Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sint-janskruid, parel uit kloostertuin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sint-janskruid, parel uit kloostertuin

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

UDEN. „Als ik in de kloostertuin een geneeskruid zou mogen kiezen, zou ik gaan voor het sint-janskruid, zegt Annelies van Thienen. „Het helpt tegen depressiviteit.

De kruidendeskundige leidde onlangs een excursie, georganiseerd door het Museum voor Religieuze Kunst in het Brabantse Uden, naar een aantal kloostertuinen.

In de tuin van het Udense klooster voert ze een pleidooi voor het sint-janskruid (Hypericum perforatum), dat rond het Sint-Jansfeest, op 24 juni, bloeit met heldere gele bloemen. In de bladeren en de bloemblaadjes zitten kleine kliertjes die geneeskrachtige olie bevatten.

Van Thienen legt de werking uit van het sint-janskruid. „Er is veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan en het werkt zelfs bij ernstige depressiviteit. Het kruidengeneesmiddel kan nare chemische middelen vervangen. Een kennis van me die van seroxat overging op sint-janskruid hoefde na een jaar helemaal geen medicijnen meer te gebruiken.”

Het is niet de enige plant die ze bespreekt. Ze wijst op duizendblad (Achillea millefolium), dat een bloedstelpende werking heeft. „Je kunt de plant, die groeit langs de weg, gemakkelijk plukken. Als je het blad opfrommelt en op de wond legt, doet het wonderen.”

Daarna plukt ze een bloem van de stinkende gouwe (Chelidonium majus). Felgekleurd sap loopt uit de stengel. „Dat kun je over wratten wrijven, en het helpt echt.” Nog een ander middel dat ze aanbeveelt, is de fris ruikende citroenmelisse (Melissa officinalis). Dat helpt tegen slapeloosheid, hoofdpijn en maagproblemen. Niet alle geneeskrachtige planten blijken even goed te werken. Van Thienen noemt genadekruid, dat vroeger in gebruik was als laxeermiddel. „Het middel was erger dan de kwaal.”

Na de koostertuin van Uden volgt die in Megen, een stad in de gemeente Oss, aan de Maas. De tuin biedt een prachtig uitzicht op enkele kerken van het oude stadje. An Rouw vertelt over de Hof van Lof, die op een heel andere manier is ingericht dan de tuin in Uden. In de tuin in Megen zijn veel struiken en bomen geplant. De tuin is aangelegd rond thema’s. Een van de thema’s is het kerkelijk jaar. Zo is de kerstborder getooid met een kerstroos, de rode kornoelje en hulst.

In de hoek over de veertigdagentijd staat een bremstruik. „Onder zo’n struik sliep Elia toen hij veertig dagen in de woestijn was.” Bij het gedeelte rond het thema Pasen staat een palm, een buxus centraal.

Planten in kloostertuinen hebben niet alleen een geneeskrachtige werking, maar kunnen ook zijn gewijd aan bijzondere personen. Een plant in de tuin is opgedragen aan „het heilig Bruurke van Megen” (broeder Everardus Witte, 1868-1950): de mosterdplant, de grote struik met de kleine zaden die volop in bloei staat. In de vlakbij gelegen kapel bevindt zich een graftombe van Bruurke. Van de mogelijkheid om briefjes in zijn stenen handen te stoppen, is zo te zien druk gebruikgemaakt.

Het duifkruid staat voor Columba, de stichter van het klooster Iona in Ierland. Er zijn ook planten opgedragen aan protestanten, onder meer de kruisdistel (Dietrich Bonhoeffer) en de lathyrus (Karl Barth).

Johannes Hus, de voorloper van de Hervorming, heeft ook een plant toebedeeld gekregen: de ganzenbloem met prachtige rode bloemen. Als klap op de vuurpijl is er een bloem gewijd aan 31 oktober, Hervormingsdag. Dat is de dahlia Bishop of Llandaff, een bloem met rood blad dat verwijst naar het vergoten bloed van de martelaren. En dat terwijl de rooms-katholieke godsdienst in Megen nog volop leeft.

Het derde klooster dat een bezoek krijgt, is dat van de minderbroeders kapucijnen te Velp, bij Grave. Het klooster, dat nog maar vier bewoners telt, wordt meer en meer gebruikt door groepen die er onder meer in de moestuin werken. De door een lindelaan en een sloot omsloten tuin huisvest kruiden, kassen, een groot aantal groenten, een fruitboomgaard en een afdeling bessen. De tuin is doorgaans niet toegankelijk, behalve voor vogels, die zich van de tuineigenaren tegoed mogen doen aan de bessen en aardbeien, nadat de mensen hun deel gehad hebben. Ze staan niet voor niets in de traditie van Franciscus, de dierenvriend.

Dit is het slot van een tweeluik over kloostertuinen. Aanleiding vormt de expositie ”Hortus conclusus” in het klooster van Uden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juli 2013

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Sint-janskruid, parel uit kloostertuin

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 juli 2013

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's