Synode: Werk onder jeugd moet brede steun krijgen
UTRECHT. Het werk onder jongeren van de Gereformeerde Gemeenten dient brede steun te krijgen vanuit die gemeenten. Kerkenraden moeten jongeren stimuleren vooral de kerkelijke bijeenkomsten te bezoeken.
Dat geluid klonk gisteren op de synode 2013 van de Gereformeerde Gemeenten, bijeen in Utrecht, tijdens de behandeling van het rapport van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG).
Bij de bespreking van het verslag vroeg synodepreses ds. J. J. van Eckeveld (Zeist) of er mogelijk bij het plaatselijke jeugdwerk een verschuiving optreedt van bezinning naar meer ontspanning. L. Kroon, directeur van de jeugdbond, gaf aan dat die tendens waarneembaar is. „Vaak gebeurt dat vanuit de positieve intentie om jongeren meer op de vereniging te krijgen. Het is onze taak als jeugdbond om ervoor te zorgen dat de aandacht voor Bijbelstudie niet onder druk komt te staan. Inmiddels hoor ik ook weer leidinggevenden zeggen dat er meer voldoening is in het bezig zijn rondom het Woord.”
In de achterliggende periode heeft de JBGG meerdere Check-in-avonden voor +16-jongeren georganiseerd, in alle regio’s van het land. Deze zijn in de plaats gekomen van de vroegere districtsavonden –waarvoor de belangstelling steeds verder terugliep– en mede bedoeld om een alternatief te bieden voor interkerkelijke bijeenkomsten als van de stichting Jij daar! In een toelichting zei Kroon dat er voor jongeren veel interkerkelijke alternatieven zijn. „Jongeren vinden het aantrekkelijk om jongeren interkerkelijk te ontmoeten. Wij proberen daar tegenwicht aan te bieden; dat is een worsteling.”
Uit recent onderzoek van de jeugdbond blijkt de betrokkenheid van ouders niet zozeer de bepalende factor te zijn dat jongeren de kerk verlaten. „Het is veel meer het ontbreken van een warme band met de gemeente, het jeugdwerk en de jongeren van de gemeente. Jongeren die uiteindelijk de kerk verlieten, ervoeren de prediking –als centrum van het gemeente-zijn– niet als relevant, maar hadden ook relatief gezien weinig contacten in de gemeente.”
Het jeugdwerkrapport verwijst naar enkele onderzoeken waaruit blijkt dat er drie soorten jongeren zijn: betrokken jongeren, jongeren die op de wip zitten, en jongeren die afhaken. Ds. J. M. D. de Heer (Middelburg-Centrum) maakte daarbij de kanttekening dat vergeten dreigt te worden dat er twee in plaats van drie soorten jongeren zijn. „Dat is de Bijbelse visie op onze jongeren. Dat fundamentele Bijbelse gegeven mag niet op de achtergrond raken.”
Op veel momenten bleek gisteren de zorg van de synode over de eigen kerkelijke jongeren. Waarop ds. W. Harinck (Moerkapelle) en ds. C. Sonnevelt (Krabbendijke) aangaven er soms ook verwonderd over te zijn dat jongeren in de kerk komen en luisteren. „Ze komen nog onder het Woord.” Als we bezorgd zijn over jongeren, is dat toch niet alleen somberheid, zei ds. Sonnevelt. „We leven onder het oordeel Gods.” Ds. C. J. Meeuse (Goes) sprak de wens uit dat het jeugdwerk door alle gemeenten gedragen wordt. „Er zijn nog steeds gemeenten waar nooit wordt gecollecteerd voor de jeugdbond. Laten we met elkaar onze jeugd op het hart dragen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's