Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Harde barmhartigheid jegens Joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Harde barmhartigheid jegens Joden

DE THEOLOGIE VAN MAARTEN LUTHER [7]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meestal wordt Luther besproken in zijn strijd met de kerk van Rome. Toch hebben ook andere fronten in zijn leven een grote rol gespeeld, waarbij we kunnen denken aan de humanisten (Erasmus!), de Turken (islam!) en de Joden. Juist zijn uitspraken over de Joden hebben – zeker de laatste 50 jaar – heel wat stof doen opwaaien. Soms werd zelfs de beschuldiging geuit als zou Luther antisemitisch zijn geweest. Wat heeft Luther dan allemaal gezegd en wat heeft dat ons te zeggen?

Positief begin
Luthers verhouding tot de Joden begint heel positief. Na zijn herontdekking van het evangelie in 1517 meent Luther dat deze gebeurtenis niet alleen een genade van God is aan de kerk, maar ook aan de Joden. Eeuwenlang was het evangelie in de Kerk van Rome ingekapseld door verkeerde uitleg en menselijke geboden. Dit had de Joden gehinderd om zich tot Christus te bekeren. Nu liet God door middel van Luther het evangelie weer rijk en overvloedig stralen. Zo konden de Joden zicht krijgen op Christus als de ware Heiland voor Jood en heiden. Ook noemt Luther dat de Joden de eeuwen door verkeerd zijn behandeld, wat hen ook had tegengehouden om christen te worden. Hij roept ieder op om de Joden met alle liefde en goedheid te behandelen, opdat er werkelijk geen enkele belemmering zal zijn voor hen om zich te bekeren tot Christus. De reformator wijst in dit proces elke vorm van dwang af, omdat bekering iets is van geloof en de Heilige Geest in het hart. Ook kent Luther hun een gerespecteerde plaats toe in de samenleving. Terwijl tegen wederdopers strenge maatregelen werden genomen, wil Luther dat niet tegen de Joden, omdat zij kerk en maatschappij niet omver proberen te werpen.

Scherper en harder
Maar ongeveer vijftien jaar later, zeg maar vanaf 1530, beginnen er geschriften van Luther te verschijnen, waarin hij veel scherper en harder over de Joden is. Zelfs komt hij in een geschrift zo ver dat hij de overheid voorhoudt om de Joden, als ze volharden in hun verzet, uit het land te zetten, de synagogen te verbranden en de Talmoed evenzeer. Luther geeft aan dat dit alles voor hem een vorm van ‘harde barmhartigheid is’, waardoor hij hoopt dat de Joden alsnog tot bekering komen. Hij had gemerkt dat de ‘zachte barmhartigheid’ hun verzet tegen het geloof alleen maar groter maakte!
Waardoor is er een dergelijke ingrijpende omslag gekomen in Luthers houding tegenover de Joden? Verschillende zaken kunnen genoemd worden. Rond 1526 had hij een ontmoeting met enkele rabbijnen. In dat gesprek brachten deze rabbijnen een krachtige afwijzing van Jezus als Zoon van God naar voren, alsook een afwijzing van luthers christologische exegese van het Oude Testament. Hoe helder Luther ook het evangelie kon voorhouden, hun afwijzing was beslist. Daarnaast waren ook allerlei boeken van joodse zijde tegen de christelijke uitleg van het Oude Testament verschenen.

Turks leger
Van groot belang was voor Luther ook een boek van een bekeerde Jood, Anton Margaritha, waarin veel materiaal vanuit de joodse eredienst wordt beschreven. Al deze contacten schokten Luther vanwege de lastering van Christus die hij tegenkwam. Jezus werd genoemd als tovenaar, Maria als hoer, Jezus als hoerenkind. In deze zelfde tijd was er in delen van Europa een beweging die het christelijke geloof verjoodste door onder andere de sabbat in te willen voeren. Ook was sprake van overgangen naar het Jodendom. Daarnaast bleek hoe de overheden de Joden de hand boven het hoofd hielden om louter financiële redenen. Is dit alles samen een verklaring? Wellicht nog belangrijker is het feit dat in die periode een machtig leger van de Turken oprukte in Europa. Hun doel was Europa onder hun heerschappij brengen en daarmee ook onder gezag van de Koran! Er waren signalen dat de Joden wel min of meer sympathiseerden met de opdringende Turken. In ieder geval gaf deze aanstormende islam aan Luther de indruk dat de eindtijd was aangebroken. Via de islam van buiten en de paus van binnen probeert de duivel voor het aanbreken van de jongste dag de kerk te verwoesten. Voor Luther behoorden de Joden, in hun lasteren van Christus, tot diezelfde boze macht. Vaak noemt de reformator Turken, Joden en de paus in een adem. De grote kracht voor de christenen om deze vijanden te weerstaan, ligt in bekering tot God. Hoe moet het echter als de joodse lastering tegen Christus wordt geduld? Dan brengt de christenheid zonde over zich, waardoor ze Gods bescherming kan kwijtraken tegen de aanvallen van de boze. Kortom, achter de scherpe toon tegen de Joden zit het diepe besef van de naderende eindtijd met haar gericht, alsook het verlangen om de christenheid tegen de boze te beschermen en haar bereid te maken voor de wederkomende Heiland.

Nazi-propaganda
Toch blijft een aantal uitspraken van Luther, en vooral zijn oproep aan de overheid tot maatregelen tegen de Joden, teleurstellend. Luther, de grote man Gods, zo door de Heilige Geest gebruikt om een stroom van genade over Europa te brengen: hoe kan dit? Nu leert ons het evangelie al dat ook mensen die van God grote genade hebben gekregen, zich vanuit zwakheid kunnen vergissen (Petrus!).
Is daarmee alles gezegd? Wel veel, maar niet alles. We moeten ons realiseren dat wij na de Tweede Wereldoorlog leven en daardoor de uitspraken van Luther anders en erger aanvoelen dan ze in werkelijkheid zijn geweest. Want wat is er gebeurd? De harde toon van de laatste geschriften van Luther is vlak voor de Tweede Wereldoorlog door de nazi-propaganda naar voren gebracht. Men gebruikte Luthers uitingen over de Joden om de eigen racistische visies ingang te laten vinden bij het Duitse volk. Dat dit misbruik is, moge duidelijk zijn. Luther zocht de bekering van de Joden, de nazi’s zochten de vernietiging van de Joden. Luther hoopte dat ze het eeuwige leven zouden vinden, de nazi’s wensten dat ze alle leven zouden verliezen. Luther bezag hen geestelijk vanuit Christus. De nazi’s bezagen hen vanuit een rassenleer, met een antichristelijke instelling.
Het wordt wel eens zo gezegd: Luther was anti-judaistisch (hij bestreed het joodse verzet tegen de Heere Jezus) de nazi’s waren antisemitisch (zij haatten het ras van het joodse volk als zodanig). Het is heel belangrijk om dit onderscheid te maken als we recht willen doen aan de feiten. Als wij Luther antisemitisch noemen, dan praten we eigenlijk achteraf de nazi-propaganda na! En dat doet groot onrecht aan wat Luther heeft gezegd en bedoeld.

In het licht van Christus
Luther spreekt niet vanuit afkeer van een ander ras. Nee, hij beziet de wereld in het licht van Christus. Als een profeet probeert hij de dwarrelingen van het wereldgebeuren te doorgronden en hij weet waar het uiteindelijk in de wereld om gaat: Christus en de strijd van de boze tegen Hem. In dat licht ziet hij de opdringende Turken die Europa mohammedaans willen maken. In dat licht ziet hij de paus die de kerk onder het vangnet van zijn dwalingen wil houden. In dat licht beoordeelt hij ook de Joden die Christus openlijk afwijzen en de christelijke uitleg van het Oude Testament ondergraven. Luther ziet de christenheid van drie kanten bedreigd en neemt positie in, ongeacht alle gevaren die het voor hemzelf oplevert. In deze moedige trouw is Luther groot, ja indrukwekkend voorbeeld.
We moeten er ook niet aan voorbij gaan dat Luther niet de christenheid of de individuele christen tot maatregelen tegen de Joden aanzet. Hij roept de overheid op om het volk te beschermen dat door aanvallen van de boze wordt belaagd. Het land dreigt in haar verering van God ten onder te gaan. Maar Luthers taalgebruik dan? We zouden er op kunnen wijzen dat in die tijd het taalgebruik robuuster was.

Taalgebruik
Toch is het bij Luther meer. In zijn manier van spreken is hij als een Johannes de Doper, als een profeet Amos: stevig, op het grove aan. Maar het is tegelijk een taal waarin hij alle dingen diep geestelijk tot op de bodem openlegt, dat is in het licht van Christus. Een taal niet geschikt ter overname, wel middel tot diep geestelijke inzicht. Overigens: als wij in onze tijd niet zo scherp spreken als Luther, komt dat zelden omdat wij beter of geloviger zijn dan hij. Het komt geregeld voor dat christenen toleranter kunnen zijn dan Luther, omdat er minder vurige liefde tot Christus in hun hart brandt!
Het is tegelijk duidelijk dat we na de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog wel heel nauwkeurig moeten zijn in ons spreken over de verhouding van de christenen tot de Joden. Een christen zal in onze tijd altijd weer duidelijk moeten maken dat hij niets moet hebben van antisemitisme. Antisemitisme is een kwaad dat met wortel en tak uitgeroeid moet worden. Na Auschwitz moet het christelijke spreken over de Joden altijd laten uitkomen dat zij die rassentheorie hartgrondig afwijst als zijnde een groot kwaad.

Oude Testament
Wat kunnen wij van Luther leren in zijn verhouding tot de Joden? Allereerst dat hij zijn liefde voor de Joden hierin uitte dat hij hen tot Christus wilde roepen. De liefde tot de naaste, ook de Joodse naaste, vindt haar kroon als zij de ander bij Christus wenst te zien tot behoud.
Vervolgens heeft Luther in zijn boeken de christelijke uitleg van het Oude Testament zeer grondig besproken. Hij weet de grote punten waar het om gaat, naar boven te halen. Daarin geeft hij een schat aan inzichten. Juist nu in onze tijd rond de uitleg van het Oude Testament het spanningsveld tussen joodse uitleg en christelijke uitleg veel aandacht krijgt, kan Luther hierin het denken bijzonder aanscherpen en leren het Oude Testament in het licht van Heere Jezus te zien opengaan. Vooral zijn uitvoerige uitleg van Genesis is hierbij een goudmijn, voor iedere bijbelonderzoeker aan te bevelen.

Geestelijk spanningsveld
Ten slotte zien we in Luthers geschriften over de Joden een spanningsveld naar boven komen dat alle eeuwen vanaf Pinksteren heeft bestaan. Zie de apostelen in het Nieuwe Testament, zie de kerkvaders in de Vroege Kerk, zie de kerkvaders in de Middeleeuwen, zie de reformatoren, zie ook iemand als de Russische schrijver Dostojewski, die zo bijzonder het christelijke geloof heeft gediend en tegelijk ook scherp over de Joden heeft geschreven. Dit spanningsveld is onvermijdelijk gegeven met de verschijning van Christus in de wereld en het ontstaan van de christelijke gemeente, die bestaat uit Joden en heidenen die in Christus geloven.
Tegenover Christus en Zijn gemeente staat het oude verbondsvolk dat Christus als Verlosser der wereld afwijst. Dit schept een geestelijk uiterst diepgaand spanningsveld. Dit spanningsveld is werkelijk en onoplosbaar. Het moet dan ook erkend worden. Alleen: het is een geestelijk spanningsveld, maar het dreigt telkens in menselijke en vleselijke vijandschap los te breken. In het bijzonder de Tweede Wereldoorlog heeft dat laatst aangrijpend laten zien. Met het hartgrondig afwijzen van een vleselijke vijandschap (antisemitisme) zal het geestelijke spanningsveld door de christenen eerlijk moeten worden gezien en innerlijk bewust aanvaard, wil een christen tenminste werkelijk christen blijven en Christus de eer geven die Hem toekomt!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's

Harde barmhartigheid jegens Joden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 januari 2006

De Waarheidsvriend | 13 Pagina's