Amelink: In veel reacties proef je iets van weemoed
Ontnuchtering, verdriet, dankbaarheid voor hoe het was, vrees dat de eigen kerk op hetzelfde punt zal aanlanden als Kuypers nazaten. Agnes Amelinks bestseller "De gereformeerden" maakt bij lezers uiteenlopende gevoelens los. De zevende druk ligt inmiddels in de winkel, de recensies in het achterliggende jaar waren lovend. Aan de hand van de geschiedenis van het geslacht Zomer beschrijft de Trouw-journaliste het opgaan, blinken en verzinken van de Gereformeerde Kerken. Van Kuyper tot Kuitert.
De brieven die Agnes Amelink (46) kreeg, zitten in een grote ordner. Ook de emeritus hoogleraar prof. dr. H. M. Kuitert stuurde een kort epistel. "Een prachtig boek, ik kan niet anders zeggen", schrijft hij. "Natuurlijk omdat je je hele leven nog eens aan je voorbij ziet gaan. Van Drachten tot Amstelveen. Van niet beter weten dan dat God gereformeerd was tot het afstand doen van een albesturend wezen, genaamd God."
"Triest als je dit zo leest", zegt Amelink. "Toch vind ik zijn brief ook heel dierbaar geschreven. Ik vind Kuitert een every inch gereformeerde. Aan hem kun je zien waartoe de verstandelijke doordenking van het geloof in de Gereformeerde Kerken heeft geleid."
Diverse veertigers en vijftigers die afscheid namen van de kerk reageerden. Een onderwijzer van eind veertig: "Toch laat alles me niet los en blijft de sfeer van het plaatje boven mijn kinderbed -"Hallelluja, lof zij het Lam"- me danig parten spelen." Een ander: "Jammer dat ik het sprookje niet meer kan geloven." Amelink: "Je proeft een stuk weemoed."
De ouders van de auteur reageerden verdrietig op het boek. "Niet omdat ik het geschreven had, maar omdat het met de gereformeerden is gegaan zoals het gegaan is." Ds. Amelink, Nederlands gereformeerd emeritus predikant, schreef zijn dochter een brief: "Ma was eerder met je boek klaar dan ik. En ze was er triest van geworden. En dat was ook bij mij het geval. We werden triest over het verval van het gereformeerde leven."
De 83-jarige emeritus predikant, die de kerkscheuringen van 1944 en 1967 intens heeft beleefd, weidt vervolgens uit over hoe het vroeger was. "Wat mijn vader doet, doen de meeste mensen. Die gebruiken het boek om te vertellen over hun eigen herinneringen. En die zijn negen van de tien keren dierbaar. Uit mijn boek blijkt dat de gereformeerde wereld -uitzonderingen daargelaten- fijn was om in op te groeien. Veel oudere lezers zijn dankbaar dat dit nu eindelijk eens hardop wordt gezegd. Voor hen is dat een soort positieve ontnuchtering. Velen van diezelfde generatie tonen zich overigens tegelijk opgelucht dat de tijd van discussies over wel of geen ijsje op zondag voorbij is."
Uit de kring van de Gereformeerde Bond was het dr. ir. J. van der Graaf die als eerste in een boekbespreking reageerde. Aan het slot trekt hij de lijn door naar de huidige gereformeerde gezindte: "En is de veruitwendiging, waarover Amelink bij de dolerenden spreekt, vreemd aan het volksdeel dat vandaag nog onder de naam "de gereformeerden" of nu de "reformatorischen" valt en kan die ook nu niet worden versterkt door een bepaalde vorm van tucht, die belemmerend kan zijn voor geestelijke ontplooiing?"
Ook de recensent van het Gekrookte Riet houdt zijn lezers een spiegel voor: "De reformatorische kerken, gemeenten en groepen bewandelen de weg van de gereformeerden. We komen alleen wat later waar zij aankwamen. () Het boek gaat niet over bevindelijk gereformeerden, maar ik herken er zoveel in, dat het ons moet doen huiveren."
Constateert Amelink, die ouderling is in de Nederlands gereformeerde kerk van Zeist, hetzelfde als ze kijkt naar de reformatorische zuil?
"Ik heb altijd te veel naar de buitenkant ervan gekeken; dacht dat het daar nog allemaal in orde was. Bepaalde reacties uit die kring waren voor mij een eye-opener. Aan de ene kant zie je verstarring en het zich steeds krampachtiger terugtrekken op het eigen bolwerk. Daarmee zul je het als kerk niet redden. Anderen gaan de evangelische kant op. EO-isering noem ik dat. In mijn eigen kerken is dat ook het geval. Heb je kritiek op het oppervlakkige van de boodschap, dan kom je slecht aan de bak. Je kunt wel leuk zingen dat Jezus je beste vriend is, maar weet je dan wel waarover je het hebt?"
De remedie?
"Ik ben geen goeroe. Maar een van de dingen die me opvallen, is dat veel gereformeerden van mijn generatie alleen over het geloof kunnen praten in termen van "we mochten zondags niet dit en wel dat". En dan kan ik wél zeggen: dat was bij ons thuis vroeger anders. Er waren zeker bepaalde regels. Maar die waren altijd gericht op de inhoud. Niet: we gaan naar de kerk omdat het moet. Maar: zouden we deze God niet dienen en de zondag daarvoor vrijmaken? Dan ervaar je ook in je latere leven dat we het niet allemaal voor de grap deden."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 30 december 2002
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 30 december 2002
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's