Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stem voor het intieme repertoire

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stem voor het intieme repertoire

Bariton Max van Egmond: Bach daagt je altijd uit het onmogelijke te doen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Max van Egmond bezit een lenige stem. De lyrische bas-bariton zong veel barokmuziek en werd bekend om de fijnzinnige schakeringen die hij daarin wist aan te brengen. Bach is zijn grote voorbeeld. "Hij lokt je uit je tent. Nog steeds ontdek ik nieuwe dingen in zijn composities." Donderdag werd de Amsterdamse zanger 65 jaar. Zaterdag zingt hij in Washington Schuberts Winterreise. Van Egmond is nog niet uitgekeken op zijn vak. "Ik heb een kinderlijk enthousiasme behouden, waardoor ik het telkens weer leuk vind om dezelfde muziek een nieuw jasje te geven."

Max van Egmond heeft wat met Johann Sebastian Bach. Nicolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt vroegen de zanger eind jaren zestig mee te werken aan de opname van Bach-cantates voor het label Telefunken. Uiteindelijk is de bas in zo'n 120 cantates te horen. Daarnaast voerde hij met andere ensembles onder meer werk van Buxtehude, Purcell, Schütz en Händel uit.

Zijn lichte bariton klinkt niet spectaculair vol of heel donker en is daardoor minder geschikt voor werk van Verdi of Wagner. In muziek van Haydn, Mendelssohn, Bach en Händel komt Van Egmond wel tot zijn recht. "Mijn stem is lenig, geschikt voor het intiemere repertoire. Acrobatische toeren in barokaria's kan ik goed aan, het lukt me teksten uit te beelden. Andere stemmen zijn nogal eens te opera-achtig, te lawaaierig voor barokmuziek. Ze zoeken het vooral in dramatiek, gebruiken een te groot vibrato en zijn minder gericht op articulatie en verstaanbaarheid. Ik ben mijn lerares Tine van Willigen nog altijd dankbaar dat zij tijdens de lessen altijd op tekstuitbeelding hamerde. Alle zangstukken zijn immers op tekst gebaseerd."

Marathon

De Amsterdamse zanger zoekt rustig naar woorden om zijn passie voor Bachs muziek toe te lichten. "Vergelijk Bach met zijn tijdgenoot Händel. Händels werken liggen goed in het gehoor. Luisteraars hoeven zich niet in te spannen om zijn muziek te waarderen. Uitvoerende musici moeten wel veel kunnen, maar alles valt binnen hun mogelijkheden. Het is als een winterwandeling.

Bij Bach is dit anders. Hij verlegt altijd grenzen, waardoor het uitvoeren van zijn werk met het lopen van een marathon te vergelijken is. Je moet als zanger bijvoorbeeld het onmogelijke doen door tussen twee snelle nootjes adem te halen, zodat je weer een halve bladzij verder kunt. Bij grote sprongen van hoog naar laag vraag je je soms af of dat niet wat gemakkelijker had gekund. Bach daagt je altijd uit het onmogelijke te doen. Hij lokt je uit je tent. Ook als luisteraar moet je je inspannen. Bach is niet te vergelijken met Händel en Vivaldi. Sommige composities zijn zo gecompliceerd, dat je een microscoop nodig hebt om al die prachtige en kunstige details aan de oppervlakte te krijgen. Bach zingen v raagt een grondige scholing en de bereidheid om je uitgebreid in zijn stijl te verdiepen."

Van Egmond is nog niet uitgekeken op Bachs muziek: "Ik heb zowel in de Matthäus Passion als in de Johannes Passion zo'n driehonderd keer meegezongen. Deze werken verrasten me steeds weer. Ik ontdekte iedere keer nieuwe elementen, bijvoorbeeld middenstemmen in een orkestdeel die me niet eerder waren opgevallen."

Bijbelonderwijs

Een zanger die veel barokmuziek zingt, kan niet om de Bijbel heen. Max van Egmond: "Een solist neemt kennis van veel religieuze en bijbelse zaken. Hoewel mijn ouders niet christelijk waren, stuurden ze mij naar de zondagsschool. Ook op de christelijke middelbare school kreeg ik bijbelonderwijs. Toen ik eenmaal zanger was, verdiepte ik me grondig in de Bijbel. Het heeft er niet toe geleid dat ik me bij een kerkgenootschap heb aangesloten. Wel heeft het mijn innerlijk leven verdiept en mijn gedachten over de Almachtige gestalte gegeven."

Van Egmonds visie op het uitvoeren van barokmuziek is gegroeid. Hij begon zijn carrière in de tijd dat pioniers oude muziek authentiek probeerden uit te voeren. "Het was een ontdekkingsreis, want we weten niet hoe stemmen in de zeventiende eeuw geklonken hebben. Wel bieden verslagen van concerten en geschriften over oude instrumenten enig zicht op de historie. Ik heb veel gehad aan de uitgave "Grondig onderwijs van den aardt en de regte behandeling der dwarsfluit" (1752) van Quantz, waarin ook aanwijzingen voor andere instrumentalisten én zangers staan."

Bestudering van de muziek zelf is verrassend. "Neem het verschil tussen een aria en een recitatief in een Bach-cantate. Bij een aria is de zangstem opgenomen in het geheel. Samen met bijvoorbeeld een hobo voert de solist een duet uit. De strijkers zorgen voor de begeleiding. Hieruit kun je concluderen dat de zanger zich instrumentaal moet opstellen, soms virtuoos, met een groter geluid, omdat het volle orkest aanwezig is. Hij dient zijn stem als vanzelf af te stemmen op de hobo."

Dramatiek

"In een recitatief moet je een andere pet opzetten. Hier wordt de zangstem alleen door een orgel of een klavecimbel en eventueel een cello begeleid. Recitatieven bevatten ook veel meer tekst, terwijl van tekstherhaling -zoals in een aria- geen sprake is. Een recitatief zingen is als het ware voordrachtskunst op toonhoogte beoefenen. Je moet een levendige, sprekende zangwijze toepassen: het "quasi parlando" - enigszins gesproken."

In Bachs tijd mochten vrouwen niet in de kerk zingen en kregen jongens of falseterende mannen (mannen die het hoogste register van hun stemmen gebruiken) de sopraan- en altpartijen toebedeeld. Van Egmond leidt daaruit af dat Bachs vocale werken een wat eenvoudiger interpretatie vragen. "Gezwollenheid en persoonlijke dramatiek, eigen aan volwassen stemmen, moeten achterwege blijven. De solist moet zich in dienst van de compositie stellen en niet op het etaleren van zijn stem uit zijn."

Barokmuziek vraagt geen andere techniek, maar wel méér techniek, meent de Amsterdammer. "Er zijn algemene principes in de zangkunst die zowel voor een uitvoering van Verdi's werken als voor het zingen van composities van Monteverdi gelden: zorgen voor een goede adembeheersing, de resonans in hoofd en borst gebruiken en niet op je strot zingen, zodat je je stembanden ontziet.

Voor het uitvoeren van barokmuziek moet je je stem tot in de kleinste onderdelen leren beheersen. Neem het vibrato. Strak gezongen barokmuziek komt op mij wat kinderlijk en bloedeloos over. Enig vibrato mag, maar ik heb een hekel aan overvibrato: het te veel op en neer gaan van de intonatie. Het zingen van werken uit de zeventiende en de achttiende eeuw vraagt een natuurlijke, kleine zweving van die intonatie. Dit vibrato moet je kunnen nuanceren, bijvoorbeeld in driestemmige werken, waarbij harmonieën het belangrijkste zijn. Meerstemmige composities komen pas tot hun recht wanneer elke zanger afziet van zijn individuele vibrato en hier een iets strakkere toon voortbrengt."

Mond vol tanden

Volgens de Amsterdamse zanger verwaarlozen veel zangscholen die zich richten op het latere repertoire, zoals Brahms, Schumann en Puccini, deze barokke techniek. "Wanneer zangers iets van Händel moeten zingen, staan ze daardoor vaak met een mond vol tanden."

Van Egmond gaat een eigen weg: "Er zijn zangpedagogen die de uitspraak bewust opofferen aan de klankkleur. Ze zijn bang dat het goed zingen van een i op een hoge noot ten koste van het volume of de toon gaat. Ze adviseren in plaats van een i een e of eu te zingen. De klank blijft dan indrukwekkend, maar de verstaanbaarheid lijdt daaronder. Ik probeer in dergelijke gevallen een compromis te vinden."

De bariton kan zich ook niet vinden in de aanpak van sommige laatromantische scholen die alle medeklinkers overlegato -de tonen worden aan elkaar vastgelijmd- willen zingen. "Medeklinkers brengen een scheiding aan. Zeg maar eens: "Ich hatte viel Bekümmernis" en let op het effect van de dubbele t en dubbele m. Verschillende zangscholen adviseren dergelijke medeklinkers minder nadruk te geven, omdat ze anders de muzikale stroom blokkeren. Ik vind daarentegen dat zangers moeten leren ook op medeklinkers een mooie klank te maken, waardoor je een veel verstaanbaarder en expressiever tekstbehandeling krijgt. Al deze extra's probeer ik toe te voegen aan de techniek van mijn leerlingen. Vandaar mijn stelling dat het uitvoeren van oude muziek geen andere, maar meer techniek vraagt."

Haarkloverij

De bariton is de mensen die bijdroegen aan zijn carrière dankbaar, onder wie opnameleider Wolf Erichsson van Telefunken, die hem trouw bleef. Max van Egmond leerde veel dirigenten kennen. Sommigen bleven hem bij: "Anthon van der Horst als een vaderlijke mentor, Gustav Leonhardt als een integer en trouw collega, Harnoncourt als mijn tegenpool. Hij is een man van uitersten, extremen en artistieke avonturen, wat me boeit.

Met twee dirigenten, Jaap Hillen en Jan Pasveer, heb ik altijd uiterst ple zierig samengewerkt. Ze zijn deskundig, geduldig en rustig in hun repeteerwijze. Sommige dirigenten zijn één brok zenuwen: ze zwaaien met hun armen en krijgen woede-uitbarstingen. Anderen zijn zo introvert dat er nauwelijks inspiratie van hen uitgaat. Een derde categorie gooit alles op uiterlijk en contrast en vergeet de kern. Een vierde groep is zo intellectueel, dat ze in haarkloverij vervalt. Mij spreken dirigenten aan die voldoende kennis in huis hebben én toch niet dogmatisch worden. Mensen als Hillen en Pasveer, die met beide benen op de grond blijven staan."

Nieuwsgierig mens

De zanger kijkt uit naar het vertolking van Schuberts Winterreise, zaterdag in Washington. "De repetities zijn vaak het leukste. Je praat over elkaars ideeën en probeert dingen uit. Het kan zijn dat deze uitvoering weer wat anders klinkt. Ik ben een nieuwsgierig mens, blijf het leuk vinden om dezelfde muziek een nieuw jasje te geven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 5 februari 2001

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Stem voor het intieme repertoire

Bekijk de hele uitgave van maandag 5 februari 2001

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's