Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestiging en intrede Ds. A. van Heteren op Urk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestiging en intrede Ds. A. van Heteren op Urk

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bevestigingdienst

Het was zaterdag 9 september jl. voor de gemeente van Urk een blijde dag. In de goed gevulde “Eben-Haëzer” kerk mocht de gemeente in Ds. Van Heteren haar tweede predikant ontvangen. En dat voor het eerst in haar veel bewogen geschiedenis. Maar de Koning der Kerk houdt Zijn eigen werk in stand. Ook al schijnt de kerk somtijds tot niet te zijn geworden. De bevestiging geschiedde door Ds. M.C. Tanis. Voor hem was het ook een bewogen moment. Het was immers 47 jaar geleden, dat hij zelf als student aan deze gemeente werd verbonden door Ds. W.F. Laman. De gemeente telde in die dagen ongeveer 600 leden, maar is inmiddels gegroeid tot ruim 1400 leden en beschikt binnenkort ook over haar tweede kerkgebouw.

Ds. Tanis bepaalde zijn gehoor bij het woord uit 2 Timotheüs 4:1,2 en 5c. het thema voor de prediking luidde; “Staan in de dienst van de Heere”, waarbij gelet wordt op: 1. een ernstige zaak, 2. een blijvende opdracht, 3. een hartelijke aansporing.

We dienen te beseffen, dat alle ambtswerk geschiedt in het licht van de eeuwigheid. Van al onze arbeid moeten wij rekenschap afleggen voor Christus. Bij deze ernstige werkelijkheid bepaalt onze tekst als zij spreekt over de Heere Jezus Christus, als Die de levende en de doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk. Van deze werkelijkheid was Paulus zich ten volle bewust. En het is nodig dat we dat als dienaren van het Woord dagelijks inleven. Het ambt is genade, maar ook een dienaar zal in het oordeel geplaatst worden. En dat is een diep ernstige zaak, waarmee de dienaar tot zichzelf steeds moet inkeren. Maar dan mag hij ook zien op Zijn Zender en zijn nood neerleggen voor Hem. In het bijzonder mag dat wel eens geschieden aan de voet van de kansel. En dan laat de Heere Zich niet onbetuigd. Maar ook ons geldt: als Christus geen Middelaar was, kwam er geen dominee in de hemel en daarom kan ook een dienaar zonder verschrikking verschijnen voor die rechterstoel.

Preken is een blijvende opdracht. Dat moet je steeds weer opnieuw leren. Veel afleren en steeds aanleren. Al hadden we de leeftijd van Methusa-lem, dan komen we nog niet uitgestudeerd in het Woord. Het preken moet geschieden met de klem van de profeten, zoals zij het gezegd hebben: Zo spreekt de Heere. Daar heeft de gemeente recht op, ja, daar heeft de Zender recht op. We hebben te verkondigen het Evangelie tegen de zwarte achtergrond van de zonden en de vloek der wet. Zoals in de Tweede Wereldoorlog de blijde boodschap van de bevrijding gehoord werd in een geknecht land, dat uitzag naar de verlossing van de onderdrukking.

De verlossing van de zondaar blijft niet beperkt tot het hart, maar strekt zich uit over het gehele leven. Daarom, broeder, wees een heraut van die grote Korting. Hij zal je de Boodschap zelf in de mond leggen. Ga door met de prediking of ze het horen willen of niet, tijdelijk, ontijdelijk. Wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. Leef bij dit Zijn Woord, dat normerend is vooral ons ambtelijk werk. Wel onbekwaam tot het werk, maar niet onbevoegd.

Tenslotte omvat onze tekst een hartelijke aansporing: Vervul uw dienstwerk ten volle. Het is een omvangrijk werk. Maar wees in de eerste plaats dienaar van het Woord, geen maatschappelijk werker of manager. Laten we ons niet verliezen in het menselijke. Bestudeer het Woord, het is een goudmijn. Onderzoek onze Catechismus, het is een troostboek. Je blijft een onnutte dienstknecht, maar toch naar het Woord van Christus toch een dienstknecht. Zolang de zon en maan er zijn, zal de Heere voortgaan met Zijn werk. Na het plechtige “ja, ik van ganser harte” en een hartelijke persoonlijke toespraak door de bevestiger, hield Ds. Van Heteren zijn intredepreek naar aanleiding van Johannes 21 vers 6.

Intrededienst

Tekst voor de intrede was Johannes 21:6 “En Hij zeide tot hen: Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden. Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.”

Onder meer door middel van deze woorden heeft de Heere duidelijk gemaakt dat de weg naar Urk was. Er mag voortaan gearbeid worden in een ander deel van de wijngaard.

Thema: Een wonderli jke visvangst

1. Afhankelijke vissers

2. Werkzame vissers

3. Gezegende vissers

1. Afhankelijke vissers

In vers 3 staat dat er niets gevangen was. Dat kwam niet omdat er niet gevist was, of omdat de vissers niet deskundig waren of omdat er geen vis was. De Heere heeft daar deze bedoeling mee dat de discipelen opnieuw en almeer zouden leren in de arbeid die zij zouden mogen gaan verrichten afhankelijk te zijn van de Heere.

Het is een herhaling van het onderwijs uit Lucas 5. Ook daar is sprake van een wonderlijke visvangst na eerst niets gevangen te hebben. Een nieuwe predikant is in de ambtelijke arbeid volkomen afhankelijk van de Heere. Zonder de Heere kan niets gedaan worden. God werkt zo dat Hij verheerlijkt wordt. Van de bekering van zondaren geldt dat de Heere dat doet. Dit is vernederend voor de mens en Gode-verheerlijkend. In Mattheüs4:19 staat: “Ik zal u vissers der mensen maken.” Het moge zo zijn in het hart: “Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.” Het net van de prediking zal uitgeworpen moeten worden in de volkerenzee. De vissers dienen hun zwakheid en afhankelijkheid te beleven. De Heere zal kracht, vrijmoedigheid, liefde en bewogenheid geven op het gebed. Het gebed van de gemeente en in het bijzonder van Gods kinderen is nodig. De discipelen en ook de predikers nu dienen leerlingen te blijven.

2. Werkzame vissers

De Heere gaf opdracht tot vissen: “Werpt uw net uit aan de rechterzijde van het schip.” Het woord dient uitgedragen te worden. Er kunnen golven van haat, hoon en beproeving komen. Er dient tijdiglijk en ontijdiglijk gearbeid te worden. Als er niets wordt gevangen dient men door te gaan met vissen. Als er geen zondaren bekeerd worden, dient de prediking toch door te gaan. De Heere roept en bekwaamt hiertoe: “Hij Die u roept is getrouw, Die het ook doen zal.” De discipelen zouden vissers der mensen zijn, geen vissers van geld, rijkdom en eer. Het waren geen gemakkelijke, oplettende en waakzame leerlingen geweest. Zij konden niet een uur met de Heere waken. Allen waren zij gevlucht in de nacht van de gevangenname. Petrus had tot driemaal toe de Heere verloochend. Welk een wonder werkzaam te mogen zijn in het vissen van mensen.

3. Gezegende vissers

Aan het vissen is een rijke belofte verbonden: “en gij zult vinden.” De Heere heeft dit waar gemaakt. “Zij wierpen het dan, en konden hetzelve niet meer trekken vanwege de menigte der vissen.” Er werden honderd drie en vijftig vissen gevangen. Een bepaald getal. Dat ziet op verkiezing door God van eeuwigheid en toebrenging van de uitverkorenen in de tijd. Het zal uiteindelijk een ontelbare schare worden. Het net scheurde niet. Dat ziet op de volharding der heiligen en op de bewaring door God temidden van gevaren en aanslagen. De Koning der Kerk bidt voor Zijn Kerk: “Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt.” Zij staan geschreven in het boek des levens des Lams. Het Borgbloed is voor hen gestort. De arbeid van de discipelen is gezegend. Op de Pinksterdag werden er omtrent 3000 toegebracht, gevangen in het net van de prediking. Lydia en de stokbewaarder zijn bekeerd. Op het rond der aarde zijn er toegebracht. Dit is alleen mogelijk omdat Christus plaatsvervangend voor Zijn Kerk heeft geleden en gehoorzaam is geweest aan de Wet Gods. Christus heeft de zaligheid voor Zijn Kerk verworven.

Onbekeerden, haast u om uwe levens wil. De Heere laat de prediking nog uitgaan. De tijd is kort. Het leven snelt voorbij. Als predikers niets vangen is dat tot droefheid en pijn. Het geeft ook gebed om wel te mogen vangen.

Hebt u de zonde en de wereld nog geen scheidbrief gegeven? Is de brug naar de wereld nog niet opgehaald? Kunt u nog voortleven zoals u altijd gedaan hebt? Bekeert u daarvan.

Er zijn er die meelopen, meezingen en meeluisteren zonder de waarachtige bekering te kennen. Zij zwemmen boven het net uit of onder het net door of langs het net heen. De prediking vinden zij te ontdekkend of te liefdevol. Soms worden grote zaken besproken zonder het leven te kennen. Ontzettend de weg geweten en niet bewandeld te hebben. De smeking moge opstijgen: Neig mijn hart en voeg het saam tot de vrees van Uwen Naam. Het vissen blijft niet ongezegend. Op de Pinksterdag werden er omtrent 3000 doorstoken in het hart. Zij werden van vijanden volgelingen, van haters liefhebbers, van zelfbedoe-ling Godbedoelers.

De Heere moge onze arbeid rijkelijk zegenen. De Heere werkt wonderen en Christus draagt de Naam Wonderlijk. Wie het meest voor predikers bidt, wordt het meest onder hen gezegend. Hebt u iets of meer mogen beleven van de alwetendheid, de rechtvaardigheid, de heiligheid, de goedheid en de lankmoedigheid des Heeren? Hebt u gezondigd tegen een goeddoend, lankmoedig en sparend God? Is uw leven van keus en koers veranderd? Dan zult u of jij tegen de stroom ingaan. Dat geldt op het werk, in de familiekring, op school en in de opvoeding. De allesbeheersende vraag is dan: “Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?” Zulken komen openbaar in wat zij lezen, hoe zij zich kleden en wat zij spreken. Zij zijn in het net van het Evangelie gevangen door God. Dat geeft verwondering en aanbidding. De Heere zal hen bewaren in de strijd van het leven. Aan een geoefend kind van God werd gevraagd op zijn sterfbed hoe het met hem was. Hij zei: Hier ligt een klomp zonde. Hij was met de weldaden niet groot geworden. Een kind Gods kan met een Jakob alleen sterven met het oog op Christus: op Uwe zaligheid wacht ik, HEERE.

Aan het slot van de dienst werd de nieuwe predikant nog toegesproken door de burgemeester van Urk, de heer D.G. Schutte, die hem hartelijk uitnodigde voor het overleg tussen gemeente en predikanten. Namens de classis door Ds. H. Polinder, die hem toewenste als een trouw gezant een medicijn te mogen zijn voor de gemeente (Spreuken 13:17b). Ds. J.R. Volk sprak namens de plaatselijke kerken een hartelijk welkomstwoord en sprak de wens uit van een goede en gezegende samenwerking. Tenslotte sprak collega Ds. A.A. Egas namens de kerken-raad en gemeente. Deze dag staat in het teken van Psalm 77 vers 8 “Heilig zijn, o God, Uw wegen”. Deze woorden gelden niet alleen voor onze gemeente, die tot op heden nog zijn mag, ondanks alle stormen die over haar zijn heen gegaan, maar ook voor ons beiden persoonlijk. We mogen nu al meer dan 18 jaar op een hartelijke wijze aan elkaar verbonden zijn. Geve de Heere ons te mogen dienen in onderlinge liefde, opdat Hij ons gebruike tot vervulling van Zijn belofte: “En gij zult vinden”. Er is nog verwachting voor onze gemeente, omdat de Heere een Waarmaker van Zijn Woord is. hij verzocht de gemeente de predikant staande toe te zingen:

Kom hem te hulp; zijn ziel, die U verbeidt
Bestier in gunst naar Uwe Wet zijn gangen.

Na een persoonlijk dankwoord werd deze plechtige bijeenkomst besloten met het zingen van de woorden: “Zijn naam moet eeuwig’ eer ontvangen”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Bevestiging en intrede Ds. A. van Heteren op Urk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 september 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's