Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Het boertige en grappige bindt ons”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Het boertige en grappige bindt ons”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het huishouden van Jan Steen, de Vrede van Münster, de gedichten van Jacob Cats, de Muiderkring: bij vrijwel elk thema uit de gouden eeuw weet Camerata Trajectina muziek te maken. Artistiek leider Louis Grijp van het jubilerende ensemble: „Onze truc is dat we de populaire liedjes hebben geaccepteerd als genre op het concertpodium.

Camerata Trajectina (Latijn voor ”Utrechts muziekgezelschap”) bestaat veertig jaar. Aan de wieg van het ensemble staan in 1974 musicoloog Jan Nuchelmans en dirigent Jos van Veldhoven. Al na een paar maanden voegt Louis Grijp zich bij het studentengezelschap. Hij heeft dan namelijk net een luit gekocht, en daar is het ensemble naar op zoek. Grijp blijft, als enige van het eerste uur. Algauw wordt hij artistiek leider.

Aanvankelijk is het muziekgezelschap, dat bestaat uit zangers en instrumentalisten, vooral bezig met muziek uit middeleeuwen en renaissance. „Dat was een ware ontdekkingstocht naar Duitse, Spaanse of Italiaanse muziek. Op zo veel mogelijk instrumenten uit die tijd: blokfluiten, gamba, kromhoorn, luit, draailier. En vaak ook wetenschappelijk onderbouwd door onderzoek in archieven en bibliotheken. Ik heb me in die tijd gelaafd aan die ontdekkingstocht.”

Kantelmoment

Na een paar jaar is er een soort kantelmoment. Grijp stuit op Valerius’ ”Gedenck-Clanck” uit 1626: oude muziek van eigen bodem, inclusief muziekschrift voor luit en citer. „We gooiden het roer om en maakten in 1977 één programma rond de ”Gedenck-Clanck”: geuzenliedjes, luit- en citermuziek, verbindende teksten en gedichten. Dat sloeg enorm aan. We hebben dat programma nog vaak uitgevoerd.”

Intussen blijft Camerata Trajectina ook 14e- en 15e-eeuwse muziek brengen. „Soms speelden we een gemengd programma: voor de pauze serieuze en subtiele muziek, na de pauze vrolijkheid en soms platte lol. Dat laatste is misschien wel wat ons het meeste bindt: het boertige en grappige.”

De gouden eeuw blijkt een schier onuitputtelijke bron om muzikale programma’s te maken. De gedichten van Hooft en Bredero, geuzenliederen rond Willem van Oranje, de muzikale wereld van Constantijn Huygens, het Maastrichtse Liedboek, liederen van de VOC, het schilderij ”De Zeven Hoofdzonden” van Jeroen Bosch: stuk voor stuk thema’s waar Grijp en de zijnen een muzikaal programma van weten te maken.

Maar ook het serieuze en geestelijke repertoire schuwt het ensemble –dat stapsgewijs professioneel wordt– niet. In 1986 brengen de musici een programma rond de psalmen van Sweelinck en de psalmvariaties voor luit van Nicolaes Vallet. In 1994 maakt Camerata een cd met de Souterliedekens, de eerste complete psalmberijming in het Nederlands. Een jaar later volgt het programma ”Bavianen en Slijkgeuzen” met liederen van remonstranten en contraremonstranten, het jaar erop een cd met doopsgezinde muziek uit de 16e en de 17e eeuw. In het Calvijnjaar 2009 verschijnt de cd ”Calvijn in de Gouden Eeuw” met muziek van onder anderen Sweelinck en Goudimel.

In de wereld van de oudemuziekensembles neemt Camerata Trajectina met deze muziek intussen een bijzondere positie in, erkent Grijp. „Toen we begonnen, was het de tijd van oudemuziekspecialisten als Frans Brüggen en Gustav Leonhardt. We waren allemaal op zoek naar het zo authentiek mogelijk uitvoeren van oude muziek op historische instrumenten. Wat ons onderscheidt, is het genre dat we brengen. Onze truc is dat we de populaire liedjes hebben geaccepteerd als genre op het concertpodium.”

Voetenbank

Camerata Trajectina is al die jaren onlosmakelijk verbonden geweest met de wetenschappelijke arbeid van Grijp. In 1986 begint hij met promotieonderzoek naar de zogenoemde contrafactuur: het gebruiken van een bestaande melodie voor een nieuwe tekst. Daarvoor legt hij een databank aan: van liederen uit de 16e en de 17e eeuw worden beginregel, wijsaanduiding en strofevorm in de computer opgenomen. Als Grijp in mei 1991 promoveert, bevat deze ‘voetenbank’ rond de 5700 liederen.

Al in 1990 krijgt de muziekwetenschapper een baan aan het Meertens Instituut, waar zich ook het Nederlands Volksliedarchief bevindt. Grijp combineert dan het kaartjessysteem van het volksliedarchief met zijn eigen voetenbank. Sindsdien is het werk aan de database alleen maar verdergegaan. Op dit moment bevat de online Nederlandse Liederenbank, zoals de databank nu heet, zo’n 170.000 liederen.

Het onderzoek voor de programma’s van Camerata Trajectina is grotendeels met behulp van de Nederlandse Liederenbank uitgevoerd, zegt Grijp. „Dichters als Hooft, Vondel, Cats en Bredero schreven hun gedichten op bestaande wijzen, terwijl die melodie er vaak niet bij staat. Die kun je echter met behulp van de liederenbank vaak wel vinden. Zo heb ik al in 1981 de muziek voor de reien in Hoofts ”Geeraerdt van Velsen” gevonden. Helemaal bijzonder was de ontdekking dat de middeleeuwse poëzie van Hadewijch gezóngen kan worden. Dat was een meteoorinslag voor mediëvisten, die er altijd van uitgegaan waren dat het om strofische gedichten ging.”

Dat zijn werk aan het Meertens Instituut –en sinds 2001 aan de Universiteit Utrecht als bijzonder hoogleraar Nederlandse liedcultuur– helemaal in het verlengde ligt van Camerata Trajectina, noemt Grijp bijzonder. „Ik kan mijn muzikale passie botvieren in mijn baan. En omgekeerd zou ik wetenschappelijk doodbloeden als ik wat ik vond niet uit kon voeren. Wat je vindt, wil je horen. En wat je hoort, wil je wetenschappelijk onderbouwen. Het grijpt allemaal mooi in elkaar.”

Subsidie

Hoogtepunten waren er de achterliggende vier decennia genoeg. Grijp noemt het feest in 1994 rond de herdenking van de 400e geboortedag van Maria Tesselschade Roemers Visscher in het Muiderslot, waar Camerata een compleet toneelstuk opvoerde. Ook het programma rond de wereldlijke werken van componist Jacob Obrecht in 2005, waarvoor dichter Gerrit Komrij de poëzie leverde, en het project rond ”De Zeven Hoofdzonden” van Jeroen Bosch in 2009 waren bijzondere momenten. „Vrijwel altijd was het na dergelijke projecten overigens kantje boord of we niet failliet zouden gaan”, lacht Grijp.

Wat waren dieptepunten? „We hebben twee keer een meerjarige subsidie gekregen, voor 2005 tot 2008 en voor 2009 tot 2012. Toen we eind 2012 te horen kregen dat onze aanvraag voor de volgende periode was afgewezen, was dat een grote teleurstelling. We waren echt gedemotiveerd. Met hangen en wurgen hebben we vervolgens vorig jaar het programma rond de Vrede van Utrecht gemaakt. Toen dat toch lukte, was dat een opsteker. Maar we moeten nu weer voor ieder project apart een subsidieaanvraag doen.”

Voor de toekomst heeft Grijp nog genoeg plannen. „Op het komende Festival Oude Muziek in Utrecht, dat in het teken staat van Engeland, willen we een programma brengen rond het thema ”Dowland in Holland”. De muziek van Engelse componisten als John Dowland was aan het begin van de 17e eeuw heel populair in Nederland. Veel Engelse melodieën zijn toen ons land binnengekomen.” Een ander project dat op stapel staat, draait om Nederlandse liederen op muziek van de Fransman Jean-Baptiste Lully, in de 17e eeuw de hofcomponist van Lodewijk XIV.

Na veertig jaar kan Grijp (60) zich een leven zonder Camerata Trajectina niet meer voorstellen. „Het is altijd heel stressvol, want alles komt altijd net op het nippertje goed. Soms zou ik ook wel eens een jaartje willen overslaan. Maar ik zou de projecten met ons muziekgezelschap voor geen goud willen missen.”


Boek en database

Onder de titel ”Van peeckelharing tot pierlala” heeft musicologe Jolande van der Klis de geschiedenis van Camerata Trajectina op een luchtige en tegelijk grondige manier beschreven. Zo zijn bijvoorbeeld alle concerten die het gezelschap de achterliggende decennia gaf op een rij gezet, evenals de complete discografie van het ensemble. Ook alle musici en medewerkers die met Camerata optraden zijn in kaart gebracht. Verder sprak Van der Klis met de huidige musici en met diverse oudgedienden. Tijdens een jubileumconcert op 30 november in de Geertekerk in Utrecht wordt het boek (uitg. Stichting Camerata Trajectina; ISBN 978 90 822977 0 6; 137 blz.; € 25,- bij voorintekening) gepresenteerd.

Tijdens dit concert gaat ook een nieuwe versie van de Nederlandse Liederenbank van het Meertens Instituut online. Vanaf die dag is het gehele muzikale oeuvre van Camerata Trajectina gekoppeld aan de tekstuele en muzikale bronnen van de databank. Als het ensemble een bepaald lied ooit een keer heeft opgenomen, is het via de liederenbank bij de desbetreffende tekst direct te beluisteren. In totaal wordt de database zodoende verrijkt met een kleine duizend muziekbestanden.

>>camerata-trajectina.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 2014

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Het boertige en grappige bindt ons”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 2014

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's