Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bonifatius maakte een verre reis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bonifatius maakte een verre reis

Deel van schedel is onder de relikwieën van Fulda

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heeft Bonifatius, heeft Willibrord zijn werk niet goed gedaan? Wie het kerkelijk leven in ons land beschouwt zou die conclusie vast trekken. Schillebeeckx wordt van ketterij verdacht; Rome moest nodig met alle Nederlandse bisschoppen praten; het priestertekort groeit; het protestantisme lijdt gevoelige verliezen.

p 5 juni 754 na Christus werd Bonifabij DoJckum vermoord, zo leerden ifroeger op de lagere school. Dat was ist niet aardig van de Friezen. Ze gahem geen kans een zo belangrijk )ster te stichten als in Fulda, nu tede Oostduitse grens gelegen, noordtelijk van Frankfurt; Fulda, centrum waaruit de kerstening van de Duitse len gestalte kreeg.

kerkelijk, wie Fulda bezoekt kan niet ers zeggen dan dat Bonifatius het er beter afgebracht heeft. In alle gautieid telde ik negentien Roomse kernwaar zaterdagsavonds nog braaf de mis wordt opgedragen Dat is in een stad met zo'n 65.000 inwoners niet gering. Wie de dom binnengaat breekt bijna de benen over biechtstoelen en beelden.

Het was niet aardig van de Friezen, schreef ik. Maar wel begrijpelijk. Want de Britse monnik — eigenlijk heette hij Winfried — die zijn zendingsijver in 732 door paus Gregorius III bekroond zag door een benoeming tot aartsbisschop van Duitsland, deed niets liever dan alles onder het oppergezag van de Roomse stoel brengen. Wie van ons voelt daar vandaag veel voor? De Friezen niet? Zelfs de meeste Roomsen niet!

Nu kunnen we — achteraf — Bonifatius niet veel verwijt maken. Een van onze Oranjes heeft immers een tijd de baas gespeeld in Fulda, eeuwen, eeuwen na de moord bij Dokkum.

Vorstendom

Hoe kan dat? De abt van Fulda — het klooster was in 744 na Christus door Bonifatius gesticht — heette de eerste onder de abten van Duitsland en Frankrijk. Grondbezit, rechtspraak, tol-, markt- en muntrecht maakten het mogelijk dat in de middeleeuwen een geestelijk vorstendom, een „Fürstabtei" ontstond. De abt werd rijksvorst. Als ooit het bederf van de kerk bleek, was het hier.

Adellijke heren hadden meestal meer dan twee zonen. De eerste erfde van vader. De tweede deed wellicht een goed huwelijk. Maar de derde? Als hij niet aan een rijke vrouw kon komen, kon hij evengoed macht krijgen. Hij ging in het klooster, waar na voorgaande afspraak een „leidinggevende functie" voor hem gereserveerd werd. Zo kwam Fulda's klooster aan zijn abten!

Maar abt in Fulda werd je zomaar niet. Je moest kunnen aantonen minstens zestien adellijke voorvaders te hebben gehad. Op dezelfde wijze werd dat in andere geestelijke vorstendommen geregeld.

Oranje

Het was geen slechte gedachte van Napoleon, dat hij in 1803 aan dergelijke situaties een eind maakte. Hij dwong de abt van Fulda zijn wereldlijke macht over te dragen aan de in ballingschap vertoevende stadhouder Willem de vijfde. (Deze was immers met Wilhelmina van Pruisen getrouwd). Willem de vijfde wees dat af. Maar de latere koning Willem I, die teleurgesteld wegens gebrek aan Engelse hulp naar Berlijn vertrokken was, aanvaardde de soevereiniteit over Fulda. Hij had er overigens niet lang plezier van: in 1806 werd Fulda hem weer ontnomen. Een daad van Napoleon, inderdaad. Maar de mensen van Fulda zijn er Bonaparte vandaag nog dankbaar voor.

De abdij van Fulda was rijk. De domschatten waren beroemd en de abt beschikte — zoals alle rijksvorsten en adellijke heren — over een prachtig bewerkt zwaard. Maar dat zwaard zijn ze kwijt in Fulda. Gestolen fluisteren ze achter de hand.

In Fulda is men eigenlijk nu nog een beetje boos op koning Willem I. Hij heeft ons zwaard naar de koning van Pruisen, naar zijn zwager gestuurd, zeggen ze. Wij verdenken hem ervan dat hij het later naar Nederland meenam, het wat veranderde en bij zijn kroning droeg, vertelt de goed Roomse gids in de kelders onder de dom van Fulda. „Hij is hier geen graag geziene gast geweest".

Ze hebben in Fulda de Hollanders dus nog wat meer te verwijten dan de moord op Bonifatius alleen.

Centrum

Bonifatius neemt in Fulda nu nog een centrale plaats in. Want na zijn dood heeft men — op zijn eigen uitdrukkelijke wens — zijn lijk over grote afstand vervoerd. In Fulda, waar hij zijn klooster stichtte, moest hij begraven worden. Op de plaatsen waar de stoet overnachtte richtte men kruisen op. In de jaren dertig van deze eeuw heeft men er een teruggevonden. Het is te zien in het museum van de dom en draagt als inscriptie HBQ t, „Hic Bonifatius quievit": hier heeft Bonifatius gerust.

Een van de belangrijkste relikwieën die we in de dom ontmoeten is een deel van de schedel van Bonifatius, kunstig in zilver gevat en gekroond met de mijter. Onze reactie is begrijpelijk: dat aanbidt u dus! Nee nee, beweert onze leidsman ernstig. „De katholiek aanbidt geen heiligen of relikwieën. Een katholiek aanbidt slechts God en bidt tot Maria en de andere heiligen".

We laten het maar zo, schudden het hoofd.

Op hetzelfde grote altaar — wat als zilver blinkt zilver en wat goud lijkt is verguld koper — ligt de legendarische dolk waarmee Bonifatius de marteldood ingedreven werd. Met fantasie (en enthousiamse?) wijst men bloedsporen aan, thans verbleekt, die in de zestiende eeuw nog duidelijk herkenbaar genoemd werden.

Er zijn nog heel wat meer relikwieën uitgestald. Wie hoorde ik daar zeggen dat Rome niet zo rooms meer is? Met hoogtijdagen worden ze nog altijd rondgedragen.

De kerk

Heeft Bonifatius het allemaal zo bedoeld? Zijn klooster kon niet zonder kerk. Maar ook als cultureel centrum begon Fulda — er waren rond 800 al zo'n 400 monniken — naam te maken. De voortgaande groei maakte een nieuwe kerk nodig. In 819 werd het monumentale bouwwerk in Karolingische stijl ingewijd. De kerk was gebouwd naar het model van de oude — door Constantijn de grote gebouwde — Sint Pieter in Rome. In feite werd er dus een stuk Rome overgebracht!

Kort daarna verrees vlakbij dit gebouw de romaanse Michaëlskerk, gebouwd naar de grafkerk te Jeruzalem. En in 1700 Het de toenmalige abt bouwmeester Johannes Dientzenhofer plannen maken voor een nieuwe kerk in de plaats van de oude Karolingische basiliek. Die nieuwbouw, enigermate naar het model van de huidige Sint Pieter — waarbij oude stukken muurwerk zichtbaar in gebruik zijn gebleven en waarbij b.v. ook de westelijke krypt met het graf van Bonifatius intact bleef — heeft heel wat voeten in de aarde gehad.

Zoveel, dat Dientzenhofer als een berooid man Fulda verliet. De opvolger van zijn opdrachtgever betaalde wel... maar Frau Dientzenhofer incasseerde....

In gebruik

Het dommuseum is eigenlijk niet in alle opzichten een echt museum. Zoals ik al schreef: op hoogtijdagen worden altaren, relikwieën, luchters, kelken, monstransen en de schat aan tientallen eeuwenoude misgewaden — waaronder ettelijke met goud- en zilverdraad rijk bestikte klederen — volop gebruikt in de eredienst.

Ieder jaar op 5 juni, Bonifatius' sterfdag, wordt ook de Bonifatiusstaf gebruikt. Lang vereerde men hem als het eigendom van de martelaar.^ Toj bleek dat de staf van walrustand —Vn hièt van elpenbeen zoals de ondeskundige bezoeker misschien meent — „pas" in de twaalfde eeuw gemaakt was en dat er ook elders soortgelijke exemplaren bewaard worden. Het motief in de staf is er | niet minder om: een slang bijt de gazelle, I beeld van de reinheid, die de toevlucht neemt tot het kruis.

Andere stukken in het museum blijven altijd op hun plaats. Zo bewaart men als bijzonder bezit de Ragyntrudis Codex, een rond 700 in West-Frankrijk, Luxeuil, geschreven boek met werk van de kerkvaders. Bonifatius heeft dat boek meegehad op reis naar Friesland. De zijden vertonen diepe insnijdingen: gevolg van de Friese bijl- en zwaardslagen, zo verhet boek juist in z'n handen toen de wrede vingers hem grepen. Alsof ze er bij waren, die mensen uit Fulda

Hoe het zij, het attribuut van Bonifatius bij allerlei afbeeldingen, beeldhouwof schilderwerk is nog altijd dit boek. Als onze Friese lezers ergens in de buurt van Dokkum zijn standbeeld tegenkomen en elkaar vol eerbied op de Bijbel wijzen die hij afwerend boven het hoofd houdt, hebben zij het mis.

Karel de Grote

Er zou nog veel te zeggen zijn over het achttiende eeuwse porselein uit Fulda, over de schilderkunst van de oude meesters, onder wie Hollandse niet ontbreken, over de kunstige handvaardigheid met naald en draad van de Benedictijner nonnen — het vrouwenklooster bestaat nog steeds — die, tot in Japan beroemd, bezig is uit te sterven. Er zou vooral ook veel te zeggen zijn over de kerk waar nog zo menig stuk herinnert aan het voorgaande gebouw, zoals een gotisch reliëf met Karel de Grote, over de in onze ogen pompeuze pracht van het barokke interieur van de dom.

Hoe indrukwekkend het allemaal is: de Reformatie heeft in Fulda uiteindelijk geen kans gekregen; ook ondanks de in de ogen van de inwoners van Fulda rigoureuze wandaden van onze Oranjevorst.

In Friesland, ligt dat anders. Tenminste...? Friezen, let op uw zaak!

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1980

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Bonifatius maakte een verre reis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1980

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's