Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jobhopper met reislust

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jobhopper met reislust

Jan van Scorel brengt nieuwe schilderkunst naar noordelijke Nederlanden

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De betekenis van Jan van Scorel kan niet gemakkelijk worden overschat. Deze Utrechtse schilder -die evengoed door Schoorl en Haarlem kan worden geclaimd als 'hun' kunstenaar- bracht de renaissanceschilderkunst uit Italië naar de noordelijke Nederlanden. Met Van Scorel brak een nieuw schildertijdperk aan.

"Jan, denk eraan dat ik je in mijn tasch draag; als je weggaat weet ik wat mij [...] te doen staat." Willem Cornelisz. is weer dronken en juist dan slaat de angst bij hem toe. Stel je voor dat de begaafde schildersleerling Jan van Scorel zijn driejarige contract niet uitdient. De jongen brengt veel extra geld in het laatje; in het eerste jaar al meer dan 100 gulden, een enorm bedrag in het begin van de zestiende eeuw.

Als de jonge Jan op een winteravond het contract uit de tas in zijn handen krijgt, versnippert hij het papier en strooit het vanaf de Haarlemse Houtbrug over het water. Hij is de dreigementen van zijn leermeester beu.

De jongen dient wel zijn leertijd uit, maar geen dag langer dan nodig. Hij kan bij Willem -een "matig goed schilder" volgens biograaf Carel van Mander- niets meer leren en trekt naar Amsterdam. Jan heeft weinig te verliezen. Zijn vader, dorpspastoor in Schoorl, en zijn moeder zijn al gestorven.

Scorel dient bij Jacob Cornelisz van Oostsanen en later bij Jan Gossaert. Deze Gossaert, ook Mabuse genoemd, heeft een reis naar Italië gemaakt en kan daarover vertellen: hij zag Michelangelo aan het plafond van de Sixtijnse Kapel werken. Hij zag mannen als Rafaël in het Vaticaan bezig aan hun kunststukken. De verhalen wekken bij Jan de reislust op en in 1520 vertrekt hij. Via Keulen, Spiers, Straatsburg en Bazel gaat hij naar het zuiden. In Neurenberg werkt hij samen met Albrecht Dürer, maar verlaat deze weer omdat Dürer partij kiest voor Luther en zijn leer. Van Scorel mijdt conflicten liever. Om dezelfde reden had hij eerder Gossaert verlaten vanwege diens losbandige levenstijl. Gossaert dronk en vocht, Van Scorel draaide regelmatig op voor de kosten en was soms zijn leven niet zeker.

Pelgrimage

Waar Van Scorel komt, vindt hij ook werk. Soms meer dan dat. Een Ka-rintische baron biedt hem onderdak aan, een goed loon en bovendien zijn dochter. Van Scorel bedankt beleefd; hij heeft zijn hart verpand aan de jon-ge dochter van Van Oostsanen, met wie hij overigens nooit zal trouwen, omdat zij het wachten op Jan van Scorel moe is. Uiteindelijk huwt ze een goudsmid.

Venetië, waar Van Scorel terechtkomt, is niet alleen een centrum van de kunst, maar ook een doorgangsstad naar Jeruzalem. Pelgrims doen de stad aan, verblijven er korte tijd en trekken door naar de heilige plaatsen in Palestina. In het kielzog van een begijnenpater uit Gouda trekt Van Scorel met die stoet der pelgrims voort. Zijn schildersspullen sleept hij overal mee en de bootreis benut hij om zijn reisgenoten te portretteren.

De reislustige jobhopper Jan van Scorel keert terug naar Venetië, maar houdt het ook daar snel voor gezien en trekt verder naar Rome. Voor zijn studie is hij daar op het juiste moment, omdat de grote meesters van de renaissance er werken.

Van Scorel is ook een goed netwerker, legt gemakkelijk contacten en is in de hoogste kringen een geziene gast. Als de Utrechtenaar Adriaan Florisz Boe-yens (1459-1523) als paus Adrianus VI aantreedt, ontstaat er al snel een vriendschapsband. De paus benoemt Van Scorel tot opvolger van Rafaël als beheerder van de pauselijke kunstcollectie in Rome. Van Scorel heeft daarmee alle gelegenheid de nieuwe kunststroming te bestuderen.

De vreugde is van korte duur; al na anderhalf jaar sterft de paus en Van Scorel besluit terug te keren naar Nederland. Hij start een schilderswerkplaats in Haarlem en later een in Utrecht. Eenmaal terug in Nederland baart hij opzien met zijn Italiaans geïnspireerde kunst en krijgt hij al snel uiteenlopende opdrachten. Van Scorel markeert de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance in de schilderkunst.

In hoog tempo vervaardigt hij altaarstukken met Bijbelse voorstellingen en klassieke elementen en veel portretten. Met grote zorgvuldigheid schildert hij -eigen aan de renaissance- het menselijk lichaam, met oog voor dieptewerking en perspectief. Alles moet een realistische uitstraling hebben. Zijde moet glimmen, diamant moet schitteren en ogen dienen levenslicht te hebben.

Zadelaarsgilde

Van Scorel is breed actief: als priester, diplomaat en ingenieur, maar vooral als schilder. Als geestelijke hoeft hij geen lid te zijn van het zadelaarsgilde, waartoe ook schilders behoren. Op het hoogtepunt van zijn roem verandert dat echter. Ook geestelijken dienen dan lid van het gilde te zijn en Van Scorel moet zich onderwerpen aan reglementen, die tal van beperkingen en kosten met zich meebrengen. Hij is woedend en bezweert de markt geheel met zijn werk te overspoelen, wat gezien de omvang en organisatie van zijn werkplaats geen loos dreigement is. Het is onbekend of Van Scorel inderdaad lid is geweest van het gilde.

Jan van Scorel is in die tijd niet de enige schilder die in het Utrechtse aan het werk is. Ook anderen leveren in opdracht altaarstukken, portretten en andere schilderijen die bestemd zijn om in kerken opgehangen te worden, of in huiselijke omgeving een plek te krijgen. Behalve kerkmeesters, religieuze broederschappen, ambachtsgilden en particulieren, plaatst ook het stadsbestuur opdrachten. De namen van de meeste schilders zijn onbekend gebleven. Van een tiental bewaard gebleven schilderijen is min of meer zeker dat zij in Utrecht zijn ontstaan. Dat blijkt dan bijvoorbeeld uit teksten en wapenschilden die de identiteit van de opdrachtgevers onthullen.

De meeste schilderstukken uit die tijd zijn verloren gegaan, ook die van Van Scorel. Van Mander: "Maar zeer te bejammeren is, dat veel andere werken van hem, (het crucifix te Amsterdam, de mooie deuren van het Maria College te Utrecht en ook een schoon altaarstuk te Gouda, door hem in zijn besten tijd vervaardigd), in 1566 door het uitzinnige grauw zijn vernield en verbrand, tegelijk met nog veel meer fraaie dingen."

Ongeveer zestig werken van Van Scorel zijn bewaard gebleven, waarvan een 25-tal te zien is in het Centraal Museum in Utrecht.

centraalmuseum.nl, 030-2362362.


"Scorels Roem" in Utrecht

De Utrechtse schilder Jan van Scorel (1495-1562) bracht in de 16e eeuw de Italiaanse renaissance naar het noorden. De schilder ontwikkelde zich tot de belangrijkste Nederlandse kunstenaar van zijn tijd en onder zijn invloed groeide Utrecht uit tot het meest toonaangevende centrum voor de schilderkunst van de noordelijke Nederlanden. De tentoonstelling "Scorels Roem" in het Centraal Museum in Utrecht biedt een overzicht van de Utrechtse schilderkunst uit de periode 1350-1600, waarin het werk van Jan van Scorel het middelpunt vormt. Bezoekers van "Scorels Roem" zijn tot en met 28 juni welkom.


Van Scorel opnieuw in conflict met de douane

De tentoonstelling "Scorels Roem" is nog niet compleet; het portret van Agatha van Schoonhoven dat de blikvanger van de tentoonstelling moest worden, is aan de Italiaanse grens tegengehouden.

Waarom de Italiaanse over-heid het stuk niet wil vrijgeven, is het Centraal Museum onduidelijk. Volgens Marije Douma van het Utrechtse museum had de Galleria Doria Pamphilj in Rome toegezegd het portret van Agatha van Schoonhoven uit 1529 in bruikleen te geven.

Alles wordt in het werk gesteld om Agatha alsnog naar Nederland te laten afreizen; de eerste uitdaging voor Edwin Jacobs, die woensdag aantreedt als nieuwe directeur van het Centraal Museum. De Italiaanse cultureel attaché in Nederland, Silvio Marketti, vermoedt dat Agatha niet vervoerd mag worden omdat het schilderij te kwetsbaar is en het risico op schade te groot. Zolang het werk niet is gearriveerd, hangt er een foto aan de wand in het Centraal Museum.

Daarmee herhaalt de geschiedenis zich. Al eerder had de schilder een probleem aan de grens. De koning van Zweden was erg ingenomen met een werkje van Van Scorel en, zo meldt Carel van Mander, "uit dankbaarheid stuurde hij Schoorel een koninklijk geschenk met een eigenhandig onderteekenden brief, te weten: een prachtigen ring, een kist vol martervelletjes, een slede met volledig paardentuig, waarin Zijne Majesteit zelf op het ijs placht te rijden en nog een Zweedsche kaas van 200 pond." De brief bereikte Schoorel, maar het zegel was eraf gesneden en alle geschenken waren achtergehouden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 30 maart 2009

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

Jobhopper met reislust

Bekijk de hele uitgave van maandag 30 maart 2009

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's