiddag te zullen komen. We zullen zien.”
Te religieus
Johan en zijn vrouw Patricia komen op de koie af. Hun schaterlach vult de ruimte.
Sinds zes jaar bezoeken ze met enige regelmaat de zondagse samenkomsten en andere activiteiten op de evangelisatiepost. „Ik wist niks van de Bijbel”, zegt Johan. „Tijdens de Bijbel-studie leren we steeds meer.”
Ze leven mee met het wel en wee op de post. „Soms is er echt tegenstand”, zegt Van Setten. Hij leest een e-mail voor die net binnen is. Zijn verzoek om de vakantiebijbelclub aan te kondigen op de website en in het boekje met plaatselijke uitstapjes is afgewezen.
Redenen: „Zeer religieuze organisatie. Gebed en lezing bij elke activiteit.”
De straat op
Merksem is de oudste evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten, gestart in 1959. Van Setten werkt er sinds 2004. Sindsdien zijn tal van activiteiten op poten gezet: Bijbelstudie, inloophuis, gratis ontbijt, vrouwenmorgen, kinderclub, tienerclub, kledingproject. Deze maand is een groter pand aangekocht, op een gunstiger locatie.
Voor elke activiteit is er een werkgroepje. De evangelist houdt het overzicht. „Je moet oppassen dat je geen manager wordt. Gelukkig krijg ik binnenkort voor een dag per week een coördinator naast me. Zelf kan ik dan de straat weer meer op.”
In het park naast de drukke Bredabaan stapt de evangelist op een groepje verslaafde buurtbewoners af, biedt folders aan en nodigt hen uit naar inloopcentrum De Bron te komen. Ze reageren positief. „Ga ik zeker doen”, knikt een man. „Als iedereen die ons dat beloofde, zou komen, hadden we een kathedraal vol”, zegt Van Setten even later. „We krijgen hen moeilijk naar binnen, want we schenken geen alcohol.”
Hij stapt op een volgend bankje af, waarop een groepje allochtone vrouwen van de zon geniet. „Bij goed weer zit je soms buiten in kleermakerszit op de grond, de Bijbel erbij, een man of vier om je heen. Ook via het buurthuis zijn contacten ontstaan.”
Kledingproject
Per middag trekt het inloophuis aan de Oude Bareellei zo’n twee tot zes bezoekers. Donderdagsavonds komen er dertig of veertig: met een verwijzing van een hulpverleningsinstantie kunnen minima - voornamelijk allochtonen - eens in de zes weken kleding komen halen. Het blijkt een uitgelezen manier om met mensen in contact te komen. In De Bron worden ze onthaald op soep en stokbrood. Van Setten doet een gebed en spreekt over het Bijbelgedeelte dat hij voorleest. Daarna mogen de bezoekers beurtelings naar kledingwinkel De Beek, schuin tegenover het inloopcentrum. Daar krijgen ze niet alleen kleding, maar er liggen ook stapels Daniëls en dagboekjes op de toonbank.
Roomse Kerk
Van de ongeveer veertig bezoekers van de zondagse samenkomsten is een kwart er de afgelopen acht jaar bijgekomen. „Er zijn echter meer hoorders: enkele mensen voor wie de stap naar de diensten nog te groot is, beluisteren de toespraken elke week via een cd. Bij enkele anderen geef ik thuis Bijbelstudie. Als roomse mensen bij ons naar de samenkomsten komen, is dat voor hun familie heel moeilijk. Toen wij met kinderclub De Bron begonnen, startte de Roomse Kerk opeens ook een kinderclub. De naam: De Bron. Die begon een half uur eerder en eindigde een half uur later dan wij. Wat moesten we ermee? Alleen in het gebed voor de Heere neerleggen. En de club van de Roomse Kerk bestaat inmiddels niet meer. De Heere verhoort echt, maar verwachten wij, kerkmensen, nog wel verhoring op ons gebed?”
Gebedsverhoring
Van Setten noemt daarvan meer voorbeelden. „Een bezoekster van de Bijbelstudie zei op een dag: ‘Binnenkort moet ik weer zondigen.’ Ze was uitgenodigd voor een avond waarop gedanst zou worden en haar man wilde dat ze meeging. Wat moest ze ermee?
Een andere deelnemer aan de Bijbelstudie zei: ‘Laten we ervoor bidden.’
Zo is ze naar die bijeenkomst gegaan, vol vrees. Na aloop kwamen ze thuis en zei haar man opeens: „Hé, we hebben vanavond niet eens gedanst.” De muziek was zo slecht geweest dat je er niet op kon dansen. Zo zorgde de Heere. Zo’n oplossing zouden wij niet bedenken. Op een evangelisatiepost merk je enerzijds heftige aanvallen van de duivel, anderzijds zijn er dingen die je verwonderen.”
Satanskerk
„Een vrouw vertelde hoe ze op de begraafplaats door iemand was aangesproken die vroeg of ze met haar overleden vader wilde praten. Nou, dat wilde ze wel.
Ze werd meegenomen naar een satanskerk. Argeloos wees ze op een kruis dat ondersteboven ging en zei dat dat rechtop hoorde te hangen.
Ze kreeg er inderdaad een gesprek met haar vader, althans met de boze geest die zich als haar vader voordeed. Ze raakte verstrikt in de satansdienst en wilde zich in die tijd het leven benemen.
Toen ze hier kwam, vertelde ze dat verhaal alsof het over een vriendin ging. Ik zei: ‘Ga haar maar halen.’ Ze keek me aan en zei: ‘U hebt me door, hè?’
Ik ben met haar in de Bijbel gaan lezen. Als Gods Naam werd genoemd, was het alsof iemand haar bij de keel greep. En bij de Naam Jezus moest ze bijna overgeven. Ze verstijfde eens toen ik haar een blaadje over de Bijbel wilde aanreiken. Ze kon het niet aanpakken; zo had de duivel haar in zijn macht.
Ik legde eens een folder voor haar neer. Al pratend legde ze haar hand erop en trok die direct verschrikt terug vanwege de pijnscheut die ze kreeg: op de plaats waar een Bijbeltekst op de folder stond, had ze een schroeivlek op haar hand.
Soms kwam ze duidelijk weer onder invloed van de boze geest. Dan gingen haar ogen anders staan en werd haar stem laag. „Ik kan u wel wat aandoen”, zei ze soms. Daarom zorgde ik er altijd voor dat er vrijwilligers in de buurt waren. En als ik met haar bad, hield ik mijn ogen open.
Satan liet haar zomaar niet los. Ze werd opgebeld door een vrouw die zei dat ze ook meer over het christendom wilde weten. Of ze daarover wilde komen vertellen. Ze ging daarop in, maar werd in dat huis opgewacht door acht satanisten. Acht keer werd ze verkracht en elke keer werd er gevraagd: „Waar is nu je God?”
De satanisten wisten me te wonen en liepen om m’n huis heen. Dat heb ik mijn kinderen pas verteld toen het voorbij was. Satan moest deze vrouw toch loslaten; ze raakte onder het beslag van het Woord. Ze kan de Bijbel niet missen. De Heere had ons gebed verhoord.
Zo werkt Hij, ook in Merksem. Wij kijken meestal de verkeerde kant op: naar onszelf en de omgeving. We moeten naar Boven zien. Ik ben zo blij met de uitverkiezing: ze zúllen er komen. De Heere weet ze te wonen. Daarom vraag ik Hem weleens waar ik naartoe moet.”
Volgende keer: evangelist M.C. Schreur.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 april 2012
Terdege | 116 Pagina's