Opvoedingsondersteuning versnipperd
Alle kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte bieden opvoedingsondersteuning aan: toerustingsavonden, papers, het aanbieden van sprekers. Elke kerk lijkt het wiel opnieuw te willen uitvinden. De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) willen daar verandering in aanbrengen. Een overzicht én de vraag of die poging kans van slagen heeft.
Recent kwamen de CGK naar buiten met een enquête over de behoefte aan opvoedingsondersteuning. De Christelijke Gereformeerde Kerken hadden in 2013 besloten de krachten van hun beide jeugdbonden, het LCJ en de CGJO, de mannen- en vrouwenbond én het deputaatschap Kerkjeugd en Onderwijs te bundelen in de projectgroep ”Geloof in het gezin”. Twee medewerkers werden benoemd.
Een van de projectleiders, Margreet van den Berg-van Brenk, gaf in een interview in deze krant aan een bredere aanpak te willen dan alleen opvoedingsondersteuning voor de CGK. Zij is bij allerlei christelijke opvoedingsondersteunende instellingen langs geweest voor een inventarisatie.
Motto
Haar ideaal is „samen sterk te staan voor de christelijke opvoeding.” De website geloofinhetgezin.nl moet een platform worden voor Bijbels genormeerde opvoedingsondersteuning, zo beklemtoonden de projectleiders onlangs in hun officiële plannen. ”Bundelt krachten voor christelijke opvoeding”, luidt het motto op de site.
Een ambitieuze doelstelling, want de ondersteuning van de opvoeding is uiterst versnipperd. Nogal wat gereformeerde en evangelische instellingen en kerken werken er op hun manier aan.
Zo zijn er instellingen die zich vanuit hun professie met opvoedingsondersteuning bezighouden: Driestar educatief, de Christelijke Hogeschool Ede, het Ds. G. H. Kerstencentrum. Maar ook de SGJ, de Stichting Schuilplaats, De Vluchtheuvel en Agathos. Familycare (ondere andere Chris) heeft als doel in opvoedingssituaties problemen te voorkomen of op te lossen. Daarnaast zijn er diverse bureaus van christenen die opvoedingsondersteuning aanbieden, zoals Forestconsult in Houten.
Ook de kerken in de gereformeerde gezindte doen het nodige aan opvoedingsondersteuning. De Gereformeerde Gemeenten in Nederland en de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland hebben die uitbesteed aan het Ds. G. H. Kerstencentrum (KOC) in Veenendaal. Het KOC biedt vijf opvoedingscursussen aan, waaronder de eind 2013 geïntroduceerde gesprekskringen ”Schouder aan schouder”. Ook verschaft het pedagogisch centrum ambulante hulp aan gezinnen met opvoedingsproblemen.
Veelvoud aan organisaties
Binnen de Gereformeerde Gemeenten houdt een veelvoud aan organisaties zich bezig met toerusting rond opvoeding. Dat zijn onder meer de Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO) met zijn P-opvoedingscursussen, de instelling voor maatschappelijk werk De Vluchtheuvel, de jeugdbond JBGG, die twee keer per jaar het opvoedingsblad Eigenwijs uitgeeft en opvoedingsavonden belegt, en het deputaatschap Kerk, Gezin, Jeugd en Onderwijs (KGJO) met een viertal werkgroepen.
Het deputaatschap KGJO stelde daarom per januari dit jaar Elisabeth van Woudenbergh aan. Zij moet alle initiatieven voor de toerusting van opvoeders op elkaar afstemmen. „Ik heb in een brochure voor de kerkenraden alle op- voedingstoerusting voor ambtsdragers en gezinnen op een rij gezet. Alle genoemde organisaties heb- ben hun eigenheid, maar het aanbod is nu meer gestructureerd.”
Ze signaleert dat er „steeds minder mensen” afkomen op landelijke en regionale toerustingsbijeenkomsten van onder meer de JBGG. Het zijn de plaatselijke gemeenten die steeds vaker met toerustingsavonden aan de nog altijd groeiende behoefte aan opvoedingsondersteuning tegemoetkomen. Die kunnen bij Van Woudenbergh aankloppen en zij zoekt daar dan de kerkelijke organisatie bij die het meeste kennis en ervaring in huis heeft om zo’n bijeenkomst te verzorgen. „Zo kan ik maatwerk leveren.”
Bij de nog jonge Hersteld Hervormde Kerk (2004) is het vooral de jongerenorganisatie HHJO die de opvoedingsondersteuning coördineert. „We hebben een sprekerspool met theologen, psychologen en pedagogen”, zegt de kersverse jeugdwerkadviseur Hendrik-Jan van Nieuw Amerongen.
In 2013 hield de hersteld hervormde gemeente in Genemuiden een proef rond opvoedingsondersteuning. De gemeente belegde vijf opvoedingsavonden onder leiding van een ouderling. Daarin kwamen achtereenvolgens huisgodsdienst, gezagsverhoudingen, media-opvoeding en seksuele vorming aan de orde.
Naar aanleiding van deze proef stelde de HHJO een reader voor opvoedingskringen samen. „Verschillende gemeenten, zoals Genemuiden en Opheusden, gebruiken de reader.”
Vanwege de grote behoefte aan toerusting wil de HHJO volgend kalenderjaar een vervolgreader uitbrengen. „Ons verlangen is dat kinderen hun hoop op God zullen stellen en ouders leven voor het aangezicht van God, coram Deo.”
Product
De Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de grootste jeugdbond van de gemeenten die behoren tot de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, ontplooit verschillende activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning. „Ons belangrijkste product op dit vlak zijn de basiscursus ”Geloofsopvoeding” en de vijftig jaarlijkse thema-avonden waarop dit thema centraal staat”, zegt Fenny den Boer, ontwikkelaar kinderwerk en geloofsopvoeding. „Een medewerker of een vrijwilliger van ons geeft deze avonden. Deze persoon geeft onder meer instructie over hoe ouders Bijbelstudie in het gezin kunnen houden.” Sommige bondsgemeenten vragen elk jaar de HGJB weer voor de basiscursus of een avond; andere wisselen de jeugdbond af met andere instanties of opvoedingsdeskundigen, weet Den Boer.
Het in 2008 uitgegeven HGJB-gezinsboek ”Voor elkaar” vindt nog altijd aftrek. „Verder zijn we in de beginfase van de ontwikkeling van kringmateriaal dat ouders kunnen gebruiken voor opvoedkringen in de gemeente.” Daarvan functioneren er diverse in bondsgemeenten (zie ook kader).
Om naast de betrokken ouders ook de minder enthousiaste te bereiken, doet de HGJB suggesties om die via jeugdwerk en catechese aan te spreken. „Via een brief voor de ouders, via het kinderblad Clik en via opdrachten die de kinderen meekrijgen van de catechese. Ook kunnen catecheseteams ouderavonden organiseren.” Verder heeft de HGJB plaatselijke jongerenwerkers in dienst. „Zij werken aan beleid, door een visie te vormen op ondersteuning in de geloofsopvoeding in de gemeente.”
In februari dit jaar brachten de hervormde jeugd-, mannen-, vrouwen- en zondagsscholenbonden een gemeenschappelijk digitaal magazine uit, ”Opvoedingsbron”. „Dat is bedoeld als aanzet voor het geven van aandacht in de gemeenten aan geloofsopvoeding in gezinnen.” Het magazine is gestuurd naar alle 9000 leden van de vrouwenbond. Daarnaast zijn er op aanvraag nog ruim 1000 verspreid. „Er zijn gemeenten die het wilden uitdelen na een doopdienst.” Het is de bedoeling komend voorjaar weer een ”Opvoedingsbron” uit te geven.
Grote behoefte
Net als Den Boer, Van Nieuw Amerongen en Van Woudenbergh constateert Margreet van den Berg van het project ”Geloof in het gezin” een grote behoefte aan toerusting rond geloofsopvoeding.
Haar collega Ingrid Plantinga heeft de afgelopen tijd haar Bijbelse visie op opvoeding doordacht en op schrift gesteld. ”Geloof in het gezin” wil bijzondere aandacht geven aan opvoedingsvragen van ouders van kinderen van 0 tot 4 jaar. „Deze leeftijdsgroep wordt vaak over het hoofd gezien, maar juist de jonge jaren bieden vanwege de ontvankelijkheid van de kinderen ouders gouden kansen.”
Ook in de Christelijke Gereformeerde Kerken zijn veel plaatselijke gemeenten actief met toerusting van ouders en ambtsdragers. Belangrijk in het project is de realisatie van een online opvoedplein waarop ouders informatie kunnen vinden. „We hopen op een brede samenwerking. De versplintering op dit gebied is groot. Iedereen die artikelen, filmpjes of ander materiaal over christelijk opvoeden heeft, nodigen we uit die beschikbaar te stellen voor alle ouders die zich in de opvoeding laten leiden door Gods Woord.”
Eigen identiteit
De HGJB, het deputaatschap KGJO (GG) en de HHJO zitten daar op voorhand niet om te springen, zo blijkt uit de reacties.
Den Boer zegt dat de HGJB officieel nog geen verzoek kreeg om opvoedingsmateriaal beschikbaar te stellen. „Mocht deze vraag naar ons toe komen, dan zullen wij de mogelijkheid op een open manier met ”Geloof in het gezin” verkennen.”
Van Woudenbergh van KGJO sluit overleg en afstemming met onder meer de CGK niet op voorhand uit. „Het is goed en nodig om van elkaars activiteiten af te weten.” Wel benadrukt zij dat hierover nog geen beleid is vastgesteld en dat de opvoedingsondersteuning moet „passen bij de eigen achterban.”
Ook Van Nieuw Amerongen stelt dat de HHJO kerken in de gereformeerde gezindte tot een hand en een voet wil zijn. „Ik ben een vriend van allen die Gods naam ootmoedig vrezen. Het is goed dat we contact met elkaar hebben en houden.” Anderzijds reageert de jeugdwerkadviseur terughoudend. „Ik zou graag meer willen weten over de aard en omvang van het nieuwe project. Hoe kunnen organisaties daaraan bijdragen zonder de eigen identiteit te verliezen? Maar we willen het gesprek met anderen graag aangaan. Ook zullen we intern bespreken welke mogelijke rol de HHJO hierin kan spelen.”
>>geloofinhetgezin.nl
>>hhjo.nl
>>hjgb.nl
>>jbgg.nl/opvoeders
>>koc.nu
„Ik flip als de kaaskorsten er nog liggen”
Rond kwart voor negen zijn alle bezoekers van de opvoedingsavond voorzien van koffie of thee. Gastheer Evert leest twee verzen uit Psalm 31, zegt daar wat over en bidt met de ouders.
Vijf moeders en vier vaders van tieners zijn bij elkaar gekomen voor de opvoedkring van de hervormde Stads- en Noordwestwijk in het Gelderse Hattem. Deze wijkgemeenten met achtereenvolgens een confessionele en een Gereformeerde Bondssignatuur proberen sinds zeven jaar doopouders na de doop bij elkaar te brengen in een opvoedkring. „In het doopgesprek bevelen we deelname heel sterk aan, verplichten kunnen we natuurlijk niet”, vertelt de ook aanwezige ds. B. J. D. van Vreeswijk.
Het grote voordeel is volgens de predikant dat zo ook de kerkelijk minder betrokken ouders met elkaar over geloofsopvoeding praten. Inmiddels zijn er drie doopkringen die drie à vier keer per jaar bijeenkomen: een met ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar, een in de categorie 5-12 jaar en een met tienerjongeren.
Vanavond is de laatste groep bij elkaar. Omdat er drie nieuwelingen zijn, volgt er een voorstelrondje. Everts echtgenote Dilia steekt van wal met als centrale vraag: In hoeverre was jouw eigen geloofsopvoeding bepalend voor de manier waarop jijzelf de geloofsopvoeding vormgeeft?
De meeste ouders komen uit een gezin met twee tot vier kinderen en hebben er zelf drie – veelal in de puberleeftijd (12-18 jaar). Veel van deze Hattemers komen uit een christelijk gezin dat wel aan zijn religieuze plichten voldeed – regelmatige kerkgang, Bijbellezen aan tafel, bidden. Er werd echter weinig tot niet over (de gevoelsmatige aspecten van) het geloof gesproken, op een enkele vader na die er –op een verstandelijke manier– veel over redeneerde. Lianne: „Praten over God is mij niet geleerd.”
Dat wilden de meesten wel anders doen. Astrid: „Ik had me voorgenomen: Als ik later kinderen krijg, doe ik dat anders.” Dat zorgt voor openheid. „Onze dochter zei op oudejaarsdag: Wat gebeurt er als Jezus nu terugkomt?”
Ds. Van Vreeswijk werpt de vraag op of de gevoelsaspecten nodig zijn in de geloofsopvoeding. Evert: „Gevoel maakt het plaatje compleet. Alleen redeneren kan hard en afstandelijk overkomen.” Linda: „Je moet niet alleen praten, maar ook doen. Anders is het geloof een lege huls.” Ds. Van Vreeswijk: „Het belangrijkste is hoe je zelf ten opzichte van God staat. Kinderen hebben heel goed door hoe je erin staat.”
Vertrouwelijk gesprek
Dan komt vraag 1 aan de orde: „Heb je de laatste tijd een echt vertrouwelijk gesprek gehad met een van je tieners?” Deze komt voort uit een hoofdstuk over communicatie uit het boek ”Wat ouders moeten weten over de gedachtewereld van tieners” van Shaunti Feldhahn en Lisa Rice. Bert en Jannet hebben een lang gesprek gehad met hun 17-jarige zoon over diens late tijdstip van thuiskomen ’s avonds. Bert: „We hebben gezegd dat we die regel niet opleggen om hem te pesten.”
Het blijkt dat sommige pubers uit zichzelf naar ouders toekomen voor een gesprek, maar andere nooit. Astrid: „De middelste is hetzelfde als ik. Als ik een conflict met haar heb, spreek ik eigenlijk een foute eigenschap van mezelf aan. Zij gaat daarom automatisch al naar Andries, mijn man.”
Het gesprek verplaatst zich naar het ontstaan van geloofstwijfel die er, aldus ds. Van Vreeswijk, „geheid gaat komen.” Moet je met je kind daar „preventief” over praten? De meeste ouders vinden van niet, de predikant van wel. „Jezus zegt Zelf tegen de discipelen: Er komt een tijd dat jullie me een voor een zullen verlaten.”
Geloofstwijfel
Linda scherpt de discussie aan met de vraag of ouders hun eigen twijfel op kinderen moeten overbrengen door niet naar de kerk te gaan. Zij vindt van niet. „Ik heb bij de doop beloofd dat ik het kind zou opvoeden met God. Dat wil ik nakomen, ook al ervaar ik zelf niets bij een kerkdienst. Anders is de kans groot dat de kinderen afhaken, terwijl hun geloofsopvoeding nog niet eens is afgerond.”
Een moeder is het er niet mee eens. Geëmotioneerd vertelt zij dat zij wel thuisblijft als de opvoedingssituatie haar te veel wordt. Ook vader Andries vindt het beter om de eigen geloofstwijfel met de kinderen te delen. „Bijvoorbeeld als je een keer niet aan het avondmaal gaat.” Ds. Van Vreeswijk: „Als je depressief bent, is het juist goed om ook de ritme van de kerkgang aan te houden.” Astrid: „Soms zijn er maar drie woorden uit een lied die je treffen.”
Het is tien voor halfelf. Nog snel gaat het over het ”flippen” (heel boos worden) van ouders. Dilia: „Het gaat er vaak om hoe je er zelf aan toe bent: teleurgesteld, moe, het verkeerde moment.” Linda, lachend: „Ik erger me aan de troep van mijn dochter van 15. En ik flip als ik na een dag werken thuiskom en de kaaskorsten van het ontbijt zijn nog niet opgeruimd. Dan moet ik later mijn excuses maken.”
Na het dankgebed door de predikant worden de afwezigen even langsgegaan. „De familie Janssen heeft helemaal afgehaakt; die komt niet meer.” Maar de aanwezige ouders stellen een nieuwe datum vast, in januari.
Een kring na het dopen
Margreet van den Berg van het project ”Geloof in het gezin” vindt het project waarin in hervormd Hattem doopouders na de doop van hun kinderen verder gaan als opvoedkring „een interessant idee. „Prachtig toch? Allemaal kinderen in dezelfde leeftijd en je begint met elkaar op een moment dat de opvoeding nog moet beginnen. Makkelijker dan wanneer je al met de handen in het haar zit.”
Ook ds. Van Vreeswijk van de hervormde Noordwestwijk in Hattem is positief gestemd over de redelijk succesvolle opzet „Doel is dat ouders met elkaar rond een open Bijbel over de opvoeding van hun kinderen praten. Op elke kring komen zes tot twaalf ouders. Dat is redelijk veel – in onze gemeente zijn jaarlijks slechts drie à vier dopelingen. Van de doopouders doet 75 procent mee, ook de ietwat randkerkelijken. Hervormd Hattem heeft geen traditie van een wekelijkse kerkgang. Toch komen deze ouders op die kringen. Die stimuleren de kerkgang ook wat. Door de grotere betrokkenheid van de ouders op elkaar komt er ook meer betrokkenheid op de gemeente.”
Een groepje ouders coördineert de bijeenkomsten. De inhoud van de avonden wordt met ds. Van Vreeswijk afgestemd. „We hebben bij de HGJB de vraag neergelegd om voor deze kringen materiaal te ontwikkelen. De jeugdbond is inmiddels in Hattem een proef gestart.”
Volgens de Hattemse predikant is deze aanpak van opvoedkringen met ”jaargangen doopouders” goed toepasbaar bij andere gereformeerde kerken, „misschien ook wel bij evangelische gemeenten rond het opdragen van kinderen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 november 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 17 november 2015
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's